Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103 (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103

(1958)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 507]
[p. 507]

De laatste ronde

Wijs en vijs

Aan Hubert Van Herreweghen

 
‘Je heet mij wijs,
 
Hubert!’ - Ach man!
 
't Is vroeg en 'k peis
 
er 't mijne van.
 
 
 
Was ik maar dwaas
 
als in mijn tijd,
 
't waar mij soelaas,
 
een eremijt,
 
 
 
die ouder wordt
 
en kaal of grijs
 
maar iets te kort
 
heeft voor zijn vijs.
 
 
 
Dus, wijs zijn zoek
 
ik niet precies,
 
wel in mijn hoek
 
een tournavis.
 
 
 
A.G. CHRISTIAENS.

Over het bakkeleien

In six studies in Quarrelling (London, Cresset, 1958) behandelt Vincent Brome zes disputen: Shaw vs. Wells, Shaw & Wells vs. H.A. Jones, Henry James vs. H.G. Wells, Dr. Coulton vs. Hilaire Belloc, G.K. Chesterton vs. Bernard Shaw en H. Belloc vs. H.G. Wells. Het opzet is zeker prijzenswaard. De jaren vóór, tijdens en na de eerste Wereldoorlog waren voor Engeland een periode van briljante, geestige, soms heftige discussie in tijdschriften, boeken en openbare vergaderingen en ze herleeft gedeeltelijk in dit boek. ‘Gedeeltelijk’, zeg ik, want de schrijver is in zijn opzet niet helemaal geslaagd. Brome heeft de ontwikkeling van de verschillende discussies nauwkeurig nagegaan. Hij tracht ze zo levendig mogelijk te maken door een hele reeks citaten en tussen de citaten in resumeert hij de argumentatie of geeft hij commentaar als bindmiddel en achtergrond. Door het voorbereidend werk voor zijn vroeger verschenen biografie van H.G. Wells heeft hij de behandelde periode blijkbaar zeer goed leren kennen, maar het is niet altijd gemakkelijk te onderscheiden tussen zijn résumé en zijn commentaar. Spijtig ook dat zovele van de behandelde onderwerpen voor ons zo hopeloos verouderd zijn: de Engelse oorlogvoering, de politiek van die jaren, de Fabian Society, vivisectie. Deze kunnen ons alleen interesseren in zo ver ze ons de twistende schrijvers leren kennen; intrinsiek zijn ze van minder belang. Waar het gaat om meer principiële kwesties, bv. de interpretatie van de wereldgeschiedenis (Belloc vs. Wells), de vorm van de roman (James vs. Wells), zijn de debatten van meer blijvende waarde. Maar door de veelheid van de behandelde onderwerpen mist het boek eenheid. Er wordt over te veel verschillende dingen geredetwist en over geen enkel schijnen de tegenstanders tot een voor beide partijen bevredigend resultaat gekomen te zijn. Ieder blijft tenslotte min of meer op zijn standpunt. De schrijver beschouwt ze te zeer als oefeningen in het twisten en niet genoeg als uitingen van een oprecht zoeken naar waarheid. Daarom interesseert hem de uitslag van elk debat ook minder. Hij zelf kiest nooit, hij laat zijn eigen oordeel achterwege. Waar hij het toch geeft, voelt men dat het hem moeilijk is niet bevooroordeeld te staan tegen zijn katholieke schrijvers. Zijn voorkeur voor Wells, die hij natuurlijk het beste kent, kan hij nauwelijks verbergen. Het boek blijft onbevredigend omdat elk dispuut zo onbeslist blijft. Maar daaraan heeft de menselijke zwakheid van de behandelde schrijvers, die ieder hardnekkig aan hun eigen mening (of vooroordeel) vastklampten, ook wel enige schuld.

MAURITS ENGELBORGHS.

[pagina 508]
[p. 508]

Mijn vader

 
Mijn vader heeft gevochten aan de IJzer
 
bij Ramskapelle, waar de wind gedijt;
 
mijn vader zwijgt, zijn ziel is uitgeschreid:
 
De graven van zijn vrienden zijn verbrijzeld.
 
 
 
Mijn vader vocht bij luitenant van der Cruijssen,
 
die abt werd van het klooster van Orval:
 
Zij leerden zwijgen; in de dodengang
 
zijn de gedachten thuis bij houten kruisen.
 
 
 
Mijn vader bouwde een huis om in te wonen,
 
de luitenant heeft zich een abdij gezet:
 
Zij droomden van een land, waar voor hun zonen
 
het leven goed zou zijn als een gebed.
 
 
 
Mijn vader heeft zijn grond bezaaid, gezuiverd;
 
hij werd pas eenzaam toen hij later zag
 
de honden onder vaderlandse vlag
 
aan het gebeente van zijn vrienden kluiven.
 
 
 
MAURITS VAN VOSSOLE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • A.G. Christiaens

  • Maurits van Vossole

  • Maurits Engelborghs

  • over Hubert van Herreweghen