- Maar jij drinkt toch nooit iets. Waar zou je dan bier vandaan hebben, hier in huis?
- Neen, ik niet... Ben je heel zeker dat er niets van die aard in huis is?
- Heel zeker, zei ik met klem.
Ze werd rustiger. Toch begon ze weer te zoeken. Nu in het bureel. Ze rommelde tussen een stapel papieren...
- Zijn het herinneringen die je zoekt? vroeg ik.
Er viel iets op de grond en ik raapte het op. Het was de foto van een mooi jong meisje. Ik schudde het hoofd bij de gedachte dat iemand met zulke vrouw zou kunnen samenleven, want in haar ogen was iets loens en haar mond was uitgesproken sensueel.
Moeder griste me de foto uit de hand en scheurde ze woedend aan snippers.
- Hoe komt dat ding hier? Ik heb spijt dat je haar bekeken hebt!
Voor de eerste keer was er opstand in haar stem.
- Wie is die... die vrouw?
- Weet je het niet? Werkelijk niet?
Moeder lachte TE uitbundig toen ik het hoofd schudde.
Ze begon weer in de bureelladen te zoeken. Ten slotte, omdat de tijd drong, greep ze alle papieren en propte ze in de kachel.
- Je moet er petroleum op gieten! eiste ze, met diezelfde angstige opstandigheid.
- Maar dat is gevaarlijk, moeder.
- We hebben niet veel tijd meer. Alles moet weg zijn voor hij terugkeert.
Ik goot petroleum in de kachel, er sloeg een gele vlam uit en eventjes meende ik dat er nu brand zou komen maar de angst om het hiernamaals was nog sterker en ik lachte schor omdat de papieren zo huilden in de vlammen.
- Niets mag blijven! En zeker geen foto van die... die... En geen sterke dranken! Weet je beslist dat er geen in huis zijn?
Ik had moeder nooit zo gezien. Ik moest haar van de kachel wegsleuren en dwingen in een zetel te gaan zitten.
De klok sloeg halféén. Moeder schrok op en wees naar de deur.
- Nu zullen ze hem brengen, fluisterde ze. Maak de deur open, jongen, dan kunnen ze gemakkelijk binnen... En schrik niet te zeer als het gebeurt...
- Wat zal er gebeuren? vroek ik beklemd.
De deur gaapte en de gang was een donkere lege holte; het hiernamaals kon binnenstappen.
- Hoor je niets?