persoonlijk. Een groot deel van de handelingselementen en van de psychologische karakterinhoud van Xanthippe is inventie van Lebeau. Het is hem ook niet om het vertellen van een antieke historie te doen. Hij wil integendeel een probleem, dat hem persoonlijk heeft getroffen, in een antiek verhaal vermommen zoals moderne auteurs vaak hebben gedaan, als voornaamsten bij ons: Karel Van de Woestijne, Walschap en Marnix Gijsen.
Het probleem dat Lebeau heeft geboeid is de blijvende tegenstelling tussen de mannelijke en de vrouwelijke natuur, de psychische dualiteit van man en vrouw, met de voortdurend daaruit voortvloeiende misverstanden en conflicten. Dit probleem ontstaat vooral in het huwelijk wanneer man en vrouw zich niet volledig richten naar samenvloeiing van hun belangstellingen, van hun denken en voelen. Het geval doet zich voor in de verhouding Xanthippe-Socrates omdat de laatstgenoemde voortdurend aangelokt en gestuwd wordt door zijn ‘daimoon’, de wijsgerige bespiegeling. Doch het is tevens in grote mate algemeen-menselijk omdat het zich herhaaldelijk voordoet bij de man die als geleerde, kunstenaar, of door werkzaamheid in het openbaar, gedurende het grootste deel van zijn leven in een wereld vertoeft waaraan zijn vrouw geen deel heeft. Deze toestand kan voor de liefhebbende vrouw zeer pijnlijk zijn. Hij kan bovendien bij de vrouw een gevoel van miskenning doen ontstaan. Dit is het lot van Xanthippe, zoals Lebeau het zag.
De vrouw vertelt haar levensverhaal in de ik-vorm tijdens de laatste nacht van haar leven, alvorens ze de giftbeker zal drinken om haar man in de dood te volgen. Haar autobiografisch relaas is voor haar kinderen bestemd. Het is grotendeels als een pleidooi pro domo bedoeld, opdat haar kinderen de diepe eerlijkheid van haar ziel, van haar onuitputtelijke liefde vooral, en al de pijnlijke moeilijkheden van haar bestaan zouden kennen alvorens ze sterft. De biecht die heel deze roman vult is echter nergens eenzijdig geforceerd, het pleidooi wordt nergens tendentieus feministisch; het gehele levensrelaas dwingt eerbied af en geeft een indruk van zuivere en grote menselijkheid.
Wij staan in dit werk voor een indrukwekkende karakterschepping. Xanthippe is uitgegroeid tot een zelfbewust, zeer intelligent en fijnvoelend, levenskrachtig, laten we maar zeggen groot karakter. Lebeau heeft zich niet enkel met objectieve en diepe ernst gebogen over het lot van de vrouw, dat er vaak in bestaat door de beminde man niet begrepen te worden, hij heeft zich ook met fijngevoelige intelligentie in de psyche van het vrouwelijk wezen verdiept. De gevoelens van het kind, het rijpende meisje, de volwassen jonge vrouw, de gehuwde worden met fijne sensibiliteit getekend, haar reacties op het milieu worden scherp aangevoeld. Boven haar concrete en indrukwekkende gestalte groeit Xanthippe uit tot het symbolisch beeld van de sterke vrouw, die alleen staat tegenover haar evenmensen, haar milieu, haar tijd, en er ons van overtuigt dat zij er moreel boven staat.
Sommigen zullen misschien betreuren dat Socrates hier niet optreedt als een levenskrachtige romanfiguur. Hij komt slechts vaag op het toneel en meest langs zijn kleine schaduwkanten. Dit houdt natuurlijk verband met het feit