Rudolf van de Perre
Kroniek
Van duisternis en licht
Werk van Erik van Ruysbeek, Dirk Desmadryl en Pieter Aerts
In het ‘Ten geleide’ van zijn in 1981 verschenen Verzamelde gedichten schreef Erik van Ruysbeek over zijn poëzie: ‘Veel meer dan gedichten in gebruikelijke Europese zin, zijn ze ervaringsoefeningen, meditaties, verwezenlijkingsmomenten, ontdekkingstochten op dit geestelijk itinerarium’ (p. 6). Met dit laatste bedoelt hij zijn werk, dat hij als een ‘metafysisch itinerarium’ omschrijft.
Die geestelijke zoektocht is het resultaat van een lange ontwikkeling, die hem uit de sfeer van het naoorlogse existentialisme naar een kosmologisch dichterschap heeft geleid.
De Griekse natuurfilosofen, het oosterse denken en de studie van de fysica hebben hem geleerd de enge grenzen van onze beperkte, materiële ervaringswereld te doorbreken. De mens is slechts een ‘stoffelijke’ afglans van een veel grotere, metafysische werkelijkheid, die al het geschapene in een harmonisch eenheidsbeeld opneemt en verenigt.
Het streven van Van Ruysbeek is erop gericht die volstrekte harmonie te (her)vinden. Al schrijvende legt hij daarvan getuigenis af. In altijd bredere concentrische kringen, rond een middelpuntvliedende kracht, ontwikkelt hij zijn visie en hij geeft meteen ook de stadia aan van zijn ‘zelfrealisatie’ op de weg naar de kosmische eenwording. De toestand van het niet meer wensen, het doorbreken van ruimte en tijd, heeft hem voorbij de fysische werkelijkheid gebracht, die metafysica heet.
Ongeveer gelijktijdig verschenen bij de Leuvense Schrijversaktie twee nieuwe publikaties, die dit alles bevestigen en aanvullen. De eerste is een tweetalige Nederlands-Spaanse uitgave Die vreugd behoort u toe / Esta alegría te pertenece (Leuvense cahiers, nummer 41, 1983, 152 blz.), een bloemlezing die tot stand kwam in het kader van het Europese poëziefestival 1983. De teksten werden vertaald door Ria Deckx de Escribano en Justo Jorge Padrón. De keuze werd ingeleid door Paul Gillaerts, die onder de titel ‘Oefeningen in metafysica’ een verhelderend overzicht brengt van Van Ruysbeeks evolutie. De bloemlezing zelf is niet chronologisch, maar thematisch opgevat rond de motieven: de natuur (het woud) en de liefde, de metafysische ervaring, de dood als uiteindelijke