Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103
(1958)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–
[pagina 366]
| |
Gerard Wijdeveld
| |
[pagina 367]
| |
Postcommunielied voor Pasen en de paastijdChristus heeft de dood betreden,
leeg is 't graf dat Hem omsloot!
Zijn verrijzen trekt ons mede,
Hij verslaat ook onze dood!
Dank aan God en lof en eer!
Alleluia, looft den Heer!
Christus' lichaam, ons gegeven,
kondigt reeds de toekomst aan:
onderpand van eeuwig leven,
zegel van ons nieuw bestaan.
Dank aan God en lof en eer!
Alleluia, looft den Heer!
Christus is ons voorgeschreden:
Vader, zie zijn broeders aan!
Band van beiden, Geest van vrede,
doe door ons uw adem gaan!
Dank aan God en lof en eer!
Alleluia, looft den Heer!
| |
Introituslied voor PinksterenDe Geest uit Vader en uit Zoon
houdt al wat is gebonden,
en wat Hij bindt is goed en schoon,
geen vlek wordt daar gevonden. Alleluia.
Zijn hand doet ster en zon en maan
hun wegen gaan en komen,
zijn adem drijft de deeltjes aan
in 't kleinste der atomen. Alleluia.
En ook aan ieder levend ding,
aan alles wat kan denken,
blijft Hij, de Geest, bestendiging
in eigen wezen schenken. Alleluia.
Hij, grondtoon van het groot akkoord,
houdt Christus' Kerk ook samen,
en elkeen die Hem klinken hoort
doet Hij instemmen: Amen! Alleluia.
| |
[pagina 368]
| |
Offerandelied voor de zondagen na PinksterenAl wat is,
gij heft het, Heer, uit zijn duisternis.
Niemand heeft
ooit iets anders dan gij hem geeft.
Gij doet ons leven,
gij laat ons geven,
gij maakt de hand,
gij maakt de hand en de offerand.
Brood en wijn,
gij doet ze voedsel en drank ons zijn.
Heer, neem aan
wat gij geeft tot ons voortbestaan.
Teken van leven
is wat wij geven,
leven uit u:
leven uit u, tot u keert het nu.
Heel ons zijn
heffen wij, samen met brood en wijn:
vreugd en smart,
al wat leeft in ons mensenhart,
falen en slagen,
weten en vragen,
neem alles, Heer,
alles, o Heer, tot uw lof, uw eer.
| |
Postcommunielied voor PinksterenEn eensklaps klonk uit de hemel
een storm, een hevig tumult,
Gods Geest streek over hen neder,
zijn vuur heeft allen vervuld.
Zijn kracht heeft de vrees gebroken
die harten en tongen bond,
zij hebben in talen gesproken,
Gods lof zei iedere mond.
| |
[pagina 369]
| |
En die Geest, die toen is gekomen,
gaat nooit van de Kerk meer heen,
zijn adem blijft haar doorstromen,
zijn liefde houdt haar één.
Ook ons, in Christus tesamen,
blaas, Geest, vandaag in gloed:
uw liefde blijve ons Amen
op Christus' lichaam en bloed.
| |
Postcommunielied voor AllerheiligenZij hebben de Heer al gevonden,
zij zien Hem zoals Hij is,
wij proeven met aardse monden,
wij raden in duisternis.
Maar wat dáár de heiligen weten,
van oog tot oog gekend,
wij hebben het hier mogen eten
als brood in het sacrament.
Geloof begint hier al hun hemel
in het teken van brood en wijn,
het weet dat wij beiden de leden
van hetzelfde lichaam zijn.
Eén liefde bindt ons beiden,
wij zingen dezelfde naam,
wij zijn nog maar kort gescheiden,
dan zien wij de Heer tezaam.
|
|