Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 136
(1991)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–
[pagina 315]
| |
Wim de Vos
| |
1. Jules Vernes ‘Strogoff’Paul Emond heeft voor zijn boek een ‘hypotekst’Ga naar voetnoot2 genomen die iedereen kent. De koerier van de tsaar samenvatten is | |
[pagina 316]
| |
allicht overbodig. Met Emond kan ik allen uitnodigen dit werk te herlezen. In deze paragraaf wil ik enkel aantonen hoe de hypotekst uit de 19de eeuw wordt aangewend in Plein la vue. Drie categorieën lijken hier dominant: het overnemen van namen, het inlassen van afzonderlijke scènes uit Jules Verne, en de aanwezigheid van De koerier van de tsaar in de retoriek van Emonds werk. | |
A. NamenDe naam van de hoofdfiguur is niet geïnspireerd op Jules Verne. CélesteGa naar voetnoot3 CrouqueGa naar voetnoot4 gaat door het leven als een moderne picaro, die zich altijd en overal op een aangename manier uit de slag trekt.Ga naar voetnoot5 Eén gelijkenis bindt hem wel aan Michael Strogoff: net als deze geeft hij zich uit voor blind. Maar ondanks de goede trouw van de ziekteverzekering ziet Céleste, met witte stok en donkere bril, zo veel als u en ik! Waar Strogoffs pseudo-blindheid het tsarenrijk van de ondergang redde, is ze voor Céleste een handig middeltje om een loopje te nemen met de hele maatschappij. Die verschafte Céleste zelfs een speciaal afgerichte Duitse herdershond. De picaro noemde zijn bewaker ‘Strogoff’. Dit trouwe, maar vervaarlijke dier, schrikt niet terug voor geweld. Een overvaller, die Céleste wil beroven van (gestolen) kostbare voorwerpen, moet dit met zijn leven bekopen. De heler tot wie Céleste zich wendt, Alcide JouvetGa naar voetnoot7, raadt hem aan even uit circulatie te verdwijnen tot deze zaak geklasseerd is. Via een anglicaanse bekeerling, Harry BlountGa naar voetnoot8, belandt Céleste op een bedevaarttrein van het Maria-legioen, richting Lourdes. Op de trein betrapt Blount Céleste op een slippertje met een mooie t.b.c.-lijdster Mme Sangarre. De ruzie ontaardt in een vechtpartij waarbij Blount om het leven komt en prompt door Céleste uit de trein wordt gegooid. Bij Jules Verne was Mme Sangarre de maîtresse van Tartarenspion Ivan Ogareff: diens homoniem is niet ver uit de buurt. Ondanks zijn schurkenuiterlijk is Yvan GarefGa naar voetnoot9 Blounts trouwe luitenant bij bedevaarten. Yvan zal dan ook Blount beginnen te zoeken. Het wordt warm onder Célestes voeten, maar gelukkig ontspoort de trein en kan Céleste met Strogoff en Mme Sangarre het nachtelijke Frankrijk intrekken. Een volgend gevaar is echter vlakbij: een enorme beer verspert hun de weg, maar Strogoff weet ook die vijand naar de eeuwige jachtvelden te sturen. Vlak daarna ontmoet het vluchtende drietal Marfa, een oude zigeunerin, die op zoek is naar haar circusbeer Michel. Marfa verwerkt echter vlug dat Michel Strogoff niet heeft kunnen verslaan. Ze introduceert Céleste en Mme Sangarre in haar circus. Céleste wordt verliefd op Nadia, een acrobateGa naar voetnoot10, | |
[pagina 317]
| |
die echter niet zwicht voor deze blinde liefde. Paradoxaal genoeg gaat Nadia's voorkeur uit naar de dwerg Kirghi, die echter in Mme Sangarre zijn heldin vindt. Maar de moderne versie van Ogareffs maîtresse wordt gauw beste maatjes met het homoniem van de toenmalige tsaar, die koorddanser en meswerper is: Nicolas. Ook op minder belangrijke figuren uit De koerier van de tsaar wordt in Plein la vue allusie gemaakt: zo is er Monsieur Fédor, iemand die met Céleste het circus ontvlucht wanneer de politie er aankomt, of ‘le commissaire Féofar’, die telkens weer opduikt wanneer ik-verteller Céleste zich afvraagt hoe de kranten het politieonderzoek van mogelijke misdaden zouden verslaan. De verschuiving van Jules Vernes namenwereld naar die van Paul Emond blijkt niet op vaste regels gestoeld. Af en toe zit er wel een knipoogje in, bij voorbeeld wanneer Strogoff Michel vermoordt, of wanneer Mme Sangarre een verhouding begint met Nicolas. Maar in Plein la vue lijken de namen vooral ingegeven te zijn door de frivole fantasie van de auteur. | |
B. EpisodesIn dromen van de verteller of in episodes die hij zich inbeeldt, herkent de lezer gemakkelijk passages uit De koerier van de tsaar. Na zijn ontmoeting met echte blinden, bij de voorbereiding van zijn bedevaart, droomt Céleste dat hij werkelijk blind wordt, en wel op de volgende manier: ‘Un grand escogriffe s'est avancé vers le feu, il tenait un sabre à large lame courbe (...) Et il m'a appliqué sur les yeux l'arme chauffée à blanc. J'ai hurlé, j'étais aveugle à tout jamais.’Ga naar voetnoot11 Vermits P. Emond deze passage in Célestes dromen situeert, heeft hij de tranen van zijn held niet nodig om diens ogen te redden: Céleste wordt bevend wakker. (Paul Emonds bewerking van deze episode houdt wellicht een kritiek in op de onwaarschijnlijkheid van Jules Vernes intrige, maar bij de lectuur van dit werk lijkt speuren naar theoretische achtergronden mij uit den boze.) Een andere droom herneemt één van de innig-plechtige momenten uit De koerier van de tsaar: Michael Strogoff wordt ontboden bij de illustere monarch en verneemt zijn uiterst geheime opdracht. Verteller Céleste beschrijft hier niet een eigen droom, maar wel de droom van een eventuele lezer: ‘Vous dormez encore, c'est le moment où, dans votre rêve, vous venez d'être convoqué chez le czar.’Ga naar voetnoot12 Maar net wanneer de tsaar zijn uitleg aanvangt, begint uw rechtervoet te jeuken. En hoe meer de keizerlijke toelichtingen vorderen, hoe onverdraaglijker de jeuk wordt. De tsaar merkt reeds een lichte beweging in het rechterbeen van de zo geprezen koerier. En dan stelt deze een onbeschaamde daad: ‘il vous voit soudain vous pencher et, trafalgar de trafalgar! défaire votre lacet avec fébrilité, sortir aussi sec votre pied de sa bottine et vous gratter avec acharnement, en poussant un immense soupir de satisfaction!’Ga naar voetnoot13 De topontmoeting tussen de tsaar en zijn koerier ontaardt in een triviale scheldpartij, waarbij de vader van alle Ruslanden een anachronisme in de mond wordt gelegd: ‘Ah! elle est jolie la garde impériale à l'heure qu'il est! Pas étonnant que nous ne puissions venir à bout de tous ces bolchéviques et autres anarchistes! C'est une honte! Allez m'en trouver un de | |
[pagina 318]
| |
plus civilisé!’Ga naar voetnoot14 Een plechtige hypotekst wordt hier ontsierd door het inlassen van banale incidenten die het fictieve karakter van de hoogdravende intriges in een klaar daglicht plaatsen. Deze techniek, die nauw aansluit bij het burleske, kwam reeds veelvuldig voor in de zeventiende-eeuwse komische roman. Maar net zoals in de Grand Siècle is het minder de kritiek op de alom bekende literatuur dan wel deze specifieke praktijk zelf die belangrijk blijkt in Plein la vue. Tot tweemaal toe herneemt de fantasie van de verteller een passage uit Jules Verne waarin Michel Strogoff zijn moeder niet mag herkennen, om zijn geheime missie niet te verraden. Paul Emond situeert de ontmoeting echter in een loens café: ‘La pauvre femme ne l'avait pas vu depuis quatorze mois et voilà que le hasard amène ce soir-là leurs chemins à se croiser dans cette taverne mal famée (...) Et lui, le monstre de se détourner, vous devez vous tromper, ma bonne dame! Je ne vous connais point!’Ga naar voetnoot15 Deze geschiedenis sluit trouwens aan bij een passage uit de bijbel, waar Jezus op de bruiloft te Kanaän - waarop trouwens twee zinnen verder allusie gemaakt wordt - zijn moeder aanspreekt als ‘vrouw’. Verder in het boek wordt hetzelfde motief hernomen, als één van de etapes in Célestes ‘tour du monde en quatre-vingts épisodes’, waarop we nog terugkomen: ‘Je parviens à Omsk où j'ai, soit dit en passant, un tas d'ennuis avec une vieille femme dans un bistrot.’Ga naar voetnoot16 | |
C. RetoriekDe fantasie, ja de gedachtenvlucht die de transpositie van Jules Verne naar Plein la vue heeft veroorzaakt, vindt ook haar weerslag in de retoriek van het boek. Vergelijkingen en metaforen worden graag geput uit de leefwereld van tsaar en koerier. Zo licht Céleste zijn picarobestaan toe in volgende bewoordingen: ‘Bonjour, c'est moi, Céleste l'aveugle, (...), je ne fais que passer, je vais mon chemin droit devant moi à travers les steppes.’Ga naar voetnoot17 De ‘blindheid’ van Monsieur Crouque brengt mensen ertoe hem als een geluksbrenger te beschouwen, als een uitzonderlijk iemand met een buitengewone boodschap: ‘Et moi, je m'avance, porteur de ma mission, aussi fier et imposant à voir que le plus beau des courriers du czar.’Ga naar voetnoot18 Eén van de reisgenoten in de bedevaarttrein staart de wereld tegemoet met dromerige blik. Céleste beschrijft op een ironische manier deze jongeman met mystieke allures: ‘(...) il n'en continuait pas moins (...), à planer au-dessus de steppes qui devaient s'étendre à des milliers de vestres d'ici.’Ga naar voetnoot19 Céleste hanteert dezelfde Russische lengtemaat om uiting te geven aan zijn achtervolgingswaanzin: ‘J'avais beau mettre entre ce Garef et moi des vestres et des vestres de distance,...’Ga naar voetnoot20 | |
[pagina 319]
| |
Na zijn vlucht uit het circus doet een illusionist Céleste een imaginair liefdesavontuur beleven met een respectabele oude vrouw, die haar jeugd wenst te herleven. Voor de beschrijving van deze dame licht de tsaar een stuk uit de titel van vadertje tsaar: ‘la douairière s'est mise à danser de la dorelote; à en rendre jalouse la meilleure ballerine de toutes les Russies.’Ga naar voetnoot21
Uit het voorgaande is gebleken dat aan de overgang van De koerier van de tsaar naar Plein la vue geen gedetailleerd plan ten grondslag ligt, maar dat Paul Emonds boek op speelse wijze elementen aanbrengt uit een ‘ernstig’ literair werk dat hele generaties heeft geboeid. Paul Emond brouwt een cocktail, waaraan hij af en toe wat Strogoff toevoegt als onfeilbare smaakmaker. Maar deze literaire cocktail is samengesteld uit talloze, zeer uiteenlopende, maar vaak overbekende ingrediënten. In de volgende paragraaf zal ik trachten na te gaan hoe elementen uit andere literaire werken opgenomen worden in Plein la vue. Ook hierbij ligt het uiteraard niet in mijn bedoeling exhaustief te werk te gaan. | |
2. Andere literaire werkenNiet alleen De koerier van de tsaar wordt door P. Emond verwerkt in Plein la vue. Ook op twee andere romans van Jules Verne wordt gealludeerd. In één van zijn talloze gedachtenvluchten beschrijft verteller Céleste hoe hij voortdurend Garef zou moeten ontvluchten, een reis die lang zou kunnen duren: ‘A nouveau la fuite, à nouveau l'errance, et on serait parti pour un tour du monde en quatrevingts épisodes.’Ga naar voetnoot22 Volgt dan een relaas van veertien etappes, met namen zoals Omsk, Tomsk en Irkoetsk, die de Jules Verne-lezer vertrouwd in de oren klinken. De intrige van Reis rond de wereld in 80 dagen wordt vermengd met die van De koerier van de tsaar. De hypothetische lezer dwingt Céleste er echter toe dit monotone verhaal te staken, in een repliek waarin toespelingen op Jules Verne niet ontbreken: ‘Parce qu'à ce rythme-là, quand on en aura fini avec la Sibérie, ce seront les tribulations en Chine, une cachette sur une île mystérieuse, une autre vingt mille lieues sous les mers, et toujours le même scénario, la fuite, Garef qui vous retrouve, la fuite.’Ga naar voetnoot23 Maar Emond beperkt zich niet tot intertextueel gebruik van de razend populaire maar vaak bekritiseerde romans van Jules Verne. Het boek krioelt van referenties aan allerlei soorten literatuur: Frans-Belgische literatuur, Franse literatuur, enkele ‘meesterwerken uit de wereldliteratuur’, internationaal bekende fabels, internationale populaire literatuur. Voor elk van deze groepen geef ik nu enkele voorbeelden. Voor de Frans-Belgische literatuur valt een grote aanwezigheid op van La légende d'Ulenspieghel. Toch betreft het hier meestal details: Nicolas uit het zigeunergezin blijkt een koorddanser te zijn (p. 108), wat aan Thijl doet denken; de door verteller Céleste ingeroepen sainte Marie l'égyptienne (p. 137, 168) komt ook voor in het werk van Charles Decoster. In Céleste Crouques fantasieën komt ook de Groot-Inquisiteur voor (p. 85), en elders worden weerbarstigen gefolterd doordat de beul langs een trechter water in hun mond giet; het water wordt voor de gelegenheid wel | |
[pagina 320]
| |
‘eau de saint Celeste’ gedoopt (p. 175, 193). Elders doet de stijl van Célestes vertelling denken aan Ulenspieghel. De beschrijving van een maal dat twaalf blinden nemen in een restaurant in Knokke-Zoute lijkt recht uit Thijl gegrepen (p. 151, 152). Paul Emond maakt ook veelvuldig gebruik van andere auteurs uit de Frans-Belgische literatuur. Plein la vue roept Les Aveugles van Michel de Ghelderode op in de geschiedenis van drie blinden die te voet naar Rome trekken (p. 176). Elders neemt Emond in zijn gedachtenvlucht een portret op van Emile Verhaeren, wandelend langs een rivier die sainte Marie l'égyptienne wil oversteken (p. 168). Deze Belgische glorie wordt echter in verband gebracht met de dagelijkse realiteit, en klaagt over de slechte financiële situatie van de auteurs. Ook de Franse literatuur komt in dit werk aan bod. Ik beperk me weer tot enkele voorbeelden. Verteller Céleste beschrijft de chef-kok van een emir als ‘ventripotent’ (p. 114), wat niet alleen doet terugdenken aan La légende d'Ulenspieghel, maar ook aan Rabelais. Céleste, die in het zigeunercircus vergeefs probeert het hart van acrobate Nadia te veroveren, vergelijkt haar bij zichzelf met Isolde uit de dertiende-eeuwse Franse tekst: ‘Et où avait disparu le roi Marc? Et qu'était devenu Tristan?’Ga naar voetnoot24 Wanneer Céleste zich inbeeldt hoe hij Garef zal uitschakelen, laat hij deze naar het voorbeeld van het Roelandslied naar zijn hoorn grijpen en om hulp roepen. Ook hier wordt de grote literatuur uit haar plechtige kader gelicht en tot een populair verhaaltje herleid: ‘(...) le Garef continue à souffler dans son olifant à s'en péter les veines.’Ga naar voetnoot25 Verteller Céleste blijft in de stijl van dit meesterwerk wanneer hij zijn vlucht met Mme Sangarre beschrijft na de nachtelijke ontsporing: ‘l'aveugle et la poitrinaire errant à travers la France et la Navarre.’Ga naar voetnoot26 En elders wordt Frankrijk ‘douce France’ genoemd (p. 124, 154). Helden uit de wereldliteratuur wandelen door Plein la vue. Volgende zin hoeft geen commentaar, al blijkt Ulysses' trouwe dame veel van haar waardigheid verloren: ‘joli tambour va revoir sa blonde, dénoue ta ceinture, Pénélope’.Ga naar voetnoot27 De geschiedenis uit 1001 nacht herhaalt zich ook hier: Sheherazade wordt een arme dichteres, opgesloten in een harem. Ze wanhoopt omdat haar verbeeldingskracht uitgeput geraakt (p. 114). Een man die haar verzuchting hoort gaat op zoek naar de dichteres: en dit blijkt één van de dolende stamvaders te zijn van de moderne roman: ‘Perché sur un vieux canasson, un gentilhomme haut et maigre, revêtu d'une armure, s'approchait au petit trot, suivi sur un âne par son domestique.’Ga naar voetnoot28 Korte verhalen waar kinderen zich graag aan verknechten blijven niet afwezig uit Plein la vue. Volgende zin herinnert de lezer aan de verhalen waarin het paard het moet afleggen tegen de ezel: ‘J'ai toujours trouvé trop idiotes ces histoires où le cheval court après les bénéfices et où l'âne les attrape.’Ga naar voetnoot29 Zoals de wolf aan de zeven geitjes moet iemand een witte poot tonen (letterlijk!) aan Sint-Pieters hemelpoort. Vanwaar | |
[pagina 321]
| |
kunnen bloedvlekken komen? Een typische vraag voor le Garef; één van de mogelijke antwoorden luidt: ‘Peut-être vous êtes-vous enfoncé une aiguille dans le doigt en reprisant vos chaussettes?’Ga naar voetnoot30 En na De Schone Slaapster kon ook Roodkapje niet ontbreken. Sainte Marie l'égyptienne wil een rivier oversteken maar zij heeft geen geld om de pont te betalen: ‘Elle n'avait dans ses poches qu'un peu de pain pour les petits oiseaux du bon Dieu et quelques galettes qu'elle portait à sa grand-mère.’Ga naar voetnoot31 En Zandmannetje duikt op in een legerbataljon: ‘la nuit venue, quand le marchand de sable est passé depuis quelque temps déjà,...’Ga naar voetnoot32 Ook de internationale populaire literatuur ontbreekt niet: twee deelnemers aan de boeteprocessie te Veurne blijken nog minder onschuldig te zijn dan Céleste: Capone en Dillinger! (p. 190) Elders vlucht Céleste (in gedachten althans) voor Garef, en dit in zuivere westernstijl: hij springt door een raam en belandt acht meter lager op de gezadelde rug van zijn paard (p. 148). Een geschiedenis over een andere pseudo-blinde ontleent Emond aan Max Frisch: verwend door zijn vrouw, een bekende actrice, kon deze collega van Céleste de verleiding niet weerstaan toe te geven aan zijn Lili dat hij helemaal niet blind was. Ze verloor nu al haar vrijheid en hun huwelijk eindigde daar. Uit het voorgaande blijkt dat Paul Emond niet alleen de werken van Jules Verne gebruikt, maar zich beroept op een breed literatuurpanorama. De geciteerde of geïnsinueerde werken worden echter aangewend op een ludieke manier, uit hun ernstig verband gelicht en ingeschakeld in een intertextueel spel.
In Plein la vue worden personages en episodes uit bekende literaire werken uit hun context gehaald en samengeraapt tot één geheel. De bekende literatuur dient als voorraadkamer waaruit onophoudelijk namen, personages en ondergeschikte verhalen worden geput. Zoals normaal van een roman verwacht wordt, vertelt Plein la vue een eigen geschiedenis. Maar daarnaast behandelt het boek tal van literaire werken, en zelfs de literatuur als dusdanig, via de allusies op werken uit alle mogelijke tradities. Plein la vue kan dus ‘metaliteratuur’ of ‘metafictie’ heten: de Canadese theoreticus Antonio Gomez-Moriana gebruikt hiervoor de term ‘Literaturroman’ uit de Duitse traditie. Mijns inziens koestert Paul Emond echter met Plein la vue geen literairfilosofische of existentiële pretenties. In dit werk, zoals in mindere mate in twee andere romansGa naar voetnoot33, brengt hij ‘groteske’ literatuur. Het groteske is een specifiek genre uit literatuur en kunst, dat gekenmerk wordt door de zin voor het bizarre, het komisch-gekke en de karikatuur. Reeds enkele eeuwen lijkt het uit de Franse literatuur verdwenen te zijn. Het vindt echter voorvaderen in Rabelais en, tot diep in de zeventiende eeuw, in talloze Franse verhalen, waarin de volkstradities een schriftelijke neerslag kregen. Het groteske duikt weer op in Duitsland tijdens de romantiek. Paul Emond zelf heeft zich geïnspireerd op het Poolse en het Tsjechoslowaakse theater. Plein la vue is een absolute aanrader. Het gratuite intertextuele spel dat zonder schroom bekende literaire personages in potsierlijke situaties brengt, herinnert door zijn grenzeloze fantasie aan een rol die literatuur van oudsher vervult: puur amusement. |
|