Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 102 (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 102
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 102Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 102

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 102

(1957)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 311]
[p. 311]

De laatste ronde

‘Zuiderkruis’

Begin 1956 verscheen te Leopoldstad in Belgisch-Kongo het eerste nummer van dit driemaandelijkse ‘Tijdschrift voor Vlaams-Afrikaanse Letterkunde’. Het is een uitgave van de Standaard-Boekhandel, Postbus 1298, Leopoldstad, en kost 75 F. voor abonnenten op ‘Band’, 100 F. voor degenen die dat niet zijn. De eerste jaargang telde 96 blz. en bevatte bijdragen van een tiental dichters en prozaïsten die in de kolonie zijn gevestigd. Aanvankelijk bestond de reaktie uit Ange Clooster en Walter Geerts. Ange Clooster, de grote promotor van de onderneming, is eigenlijk Pater Arthur Verthé, een Westvlaming uit Ingelmunster, die vroeger met een drietal verzenbundels naam gemaakt heeft en in het vlaams kulturele leven in Kongo een belangrijke rol vervult. Met aanvang van de tweede jaargang traden ook Dr. Daniël Biebuyck, Eli Dynmarc en Bert Van Straaten tot de leiding toe. De bedoeling van het blad is een eigen bijdrage te leveren tot de algemene nederlandse letterkunde, bijdrage waarvan de motieven en de bijzondere atmosfeer teruggaan op de omgeving waarin de vlaamse kunstenaars in Kongo leven en die tevens de neerslag bevat van een konfrontatie tussen hun traditionele opvattingen en de aanbrengst van een natuurlijke gegevenheid waaruit langzaam een autochtone kuituur zal ontluiken. Voor de verruiming en verrijking van onze letterkunde kan ‘Zuiderkruis’ een groot belang opleveren. Niet alleen voor de literatuur trouwens, want als het tijdschrift in zijn streven mag slagen, kan zulks voor een wijder ontplooiing van onze geestelijke krachten slechts voordeel opleveren. Kleine volkeren zijn altijd geneigd zich in afzondering als in een schuiloord terug te trekken; omdat wij zo groot willen worden als onze mogelijkheden moeten wij de wereld in - zonder onszelf te verloochenen.

Er is een tweede reden waarom dit initiatief zoveel mogelijk steun verdient. Wij kunnen er alles bij winnen door onze kulturele betrekkingen met Zuid-Afrika uit te breiden. De afstand, met enige andere faktoren verenigd, is daarbij een bezwaar. Wanneer nu in Leopoldstad, zoveel dichter bij Johannesburg, Pretoria en Kaapstad, een vlaams kultuurleven opbloeit en zijn invloed doet gelden, wordt er meteen een brug geslagen die de ontmoeting en wisselwerking tussen de europese en afrikaanse takken van onze stam moet vergemakkelijken. Indien die kontakten, geleid door wederzijdse waardering en de wil om tot een bewuste samenhorigheid te komen, niet in de hand gewerkt worden, zal de afrikaanse taal en woordkunst meer en meer haar eigen weg gaan, zeker tot onze schade, en misschien, hoewel eerbied voor hun inzicht en streven het uitspreken van een oordeel verbiedt, ook tot de hunne. Misschien kunnen wij iets aan Zuid-Afrika geven; in ieder geval kunnen wij er veel van ontvangen. Laat ‘Zuiderkruis’ dan een sterrenbeeld met gunstige voortekenen zijn!

A.D.

Een Hasseltse droom

Het was in Hasselt en hield een niet te omschrijven verband met de tentoonstelling Adel en Kastelen in Limburg. Er werd daar een woontoren, of eer een woon-obelisk gebouwd, wel zo hoog als de Eifeltoren, op een grondslag in baksteen, doch die zeer smal was. Bij dit bouwen was ik zelf betrokken. Plotseling bleek deze woontoren klaar en ging ook ik omhoog naar de top. Dit gebeurde om de omgeving te overschouwen: een weinig bewoond, duister groenachtig vlak land. Op de top, zeer

[pagina 312]
[p. 312]

gering van ruimte, moest men zich vasthouden aan verticale richels, om niet in de diepte te storten. Dit gaf een beangstigend gevoel, dat naar de veiligheid van de basis deed verlangen. Ik wilde naar omlaag, doch men zei me dat dit alleen mogelijk was wanneer er schokken kwamen. Die bleven niet uit en ik kon naar omlaag glijden, mijn handen stevig in de richels klemmend.

Men wilde de woonobelisk verplaatsen, wat kon geschieden door ze over de bodem weg te duwen. Men vroeg me een handje mee te helpen, wat ik deed. Een menigte mannen zou helpen. Zij deden dit op een manier die aan een z.g. farandole herinnert. Ieder duwde tegen de schouders van zijn voorganger, een slingerende rij vormend. Men kreeg het gevaarte in beweging, doch de ondergrond bleek moeilijk, ongelijk, modderig. Men moest een bochtige baan kiezen. Niettemin ging het en de obelisk schoot hoe langer hoe sneller vooruit, zo vlug dat men zich daarover verontrustte. Plotseling stuitte men op iets, waardoor, tot algemene ontzetting, de top voortschoot, voorover neeg, de toren viel en doorknikte, de top in de grond borend. Wij snelden toe, om verongelukten te redden. Er klommen een paar kinderen door gebroken ruiten en verwrongen ijzeren raamwerk naar buiten. Ze waren slechts licht gewond. We vernamen dat er eigenlijk geen slachtoffers van de woonobelisk te betreuren waren.

M.K.

Liber amicorum
Jos de Haes

 
Vriendschap, een dozijn in jaren,
 
In maanden gerekend een gros,
 
Tussen twee exemplaren
 
Van de soort anthropos,
 
 
 
De tijd wikkelt vriendschap los
 
Lijk een vrouw een tuitje garen
 
Of, is 't een moeilijke klos,
 
Gebruikt messen en scharen;
 
 
 
Maar dit klosje moet behouden
 
In allen tijd, in hitte en koude,
 
Nog vijfmaal een dozijn,
 
 
 
Tot de dag komen zoude
 
(Ziet gij hem), dat wij zijn
 
Een museum-bobijn.
 
 
 
H. v. H.

Blocnotes

1.

Geleerdheid en poëzie gaan zelden samen. De geleerdheid bevordert de poëzie niet. Integendeel, men zou haast zeggen dat zij de scheppingskracht in haar vrije en volledige ontplooiing belemmert. Daaruit volgt dat poëzie meer een zaak van aanvoeling en visie is dan van kennis. En dat wij op onze hoede moeten zijn als een dichter zijn geleerdheid etaleert. Waaraan nochtans moet worden toegevoegd dat wijsheid en geleerdheid niet met elkaar verward mogen worden. Men kan zonder geleerdheid een wijs man zijn. Dit betekent echter niet dat poëzie alleen door zwakzinnigen of geestelijk minderwaardigen wordt voortgebracht, doch wel dat de dichter over een helderziendheid moet beschikken, die niet uitsluitend in de hersenen maar in al de zintuigen haar voelhorens heeft.

2.

Men zal er nooit in slagen van de poëzie een concrete bepaling te geven, omdat de poëzie van een magische kracht uitgaat, die niet door de geest gevat kan worden. Wij kunnen haar omschrijven, maar wij kunnen noch haar graad noch haar grond volledig bepalen. Al de misverstanden inzake het poëtisch beginsel vinden hun oorzaak in het feit dat men de magische kracht van de poëtische schepping wil ontkennen.

P.G.B.

 

Teksten van P.G. Buckinx, André Demedts, Matthieu Kemp en Hubert van Herreweghen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • André Demedts

  • Paulus de Kempenaer

  • Hubert van Herreweghen

  • Jos de Haes

  • Pieter G. Buckinx