Boekbesprekingen
Populair wetenschappelijk over Hitchcock
Frans Sierens, van wie wij kort geleden de roman De kippen lazen, blijkt ook een onderlegd filmcriticus te zijn. In de populairwetenschappelijke Zwarte-Beertjesreeks van A.W. Bruna te Utrecht verscheen van zijn hand een uitgebreide studie over Alfred Hitchcock (nr. 688, 192 blz.) - een rijkelijk gedocumenteerde studie met namenregister en bibliografie incluis, die wij graag aan alle cinefielen aanbevelen. Wij hebben altijd gedacht dat Hitschcocks suspense-films (de andere lijken ons van veel minder belang) een gedroomde kluif zijn voor vermoeide intellectuelen. Op een paar uitzonderingen na, waarbij wij ook zijn twee laatst bij ons vertoonde films rekenen, waarborgt een avondje uit met de ‘master of suspense’ steeds een speciaal intellectueel amusement. Frans Sierens neemt het oeuvre van Hitchcock echter méér au sérieux. Dit zal geen enkel insider verwonderen als men weet dat Schr. in zijn analyses en interpretaties zeer nauw aansluit bij het Hitchcock-boek van Rohmer en Chabrol.
Men weet dat de critici van Le Cahiers du Cinéma en eveneens sommige critici bij ons allerlei ‘metafysische’ bedoelingen hebben toegedicht aan Hitchcocks thrillers, waarin men met steeds meer nadruk de persoonlijkheid van de cineast en diens wereldbeschouwing heeft trachten terug te vinden. Het blote feit alleen al dat Hitchcock slechts voor een paar van zijn films het scenario zelf bedacht, zou hier al moeten tot voorzichtigheid aansporen. Bovendien blijkt de cineast zelf herhaaldelijk verrast opgekeken te hebben bij sommige doodernstige vragen van zijn diepzinnige interviewers (Fr. Sierens citeert zo een paar rondborstige antwoorden van een wat verveelde Hitchcock). In de Hitchcock-kritiek deed zich het paradoxale feit voor dat recensenten en essayisten meer en meer ‘onder de oppervlakte’ van zijn films wilden zoeken naar wijsgerige intenties, zoals Fr. Sierens het uitdrukt (134), terwijl deze films meer en meer afgleden naar het spectaculaire. In de grote periode van de mechanische raadselthrillers met hun meesterlijk geserreerde structuur rond een minimaal gegeven (een sleutel bijv.), zoals The Rope, Notorious, Under Capricorn, was er nog geen spraak van de denker Hitchcock. De laatste tijd daarentegen, nu de master naar mijn oordeel zelfs de suspense-pedalen een beetje kwijt is, vindt de kritiek hem van langsom diepzinniger.
Ondanks zijn zin voor kritiek heeft Frans Sierens in zijn nogal wijdlopend en enthousiast geschreven boek de figuur van Hitchcock, de jansenist en misanthroop, vooral van uit dat oogpunt behandeld. Wij lazen in dit boek boeiende uiteenzettingen over de mechanische thrillerlogica, de formele perfectie, de sensualiteit en de humor in Hitchcocks films, maar wij zijn zo vrij bijv. niet van ‘een meesterwerk tout court’ (91) te spreken in verband met Vertigo, dat Schr. o.i. onder bovengenoemde invloeden heeft overschat. Dit belet ons niet dit boek van Frans Sierens hartelijk te begroeten als een van de weinige serieuze uitgebreide filmkritische essays in Vlaanderen.
M. Janssens