Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 110(1965)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Maurits van Vossole Altamira De dieren staan honderd eeuwen geschilderd op het plafond. De tijd houdt niet op met sneeuwen, maar het zonlicht ontdekt de grond. Ik daal in een donkere kelder, maar zijn koepel is opgeklaard. Hier zijn nog de dieren de helden: de stier, de bizon, het paard. De mens tekent nog niet zichzelve: hij kijkt zich de ogen uit en schuilt onder lage gewelven waarover de aarde zich sluit. De zee is nog onbevaren vanwege het zeegedrocht, en de aarde wordt nog niet in aren verdeeld en verkapt verkocht. De hemel blijft nog gesloten, men kijkt er maar zelden naar op, en de stormgod steekt bij stoten uit de zee zijn gehoornde kop. Maar de droevige ogen der dieren erkennen de eerste stem: zij ontmoeten bij de rivieren de mens, en zij volgen hem. [pagina 116] [p. 116] Hier tekent de mens in verven zijn dierlijke bondgenoot, maar zijn broeder, hoog opgericht, groot... slaat hij de schedel aan scherven. Vorige Volgende