De auteur verdient dus onze allereerste aandacht. In het kader van een voorwaardenscheppend en stimulerend beleid, vooral de debuterende auteur.
Het overheidsbeleid ten aanzien van literatuur beperkt zich totnogtoe tot het aankopen van boeken - steun aan uitgevers - het toekennen van werkbeurzen aan auteurs van schone letteren, het uitreiken van literaire prijzen en het ondersteunen van literaire tijdschriften door middel van abonnementsafname of rechtstreekse toelagen.
Dit alles samen voor een bedrag van 22 miljoen fr. per jaar.
Het Gentse Poëziecentrum geniet als instelling van een toelage en de ‘Schrijverslijst lezingen’ - die een enorm succes kent - geniet een verhoogde toelage tot 3,5 miljoen fr. voor 1986.
Enkele literaire verenigingen kunnen eveneens aanspraak maken op subsidiëring.
Zonder afbreuk te willen doen aan deze bestaande voorzieningen lijken ze me zeker voor wijziging vatbaar. Accentverschuivingen zijn mogelijk en noodzakelijk doch wellicht onvoldoende.
De belangrijkheid van de auteur werd reeds vooropgesteld. Een manuscript dat in de lade blijft liggen, levert noch hem noch de gemeenschap ook maar iets op. Om heel wat auteurs te helpen loskomen uit hun toch meestal ongewild isolement zijn tal van maatregelen ten aanzien van zowel henzelf als van de uitgeverijen en het potentiële publiek noodzakelijk.
Het leenrecht bijvoorbeeld, te meer daar het in Nederland reeds van kracht is, kan de situatie van de Vlaamse auteur aanzienlijk verbeteren. Het uitdokteren van een gunstige en haalbare leenrechtregeling beschouw ik dan ook als een noodzaak.
Het stimuleren van vertalingen werd eveneens reeds vermeld. Wie in Europa kent de Russische literatuur in de oorspronkelijke taal? Vlaamse literatuur vertalen is een sociale daad.
De uitbreiding van de ‘Schrijverslijst lezingen’ is een stap in de goede richting tot meer en betere publieksinformatie. Verenigingen en tijdschriften die deze vorming als een nuttige opdracht beschouwen, verdienen ook extra aanmoediging.
Ten slotte het boek zelf.
Het boek en al wat bijdraagt tot literaire communicatie dient gedrukt en verspreid te worden.
Een probleem is dat de kleine groep van Vlaamse uitgevers tegenover de reële concurrentie van om en nabij 200 Nederlandse uitgeverijen staat, die langs een of andere structuur rechtstreeks in de Vlaamse uitgeverswereld betrokken zijn. Het merendeel van de Vlaamse schrijvers doet een beroep