Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 129 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 129
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 129Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 129

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 129

(1984)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 458]
[p. 458]

Jaak de Maere
Noordnederlands proza

Klinkhamer, De hotelrat en andere verhalen. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage, 1983
Peter Smit, Onbegonnen werk. Veertien verhalen. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage, 1983
Peter ten Hoopen, De liefdeskever. Zeven verhalen. Bert Bakker, Amsterdam, 1983
M. van Amerongen en R.O. van Gennep (redactie), Het orgasme van Lorre. Nieuwe verhalen, gedichten en artikelen. Van Gennep, Amsterdam, 1983.

Naast de voltreffer van Hella S. Haasse heeft het einde van 1983 weinig hoogstaand proza opgeleverd. De tenoren die wat nieuws aanboden, hebben zich ten hoogste herhaald (Wolkers, Hermans); de mindere goden hebben niets opzienbarends gepresteerd. Een goede gelegenheid dus om de schijnwerper te richten op enkele nieuwe of minder populaire auteurs, die wegens de kwaliteit van hun verhalen de aandacht verdienen.

Klinkhamers eerste roman, Gehoorzaam als een hond, had het vreemdelingenlegioen als onderwerp. Het werk werd nadrukkelijk in de schijnwerpers geplaatst, maar ten onrechte: het bevatte veel Jan Cremerachtige branie, maar had te weinig diepgang en vormkracht. Zijn eerste verhalenbundel, De hotelrat en andere verhalen, zal waarschijnlijk veel minder publiciteit krijgen maar is toch beter: al is de kwaliteit ongelijk (soms lijkt het of er verschillende auteurs aan het werk zijn geweest), het geheel is gevarieerd en boeiend.

In de zes verhalen levert er telkens een eenzaat strijd met de maatschappij en meestal ook met zichzelf. De hoofdpersoon is tot die strijd bereid en neemt de uitdaging aan, maar hij delft het onderspit tegen de maatschappelijke overmacht (Maya Morra 1972), tegen eigen tekorten (het titelverhaal) of het noodlot (De ikoon). De situering is zeer gevarieerd: er zijn veldslagen in het jaar 9 en het jaar 14 en exotische verhalen die zich in 1880 en 1972 afspelen, maar die variatie benadrukt slechts de universele hopeloze zwakheid van het individu.

Klinkhamer is zwak in het scheppen van dialogen (de lange gesprekken in het titelverhaal zijn soms bijna lachwekkend), maar anderzijds sterk in de combinatie van innerlijke spanning en uiterlijke gebeurtenissen en in het oproepen van de bij het kader passende sfeer. Het gebeuren verloopt lineair (flash-backs worden duidelijk in het gedachtenverloop van

[pagina 459]
[p. 459]

de personages geplaatst), maar de perspectiefmethode is merkwaardig: in het geheel van het verhaal is er een focaliserende hoofdpersoon, maar zodra hij met een ander personage geconfronteerd wordt, neemt deze figuur tijdelijk de focalisatie over. De focalisatie is steeds op de andere gericht en leidt dan ook tot onzekerheid: in de meestal bruuske en korte confrontatie kan de focalisator alleen maar gissen naar de situatie van de tegenpool, en hij gist meestal verkeerd. De lezer overstijgt de hoofdpersoon en krijgt inzicht in de drijfveren van de verschillende personages; desolaatheid, beperktheid en onmacht worden er groter en tragischer door.

Als Klinkhamer de gelegenheid krijgt door te werken buiten het licht van de schijnwerpers, wordt hij zeer waarschijnlijk een boeiend auteur.

 

Peter Smit heeft in zijn debuut een aantal verhalen verzameld die eerst zijn verschenen in het beruchte studentenblad Propria Cures. De sfeer die voor het blad kenmerkend is, vindt de lezer ook terug in Onbegonnen werk, een bundel met veertien verhalen.

We kunnen de verhalen het best typeren als brutale, simplistische studentenlol, waartussen hier en daar sporen van talent opduiken. Dieptepunten bereikt het boek wanneer commentaar wordt uitgebracht op moderne maatschappelijke verschijnselen (Staken); hoe directer referentieel het episch gebeuren pretendeert te zijn, des te meliger is het.

In de meeste verhalen beleeft een ik-personage allerlei avonturen. Soms zijn het verslagen van practical jokes waarvoor de ik-figuur uitvoerder (Eerst betalen, dan afleveren) of slachtoffer is (Mesmaker). Elders gaat het over de eerste schreden van het personage in een nieuw milieu; de ik-figuur is een ongenadig waarnemer van de anderen, maar blijft zelf buiten schot. Geregeld gaat de realistische sfeer van het Amsterdamse studenten- of beroepsleven verrassend over in het fantastische, zoals in Atlantic crossing, waarin een Nederlander de Atlantische Oceaan overzwemt, en ook weer terugzwemt wanneer hij vaststelt dat hij in New York uitgebreid zal gevierd worden. Smit is nog lang geen Belcampo, maar die fantastische verhalen zijn de beste. Kostelijk bijvoorbeeld is Wodka kaltgestellt, waarin de hoofdpersoon terechtkomt in het naar Russisch model functionerende strafkamp van de Nederlandse communistische partij in Amsterdam. Ook de als raadgevingen ingeklede verhalen (Wat verstrooiing over de behandeling van bejaarden, Nationaal herstel over de heropleving van Nederland) zijn niet onaardig.

Peter Smit is er nog lang niet: zijn taalmiddelen zijn pover, zijn thematiek is beperkt, zijn bravoure is onecht en irritant. Misschien mogen we

[pagina 460]
[p. 460]

van hem later toch nog verdienstelijk werk verwachten in de fantastische sfeer.

 

Peter ten Hoopen is al actief geweest als vertaler, journalist, dichter en romancier, maar veel weerklank heeft zijn werk nog niet gevonden. Ten onrechte, zoals weer blijkt uit De liefdeskever. De bundel biedt zeven verhalen van meestal voortreffelijke kwaliteit. Telkens is het thema de confrontatie van het Westen en de Derde Wereld. De confrontaties gebeuren altijd in het exotische kader (Kongo, India, Sri Lanka...) en in onze tijd, ook al wordt die tijd zelden precies aangegeven (het leven verloopt immers meer volgens het exotische ritme dan volgens het onze).

De auteur probeert telkens in een dertigtal bladzijden een ambitieus programma te realiseren. Hij creëert een zeer geconcentreerd geheel van gebeurtenissen, dat in gang wordt gezet door de botsing van twee werelden die door elkaar gefascineerd worden maar nooit harmonisch naar elkaar toegroeien. De Derde Wereld komt daarbij niet minder aan bod dan het Westen; hij wordt niet geïdealiseerd, maar via de eigen denkwereld en gevoelsstroom van zijn vertegenwoordigers als helemaal verschillend van de onze voorgesteld (De wet van Karma, Een pijnlijk huwelijk), wat voor de westerse lezer een bijkomende ontdekking is. Beide werelden worden ook innerlijk gerealiseerd: soms wordt één ervan duidelijk via gedragingen van zijn vertegenwoordigers (de blanke in het titelverhaal, de inwoners van Sri Lanka in Een waardevol bezit), maar meestal heeft de lezer toegang tot het innerlijk van beide personages. De manier waarop dat gebeurt, is onvoorspelbaar en dikwijls zeer inventief. Zo biedt Citroenen voor Yvette een zeer snelle alternatie van focalisaties met bijzonder verrassende resultaten: het verloop van de gebeurtenissen wordt geretardeerd op het moment dat de lezer bijna gedwongen wordt tot anticipatie, maar nadat ondertussen een ander personage ver verwijderde gebeurtenissen gefocaliseerd heeft, blijkt de anticipatie volledig onjuist - terwijl even daarna toch het verwachte gebeurt (40-41).

Het geheel is zowel concreet als exemplarisch voor een universele relatie. Het exemplarische wordt dikwijls benadrukt door de gedachten van een personage (Een waardevol bezit), door de manier waarop de polarisatie plaatsgrijpt en door de middelen waarmee de partijen proberen hun doel te benaderen: ook als ze integratie met de andere pool nastreven, doen ze dat met middelen die specifiek tot het domein behoren waaruit ze afkomstig zijn (Orang Moko, De Liefdeskever). De afloop is soms tragisch, soms komisch, soms alleen maar bevreemdend; de lezer weet door zijn inzicht in de verschillende personages meer dan elk personage afzon-

[pagina 461]
[p. 461]

derlijk (dat meestal slechts zijn vooroordelen bevestigd ziet), maar hij moet zijn eigen conclusies trekken: echt gemoraliseerd wordt er niet.

Peter ten Hoopen heeft met zijn verhalen iets te veel gewild, zodat ze soms te overladen zijn. Maar hij heeft ook veel bereikt: in een zeer trefzekere stijl brengt hij twee complexe werelden tot een meeslepende epische combinatie. Hij kan nog een belangrijk auteur worden.

 

Het orgasme van Lorre is ‘een gevarieerde verzameling opstellen, polemieken, marginalia, hartekreten, portretten, poëzie, letterkundig proza en zelfs een serie erotische prenten’ (7). De medewerkers kregen de opdracht ‘eindelijk eens dat prachtige stuk te schrijven, dat zij/hij al zolang onder het hart droeg’ (7). Het is de bedoeling dat deze eigentijdse variant van het spectatoriale geschrift het begin wordt van een traditie.

Het boek is een bont allegaartje. Zevenentwintig auteurs presenteren een bijdrage, en de lezer vraagt zich tevergeefs af wat de samenstellers bezield heeft. Hoe zijn de medewerkers gekozen? De dichters behoren tot de besten van Nederland (Eijkelboom, Nooteboom, Bernlef, Judith Herzberg, Kopland, Van Toorn); de prozaschrijvers staan daarentegen niet op dezelfde hoogte (Krol, Pauka). Tegenover drieëntwintig bijdragen uit Nederland staan er vier uit het buitenland (Oscar Wilde, Flora Tristan, Rotraut Hackermüller, Breyten Breytenbach); niet iedereen heeft dan ook in opdracht gewerkt, zoals in de inleiding wordt gesuggereerd. Evenmin gaat het telkens om een ‘prachtig’ stuk, zoals de lezer ook al wordt voorgehouden: sommige bijdragen van fictioneel proza zijn uitgesproken zwak, auteurs van zakelijk proza hebben soms zomaar een door-de-weekse bijdrage genomen zoals ze die gewoonlijk in een opinieweekblad publiceren. Iets nieuws is er dan ook niet te vinden: blijkbaar hebben de moderne auteurs hun best gedaan om hun imago te bevestigen.

Dat betekent niet dat het werk geen interessante aspecten heeft. Voor een buitenstaander - bijvoorbeeld een Vlaming - biedt het een uitstekend beeld van wat er in cultureel geïnteresseerd Nederland omgaat. Hij zal ontdekken dat er voor zijn land weinig of geen belangstelling is (géén bijdrage door een Vlaming of over een aspect van Vlaanderen), en vooral dat Nederland een zeer didactisch en moraliserend land is (gebleven). De fictionele bijdragen gaan de referentiële kant op (een gelegenheidsgedicht van Breyten Breytenbach, een wel zeer doorzichtige parabel van Piet Grijs), de historische teksten behandelen arbeids- en gevangenistoestanden uit het verleden (Wandelingen door Londen van Flora Tristan, brieven van Oscar Wilde).

Maar het zakelijke proza spant toch de kroon. Daarbij blijkt een voor-

[pagina 462]
[p. 462]

keur voor allerlei merkwaardige verschijnselen en randfiguren, zoals die elders bij auteurs als W.F. Hermans en Wim Zaal wordt aangetroffen. Hier voert Offermans z'n Beestenspel op (over exotische dieren) en Boudewijn Büch Het orgasme van Lorre of de gekte van de Duitse wetenschap (over extravagante cultuur- en rassentheorieën). Er valt ook heel wat te leren: over de laatste dagen van Kafka (Rotraut Hackermüller), over Macbeth (Martin van Amerongen), over inspraak in de universiteit (Annemarie Grewel).

De dominerende vorm van zakelijk proza is echter de column; de ziekte van intellectueel Nederland is het columnisme. Deze zo typerende uiting van democratisering en politieke volwassenheid heeft in Nederland in dag- en weekbladen tot een explosie van materiaal geleid. Daarbij verzamelen de columnisten zich geregeld om één bepaald ‘item’, in feite een gelegenheid om op elkaar in te hakken. In Het orgasme van Lorre hebben ze soms niet de moeite genomen hun bijdrage in een ruimer perspectief te plaatsen: Lolle Nauta levert met De vredesfascisten van het IKV een zoveelste repliek in het rakettendebat, Jan Blokker uit de zoveelste klacht tegen de vertrossing in De F-Side van de media, net alsof het hun wekelijks produkt was. De werkelijkheid wordt gefictionaliseerd: de reële tegenstellingen geven de columnist de gelegenheid uit te blinken, de redenering staat in dienst van het effect, de spitse formulering wordt doel op zichzelf, men wil niet echt overtuigen maar retorische trucs uitspelen. De behandelde realiteit wordt een voorwendsel voor stilistische en retorische schittering. Het is dan ook geen wonder dat de zoveel minder gestileerde klachten van Oscar Wilde en Flora Tristan uit de negentiende eeuw in hun geschoktheid en morele verontwaardiging ook nu nog meer indruk maken.

Als Het orgasme van Lorre het begin is van een nieuwe trend, dan hopen we dat een andere mentaliteit het zakelijke proza erin zal domineren, en dat het fictionele proza op een hoger peil zal staan. Er zullen beslist weinig lezers ademloos op het vervolg ervan wachten, en dat was toch de bedoeling van de samenstellers. Wie een traditie wil vestigen, zal met meer talent over de brug moeten komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De liefdeskever

  • over Het orgasme van Lorre: nieuwe verhalen, gedichten en artikelen


auteurs

  • Jaak De Maere

  • over Peter Smit

  • over Peter ten Hoopen

  • over Martin van Amerongen

  • over Rob van Gennep

  • over Richard Klinkhamer