Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.12 MB)

ebook (5.29 MB)

XML (1.93 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117

(1972)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 452]
[p. 452]

De laatste ronde

Erratum

In het opstel van Frans de Haes over Maurice Blanchot (mei 1972) zijn enkele fouten geslopen.

Op blz. 285 heet Françoise Collin ten onrechte François. Op blz. 286 moet ‘zingende eenheid’ gelezen worden als ‘zingevende eenheid’. En op blz. 82 is ‘la manque’ een drukfout voor ‘le manque’.

Zoveel Frans kent onze medewerker wel.

Redactie

Brussel

Moi, je suis d'avis qu'on doit être bilingue, zegt mij mademoiselle De W., zevenenzeventig, die mij alleen nog in de taal van burgemeester Cooremans te woord kan staan.

Ik knik, want wat zul je zeggen? Met Frans de Cort (1834-1878) zing ik inwendig op Florimond van Duyses melodie:

 
O mijn Neerlandsch,
 
ja mijn Neerlandsch,
 
dat houd ik steeds in eere!

Immers, mademoiselle De W. is Frans De Corts kleindochter.

Ludo Simons

Tekst 9

Als hij aan zijn jeugd terugdenkt, schiet hij vol namen. Net een folklore.

Maar zichzelf ziet hij er zelden onder.

Heehee, weer kind te zijn.

Een paar dochters van hem zwieren door de bomen, ze jagen de duiven op, plunderen de bessestruiken.

En komen binnen, kijken hem onderzoekend aan. Kijken naar hun folklore.

Luc ter Elst

Tekst 10

In talloze woorden kruip ik weg. In de stilte kruip ik, hoezeer zij ook fluistert over mij die eigenlijk wel grappig eenzaam ben.

Dit zijn de nadelen van de schelp: je hoort er de stilte in ruisen, je hoort er talloos jezelf.

Schelpen kan je nuttig stuktrappen.

Luc ter Elst

[pagina 453]
[p. 453]

Tekst 11

Hij ging om het hoekje. Ik hem achterna. Hij is er in zeven haasten gestorven. Ik heb aan haasten een broertje dood. Het was dan ook mijn broertje die ik daar vond.

Ik heb hem gewetensvol begraven. Put leeg, put vol. Put omgekeerd waarop ik zitten ging, ellebogen op de knieën. Mijn knieën. Het hadden de zijne kunnen geweest zijn. Ik doe alles oppervlakkig. Maar ik had hem op de buik gelegd.

Ik mijmerde. Vooreerst: waar blijven de grafdelvers met de resterende aarde? Secundo: mijn broertje beweerde dat het steeds anderen zijn die sterven. (Hij zat dan op een hek, spuugde mispelpitten naar een loze schaduw.)

- Dit keer deed jij het, zei ik en ging achteroverliggen.

- Wie zelf sterft, is er meteen niet meer bij, antwoordde hij ondergronds.

- Nù zijn we toch samen?

Hij lachte.

Het werd heel stil hier om het hoekje.

Zo hebben ze ons gevonden.

Luc ter Elst

Lees je niet te pletter

Je kunt nog moeilijk aan de cultuur ontsnappen tegenwoordig. Zelfs autorijden kan een culturele dimensie krijgen, als je tenminste tankt bij BP, want die geven pocketboeken als premie. Wat moet je nu eigenlijk doen: juichen om de promotie die het boek gegeven wordt, of grienen om het feit dat boeken voor deze verlakkerij gebruikt worden?

In elk geval moet men zich verwonderen over het feit dat boeken als lokmiddel blijkbaar interessant zijn. BP ging niet over één nacht ijs. In beide taalgebieden werden telkens een 2000-tal interviews afgenomen en de conclusie was dat boeken misschien zelfs nog interessanter waren dan de long-drink glazen die vroeger zulk groot succes bleken te hebben! Dat wordt dubbel verwonderlijk als men weet, uit het onderzoek van het ‘Universitair Instituut voor Opiniepeiling’, dat in België 1 op 3 mensen nooit ofte nimmer een boek leest. En ze zullen wel allemaal drinken, veronderstel ik.

Vlamingen hoeven, tussen haakjes gezegd, niet in zak en as te zitten om hun aantal boekheidenen. Het is elders niet beter. In ‘Le Courrier de l'Unesco’ van januari 1972 geeft Robert Escarpit in zijn interessant artikel ‘Le faim de lire’ nog enkele cijfers: in Italië leest 40 pct. van de bevolking nooit een boek, net zoals in Hongarije, in Nederland verklaarden 40 pct. dat ze niet graag lezen en in Frankrijk, het cultuurland bij uitstek, zoals in alle schoolboekjes en in de memoires van De Gaulle te lezen staat, neemt 53 pct. van de bevolking nooit een boek vast.

En laat het nou juist in Frankrijk zijn dat verleden jaar een ander benzinemerk (Elf) dergelijke boekenactie lanceerde! En met succes blijkbaar.

Voor het bepalen van de te selecteren titels heeft BP in België vijf studies uitgevoerd. Eerst werden de lectuurgenres naar hun populariteit onderzocht. Op basis daarvan werd, voor elk taalgebied, een lijst van zeventig titels opgesteld, en die werd dan langzaam en zorgvuldig uitgefilterd tot men voor elke taal tien

[pagina 454]
[p. 454]

titels overhield.

Hierbij moest uiteraard rekening gehouden worden met de mogelijkheden van de meewerkende uitgeverijen, in dit geval Het Spectrum met de Prisma-reeks voor Vlaanderen en Marabout voor Wallonië. Vlaanderen bleek bijvoorbeeld belangstelling te hebben voor ‘Het menselijk tekort’ van Malraux, maar dat ging niet door, want ‘Het Spectrum’ kon de copy-rights niet krijgen. Er werd beslist geen rekening gehouden met de reeds behaalde omzetcijfers bij het samenstellen van de collecties. En die zagen er dan uiteindelijk, in volgorde van voorkeur, zo uit:

Voor Nederlandstaligen:

-Beroemde gevallen van gerechtelijke dwaling (H. Mostar)
-Vlaamse verhalen
-Het geheim van Dr. Warren (G. Graig)
-Ruimtevaart vandaag en morgen (W. Petri)
-Het Ardennenoffensief (R.E. Merriam)
-Pieter Bas (G. Bomans)
-De zaak Lindbergh (O. Demaris)
-Een kogel voor de generaal (P. Turnbull)
-De verliefde butler (Wodehouse)

Voor Franstaligen:

-Les grands proces d'Assises (M. Montarron)
-Le front noir contre Hitler (O. Strasser & V. Alexandrov)
-Jeux interdits (F. Boyer)
-La tulipe noire (A. Dumas)
-Le retour du Dr. Solard (E. Seifert)
-Omnibus pour l'espionnage (K. Singer)
-Salambo (G. Flaubert)
-A perpétuité (Zeno)
-Le lys dans la vallée (H. de Balzac)
-Malpertuis (J. Ray).

En nu kunnen de puzzelaars aan de slag. Deze twee lijstjes moeten toch wel iets vertellen over een zo boeiend en actueel onderwerp als overeenkomsten en verschilpunten van de twee taalgemeenschappen.

Er zijn beslist overeenkomsten: elk lijstje wordt aangevoerd door een processenboek. In beide reeksen zijn 6 op 10 boeken fictie, w.o. telkens een doktersroman en een horror-verhaal. En in beide verzamelingen komt de oorlog best aan zijn trekken. Dus dat zit wel snor, we kunnen alsnog overeenkomen, en tot een burgeroorlog besluiten.

Er zijn natuurlijk ook opvallende verschillen. Bij de Vlamingen ontbreken de klassiekers, die bij de Fransen aardig voor de dag komen (Dumas, Flaubert, Balzac). Maar dat komt, vermoeden de BP-enqueteurs, door de invloed van de televisie. En dat zou ook de verrassende tweede plaats van de Vlaamse verhalen verklaren: er zitten schrijvers in als Claus, Streuvels, Teirlinck, ook wel bekende namen dank zij t.v. (en film). En bovendien blijkt duidelijk dat de Vlamingen meer zin voor humor hebben (Bomans en Wodehouse). Wie had dat nu ooit kunnen denken? We kunnen de toekomst monkelend, lachend, schaterend, gierend, schuddebuikend tegemoet zien.

Fernand Auwera

Euforismen

*Een echte literaire uitgeverij heeft soms meer schrijvers dan lezers.
*Kleine mensen staan soms in een grote schaduw.
*In al dat lawaai van de oorlog hoort men zijn eigen schoten niet meer.
[pagina 455]
[p. 455]
*Het zijn dezelfden die graag mannen slaan, die graag vrouwen strelen.
*Officiëlen leggen altijd de eerste steen, nooit de laatste.
*Wie op zijn voorste tenen wordt getrapt, durft wel eens op zijn achterste poten te gaan staan.

Willy Sneeuw

Radicaal vereenvoudigen

Wij lazen in de verzenbundel van een jongere de volgende strofen, die ons toch verrast hebben. Niet omdat zij ons aan een vroegere periode in de Afrikaanse spelling doen denken, wel omdat zij aantonen over welke mogelijkheden ons Nederlands beschikt zodra men besloten heeft de weg van de hernieuwing en de vereenvoudiging radicaal ten einde te gaan. Wie de dichter is doet niets ter zake. In ieder geval blijkt zijn poëzie meer waard dan zijn orthografie.

 
Zij weten de hand
 
di heerst het oog dat boort:
 
gebaren, noojt
 
komen ze het laagland te boven.
 
 
 
Een huis is mij je huid je ogen
 
mijn warme vogels voorgoed
 
Zi de mewen vligen op zo laat ze zweven
 
in onbedaarlek evenwicht.
 
 
 
Rechtvaardeg wijd zich de linkerhand
 
aan dit bedrijf en vordert,
 
vordert jou beweegt
 
je grondege sappen gunt je geen betijen.
 
 
 
Dit na het viren vries en vreselek
 
bijwijlen buigzaam in dit noorden heers
 
op handen draag ik breng ik haar
 
het beeld waarin ik ons herdenk en eneg
 
eens tot leven dwing tot spreken toe.

Om ons niet gelaten, dat ieder vrij zijn eigen spelling heeft. Vooral degenen die het gaarne gemakkelijk hebben. Dan zullen er geen fouten meer gemaakt kunnen worden en het Nederlands zal de eenvoudigste taal van de wereld geworden zijn. Een taal voor analfabeten, voor creatieve, ludieke en ongecomplexeerde hernieuwers. Maar zullen er dan geen contesteerders zijn, die om dwars te kunnen zitten, naar de spelling van Siegenbeek terug willen?

André Demedts

Four-letter word

Misschien zal het grote gat onder foto 5 opvallen aan wie het nieuwe fotoboek Antwerpen Provincie ter hand neemt. Foto 5 stelt de beroemde Vlaaikensgang voor, het smalle bochtige slop achter de Antwerpse kathedraal, waar des zomers het beiaardspel van de toren het zuiverst te horen is.

Dat gat is niet bedoeld. Simons, die de bindteksten voor het fotoboek verzameld heeft, vond dat hij juist op die plaats het ideale stukje gedicht gevonden had om Gilbert d'Haens foto te illustreren. Op de drukproef stond daar nog Gilliams' vers:

 
De stenen engel aan de Cathedraal
 
heft zijn balans te middernacht voor die bezwijken.
 
Het heir der luizen kraakt. De katten zijken
 
in kromme gangen waar geen tocht door jaagt.

Maar op het afgedrukte boek staat daar niets meer.

Ludo Simons


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Ludo Simons

  • Luc ter Elst

  • Fernand Auwera

  • Willy Sneeuw

  • André Demedts