het zich in Polen sinds tientallen jaren voortsleept, is echter dezelfde: de herinnering aan, het heimwee naar een van oudsher bekende horizont, naar afwisselende landschappen en woelige steden. De Italiaanse Renaissance, de Duitse romantiek, het Franse toneel en de Franse roman, verrijkt met een sterke dosis Poolse traditie, geest en fantasie, blijven steeds nog zichtbaar als de historische achtergrond van het hedendaagse letterkundig leven. Ondanks de kunstmatig verwekte mistbanken, ziet men van uit Warschau immer nog de torens van Rome, Berlijn en Parijs. De doorbraak van een literatuur wier thema's op het partijprogram afgestemd zijn, heeft het verleden niet kunnen verstikken.
Het materiaal, waarop deze vaststelling steunt, zou veel overvloediger zijn, indien wij het godsdienstig en geestelijk leven in zijn geheel beschouwen. De beperking tot het zuiver letterkundig gebied, zoals het beschreven wordt door het kommunistische weekblad ‘Polityka’, waaruit wij de hiernavolgende gegevens putten, verengt natuurlijk zeer onze blik, maar wat wij nog te zien krijgen, volstaat voor het ontdekken van een beeld, dat geheel in de lijn ligt van de traditionele Poolse hang naar de kultuur van het westelijk halfrond.
Welke auteurs werden in 1960 het graagst gelezen? - zo luidde de vraag die ‘Polityka’ de leden van de Poolse Schrijversvereniging voorlegde. Van de buitenlandse boeken bekwam Dokter Faustus van Thomas Mann verreweg de meeste stemmen. Daarna volgden de Amerikaan Warren met All the King's Men en de Fransman Aragon met zijn anti-burgerlijke romans. Max Frisch (Homo Faber), William Faulkner (Absolom) en Hemingway (For whom the bell tolls) kregen de vierde, vijfde en zesde plaats.
Op toneelgebied ging de voorkeur naar de opvoeringen van Kruczkowski's De eerste dag der vrijheid, Shakespeare's Richard III, Dürrenmatts Besuch der alten Dame, en ten slotte naar Arthur Miller en Sartre.
Indien hier ook een niet letterkundig genre ingeschakeld wordt, dan is het om erop te wijzen, dat de Sovjets - Dr. Zivago is, evenals talrijke andere boeken uit het buitenland een soort sluiklektuur, die slechts in vreemde talen voorhanden is - alleen in de film met Ballade van de soldaat een eervolle melding konden veroveren. Deze rolprent kwam met 10% der stemmen op de vierde plaats, na De Wilde aardbeien van Bergmann, de Franse productie Hiroshima mon amour en De Kruisridder van Ford.
Tussen de Polen zelf haalde Tadeusz Breza met 51% der stemmen voor zijn Romeins dagboek (Spizowa Brama) een aanzienlijke voorsprong op zijn mededingers. Ver achter hem kwamen bekende auteurs als Andrzejewski (De deuren des hemels), Iwaszkiewicz (Tartarak) en Brandys (De onbekende vorst Poniatoivski).
Om aan de hand van deze gegevens door te dringen in de huidige evolutie van het geestelijk leven der Poolse schrijvers, zou men deze en een aantal andere boeken der laatste jaren moeten gelezen hebben. Men zou daarenboven ook moeten weten of degenen, die de rondvraag beantwoordden, zich inderdaad zo vrij voelden als de Polityka uit de resultaten besluit. En ten slotte zouden wij ingelicht moeten zijn over de manier waarop de rondvraag gebeurde en over het karakter van de bevraagde vereniging. Op een bredere basis en onttrokken aan de scherpe blik van de almachtige partij, zouden de uitslagen waarschijnlijk nog duidelijker de Poolse honger naar ‘burgerlijke’ literatuur in het licht hebben gesteld.
JAN BRANS