Onderwijs en bibliotheken in onze kolonie
Kultuur-evolutie gaat hand in hand met de schommelende toestand van het onderwijs. De intellektuele opvoeding van de jeugd onzer blanke residenten in Kongo verdient derhalve een kort overzicht.
Waar een centrum in Belgisch-Kongo een kindertuin bezit - alle steden hebben er nu minstens een, nog niet in de kleine broesseposten - kan reeds vroeg aan de opvoeding van de blanke kleuters worden gewerkt buitenhuis.
Op de binnenposten bestaan in de regel wel scholen voor de zwartjes, doch blanke kinderen bezoeken deze instellingen niet, die bijna uitsluitend in handen zijn van degelijke geestelijke opvoeders, missionarissen en zusters.
Sedert de laatste oorlog zijn de scholen voor Europese kinderen sterk in aantal toegenomen. In alle belangrijke centra werden, naast de kolleges en kristelijke instituten, officiële rijksscholen opgericht met kindertuin, lagere school en middelbare afdeling. Ook het hoger onderwijs is thans in volle evolutie.
Waar aanvankelijk het blanke onderwijs beperkt bleef tot lagere of gedeeltelijk middelbare afdelingen, daar is de Administratie, sinds 1947, met de oprichting begonnen van athenea, waar de volledige humanioracyklus kan worden doorgemaakt. Aan elke rijksinstelling werd een internaat gehecht. Zulks betekent noodzakelijk een uiteentrekken van het gezinskader, maar voor kolonisten uit de broesse is een andere oplossing moeilijk in te denken.
De officiële scholen, zowel als de vrije, volgen het Belgisch leerplan.
Tot 1947-1948 werd het onderwijs uitsluitend in de Franse taal gegeven. Dank zij het rusteloze vlaamse streven kon geleidelijk worden bereikt dat aan de nieuwe opgerichte athenea Vlaamse klassen werden gehecht, met bevoegde Vlaamse leerkrachten.
Het zal nu verder aan de Vlaamse ouders zelf liggen of het onderwijs in hun moedertaal leefbaar blijft. De grote voorwaarde hiertoe is immers de Vlaamse klassen ‘bevolkt’ te houden.
Wat het hoger onderwijs betreft weet men dat ‘Lovanium’ de koloniale zuster van onze Alma Mater, de baan geëffend heeft. Intussen kreeg Elisabethstad een officiële hogeschool bij.
De doorsnee koloniaal van heden leest veel. Heeft hij hier echter de middelen toe? Heeft hij boeken te zijner beschikking?
Het antwoord is affirmatief. Het Koloniaal Bestuur heeft het belang ingezien van welvoorziene bibliotheken, prachtig middel voor kulturele volksontwikkeling.
Lektuurbevoorrading kan uit twee bronnen geput: