Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138 (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138

(1993)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 259]
[p. 259]

Mels Hoogenboom
Scheidslijn

Een bizar onderdeel van de muur is altijd weer het blauwe bordje dat erop vastgepind zit. Het valt op, je oog wordt er automatisch naar toegetrokken. Je vindt het bizar, omdat het de muur van zijn machtige aanzien ontdoet, het breekt de muur af. Net of er helemaal geen muur is, alleen een klein blauw bordje dat in de lucht zweeft. Op het bordje staat de straatnaam in witte letters. En elke dag kom je hier langs, en elke dag weer vind je het een angstige plek. Maar het is nu eenmaal heel makkelijk om vanaf deze plek naar je huis te lopen. Het gekrioel in de straat voor de muur kan dan wel chaos suggereren, de stilte die er aan de andere kant van de muur moet zijn, geeft de simpelheid aan. Niks geen moeilijkheid. Als je voor het bordje staat, met je rug naar de muur toeg-keerd, kijk je een andere straat in en zie je je huis al liggen.

Je moet wachten voor je over kunt steken. Je kijkt omhoog. ‘TW 815,’ mompel je voor je uit. ‘New York.’ Simpel. Je volgt het vliegtuig verder niet. Wel zie je achtereenvolgens blauwe lucht, vogels, bomen, daken van huizen, ramen op de bovenverdieping, gesloten gordijnen, rood, geen planten, een deur met afgebladderde verf, auto's en fietsers door elkaar, het wegdek, de stoeprand, tegels, mos, een mier, nog een mier, je rechterschoen, een nu dode mier, je schoenzool waar niets van de mier op achtergebleven is, je zwarte broek, je shirt, een vlek op je shirt, je blote arm, je horloge, 12:04. ‘Precies 14 minuten vertraging, maar zeer zeker de TW 815 naar New York.’ Je kunt oversteken en doet dat ook. Je rent, kijkt naar beneden. De strepen van de zebra vervagen zich tot een witte loper.

 

Het station voldoet precies aan de beschrijving. Eind 19de eeuw, wachtkamers ook voor derde klasse, groots opgetrokken, veel ornamenten die een ware kunstkenner zou verachten omdat ze zo verschrikkelijk kitscherig zijn, de staalconstructie, gelode ramen bovenin bij de koepel. De koepel zelf met z'n klok daarin. Ik sla

[pagina 260]
[p. 260]

het boek dicht, omdat ik over de stad alles al gelezen heb en deze getrouwe beschrijving me vertrouwen geeft in de rest. Maar eigenlijk interesseert het me ook allemaal niet zo. Ik berg het boek op, draai m'n rugzak over mijn rechterschouder op mijn rug, wurm ook mijn linkerarm door de schouderband, bind de riemen om mijn middel en loop door de staionshal. Daar haal ik een blikje cola uit de automaat. Het is warm en ik heb dorst. Dan loop ik naar het stationsplein, heb geen zin om een tram te pakken en loop daarom gewoon door. De hemel is blauw, er cirkelen een paar vogels in de lucht, een vliegtuig vlucht omhoog. Het is een uur of twaalf, ik heb nog een hele middag voor me voor ik weer in de trein zal stappen. De cola smaakt me goed en stemt me prettig. Op de weg voor me is het druk, het licht staat op rood. Glimlachend kijk ik naar andere mensen al lijken ze zich niet zo goed te voelen als ik. Dat stemt me nog prettiger. Ik improviseer een melodietje dat me ergens toch nog wel bekend voor komt al weet ik niet welk nummer het zou kunnen zijn. Tenslotte besluit ik om zomaar wat door de stad te gaan zwalken.

 

Thuis gekomen zet je de teevee aan. Teletekst met de informatie-pagina over vertrekkende vliegtuigen. Je checkt. Je had gelijk. Je gaat zitten op de bank en steekt een sigaret op. Je kijkt even uit het raam achter je maar ziet niet vermeldenswaardigs. De telefoon gaat. Je laat hem rinkelen, al vind je gerinkel eng. Je drukt ondertussen je sigaret uit, die nog niet tot halverwege opegerookt is.

 

Ik hang over de reling van een brugje. Het water is vuil, maar spiegelt toch nog wat. Kwisperende zonnestralen vanuit de golfjes, huizen, de lucht. Ik hoor geronk boven het verkeer uit. Ik zie een vliegtuig. Ik krijg honger, heb brood bij me maar heb zin geld uit te geven. Ik denk dat dit een wezenlijk onderdeel van deze stad is: de zin krijgen om iets uit te geven, misschien zelfs op te geven, wellicht zelfs wel jezelf op te geven. Dit stemt me minder prettig, maar ik blijf trek hebben en loop naar het eetcafé dat ik vanaf de brug zie liggen. Ik bestel twee broodjes kaas, één met kroket en veel mosterd en een flesje cola. Dan pak ik mijn schrift uit mijn rugzak en mijn pen en ik noteer: Er zijn verschillende manieren om een gevoel te beschrijven. Een vrij onverwachte variant is om dat te doen aan de hand van een vliegtuig. Maar er vliegen er hier nu eenmaal veel, dus waarom niet proberen. Hier houd ik op met schrijven, omdat ik mijn broodjes en cola krijg. Ze smaken mij goed. Tijdens het kauwen denk ik na over de laatste zin: Maar er vliegen er hier nu eenmaal veel, dus waarom niet proberen? Ik kom er niet echt uit. Ik reken af. Geef een grote fooi. Het meisje achter de bar glimlacht daarom naar mij. Ik glimlach niet terug, ik

[pagina 261]
[p. 261]

ben ernstig en heb geen zin te glimlachen en doe het dus niet al is het wel een knap meisje. Ze blijft glimlachen, zelfs als ik me omdraai, naar de deur loop, deze open, naar buiten stap, naar links kijk en naar rechts en dan in de lucht. Zelfs als ik uit het zicht verdwijn glimlacht ze nog. Al glimlachend pakt ze het geld van de bar en doet een deel in de kassa en de fooi in haar potje. Dan verdwijnt haar glimlach, gewoon omdat ze er niet meer vrolijk om is en voor ze de fooi kreeg ook niet vrolijk was. Maar ook niet treurig. Niet vriendelijk en niet kwaad. Dan gaat de telefoon. Ze neemt op. Ze hoort dat jij het bent. Dat hoort ze omdat er niets gezegd wordt. (Stilte die niet geluidloos is, omdat stilte het grootste offer heeft moeten geven: het geluid van zichzelf. Stilte die het kermen is, de grens van angst en pijn, die van de grens van jezelf. Dat geluid, dat overdonderende geluid is de stilte.) Je kijkt naar teletekst en ziet dat juist de KL 123 naar Londen is vertrokken. 16.11 uur, slechts drie minuten te laat. Dat is redelijk.

Je zegt vandaag lukt het allemaal niet zo.

Ze zegt wat zeg je.

‘Vandaag heb ik in de krant gelezen, dat er in Afrika een privé-vliegtuig is neergestort, het nummer stond er niet bij. Allevier de inzittenden morsdood. Bij de familieberichten stond niemand bekends, en alle doden waren oud. En verder dat het morgen weer zo warm wordt.’

Ze zegt ja en dan niets meer.

Jij zegt ook niets meer. (Stilte is een paradox als het hardop gezegd wordt. Stilte komt nooit overeen met zichzelf. Stilte is een overschrijding. Stilte is geweld, maar bovenal een overschrijding.) Na vijf minuten hang je op. Je hebt ondertussen twee vliegtuigen over zien komen. Je steekt een sigaret op. Na een paar trekjes druk je ze weer uit. Je staat op en doet de teevee uit, kijkt nog een keer uit het raam, herkent het vliegtuig, en gaat dan naar buiten. In het portiek komt een kat op je af die spinnend je zwarte broek kopjes gaat geven. Je kijkt er naar en geeft het beestje dan een harde trap. Er zit wat bloed op je schoen. Je loopt de stoep op en ziet het blauwe bordje. (Stilte is voorbij de muur, de stilte houdt het blauwe bordje vast, omdat er geen muur is en het bordje in geen geval op de grond mag vallen.) Je wordt een beetje bang bij de gedachte dat het bordje zou kunnen vallen. Snel loop je door, je steekt de straat niet over. Als je de tweede hoek rechts omslaat kom je Graaf Leinsdorf tegen. ‘Ha Ulrich,’ zegt hij, ‘ik weet niet of je er te onervaren of te jong voor bent, mar Realpolitik wil zeggen: juist niet datgene doen wat je graag zou willen doen; anderzijds kun je de gunst van mensen winnen door kleine wensen van hen te vervullen!’ Je beseft dat hij net aan het tweede deel van Musil's ‘De man zonder eigenschappen’ is begonnen, vertaling Ingeborg Lesener,

[pagina 262]
[p. 262]

Meulenhoff Amsterdam, tweede boek op de bovenste plank in de linkerkast, het eerste is natuurlijk deel één. Simpel. ‘We moeten wat drinken om deze wijsheid te vieren,’ zegt Graaf Leinsdorf. ‘Natuurlijk, Uwe Doorluchtigheid’, hoor je hem ook zeggen. Hij draait zich om en denkt dat je achter hem aanloopt. (Stilte is een vlucht van woorden. Stilte is het allesoverheersende gevoel, dat gevoelloosheid is.)

 

In de kamer klinkt je stem hol. De teevee staat aan. Teletekst geeft de laatste vertrekkende vluchtnummers weer. Je let erop. Aan de andere kant van de lijn zegt ook zij niets meer. Na verloop van tijd hang je op. Je kijkt uit het raam en ziet een vliegtuig. Tenminste je ziet een paar flikkerende lichtjes in de donkerte. Dan kijk je weer naar teletekst. Je voelt je loom, sluit je ogen en valt in slaap op de bank. De sigaret valt uit je mond en op het tapijt. Daar brandt het een klein gaatje in. Je merkt hier allemaal niets van. Je voelde je gewoon ineens moe en viel in slaap.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken