Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 121(1976)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 746] [p. 746] Willy Roggeman / 5 Gedichten uit ‘Alef / Farao’ (1968-1969) Allegro barbaro Klonters verfrood in de lentekruin binden de mensboom aan illusie. Is schroeiing van vleugels hoorbaar op het terra cotta van ruimte-ovalen? Korstvorming, de lippen woordzomers. Van de handpalmen het glas, pijnkras. Breken de avondvruchten wanhoop op de fruitschalen van het niets. De nachten drijven scholen stiltevissen ruglings in het spoor van ijltevegen. [pagina 747] [p. 747] Bartók, strijkkwartet 4, beweging 3: non troppo lento Bloedt de alef aan de pijnscherf haar menselijkheid tot open wonde, het kruim van de waancel blijft eetbaar brood de man, krater van ontzetting waarin het licht de knopen van de uurdissonanten ontbindt. Het lichaam spant in vioolsnaren zijn beweging tot blindheid en gloeiing. Filigraancurven zilveren op breuksteenijlte. Het raadsel in de stilteraten kleurt het klankweefsel zijn vrijheid. [pagina 748] [p. 748] Bartók, strijdkwartet 3, prima parte (moderato), ponticello Horizonten van breinbokalen bloeden doorzichtig het andante van goudvissen. Buiten vlokt het waanmerg vrouw de stiltegazons verder tot vergeten. Te zelden raadt de mancurve haar zonspiralen in het klankklimop. Ratelslangen schuiven het glasoor langs dreigend de tijdholte binnen. [pagina 749] [p. 749] Fossiel (elementaire denkdeeltjes bij een smeredis macrotus, oligoceen) 1. Steentransparantie van vin en graat. Wie ademt ruimte lichtzak, kleurvlies op horizonten spoorloos verlies van bepoedering: zijn? 2. Illusie van gouden zachtheid, huidschubben zonspeling en oogknoop. De geest schept het weefsellied op steennegatief. Teken, en toch van concretum trilling op corteximpuls. Wie ijkt de meetlat tijd? [pagina 750] [p. 750] 3. Stolling van bewegingsbreuk, wereld beknelling in zwijgen. Als zwelling van lithopedia sluit de curve der mogelijkheden. De vis zwemt de oogvijver in: spiegeleffect op ik-aquarium. Fictie? 4. Getuigenis door contour. IJltering en voltevlak. Enigma van aanwezigheid, van fixering kwadratuur: in wurging van natuurgeweld, in ontspanning van woordlong. Wat is toen, wat nu? Duurzaamheid. Uit(d)rukking. [pagina 751] [p. 751] Alef Sibyllisch het handgebaar dat hersenkwabben openplooit tot halve sferen van a priori's, roodt de pijnkleur in de ringen van de lustslang. Wijntatoeëringen op het hart. Zwavel op het buikvel. Gouddraad in de curven lichaam trekt spiralen tederheid. Schaduw in vioollenden is onbespeelbaar. Insnoering zonder deling wurgt de tijd. Breekt zij de moederkoek van zijn woord- lippen, nooit eet zij het kraakbeen liefde. Vorige Volgende