| |
| |
| |
Eric Vos & Jan Baetens
Zestien screenshots
Bastian Böttcher (Duitsland): Looppool
(1997, Shockwave/Director, http://www.pegasus98.de/user/pegasus/beitr147/index.htm)
all rights reserved
Bastian Böttchers ‘Hyper-Poesie’ is samengesteld uit gesproken woord, muziek en bewegend beeld. De auteur ziet Looppool als het prototype van een toekomstige browser, die verschillende tijdgebonden media met elkaar verbindt. In dit werk kan de lezer door middel van het toetsenbord, en al dan niet geïnspireerd door de zichtbare tekstfragmenten, het vervolg van de rap sturen. De knooppunten van tekstsequenties zijn dan ook niet langer statische koppelingen, maar momenten waarop de lezer/gebruiker het verdere temporele verloop van de interactieve ‘mediastream’ bepaalt.
Homepage Bastian Böttcher: http://www.uni-weimar.de/~boettch1
| |
| |
John Cayley (Engeland): Book Unbound
(1995-96, Hypercard, Indra's Net VI, wellSweep Press)
all rights reserved
John Cayley ontwikkelt in zijn ‘machine modulated poetry’ procedures die uit hun - door de auteur aangedragen - bronvocabulaire niet alleen voortdurend nieuwe, syntactisch ‘correcte’ woordcombinaties (‘collocations’ in Cayleys terminologie) genereren, maar die bovendien door de handelingen van de lezer, tijdens de lectuur van de resulterende teksten, worden beïnvloed. In Book Unbound worden de door de lezer aan te geven voorkeuren in de loop van het leesproces verwerkt in de (verborgen) brontekst met als gevolg dat zij onherroepelijk terugslaan op het proces van tekstgeneratieve selectie en combinatie. Wars van uiterlijke uitbundigheid staat het werk model voor Cayleys benadering van de literaire ervaring als een verstilde, op het detail gerichte gebeurtenis.
John Cayley, Indra's Net: http://www.demon.co.uk/eastfield/in/
| |
| |
Stuart Moulthrop (USA): Hegirascope 2
(1997, HTML, http://raven.ubalt.edu/staff/moulthrop/hypertexts/hgs/hegirascope.html)
all rights reserved
Stuart Moulthrop geldt sinds jaar en dag als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Amerikaanse hypertekstfictie. Vertrekkend vanuit een visie op cultuur als een netwerk van elkaar kruisende en zich vertakkende ‘draden’, die als resultaat van hun (tijdelijk) contact elkaars ‘sporen’ in zich dragen, vormt hypertekst voor Moulthrop zowel een voedingsbodem voor een literaire praktijk als een omgeving voor cultuurkritische theorievorming. In zijn vele honderden, zorgvuldig gekozen verbindingen tussen citaten, dialogen en andere tekstfragmenten met betrekking tot uiteenlopende Amerikaanse subculturen, van underground in de jaren zestig tot de hedendaagse cybercultuur, beschrijft én toont Hegirascope 2 implicaties van deze literair-culturele samenhang.
Homepage Stuart Moulthrop: http://raven.ubalt.edu/staff/moulthrop
| |
| |
Miekal And (USA): The Plagiarist Codex
(1998, HTML, http://net22.com/qazingulaza/codex/codex.html)
all rights reserved
Zijn aandacht verdelend over een veelvoud aan tekstvormen en distributiemiddelen (en enkele alter ego's) werkt Miekal And aan de ontwikkeling van een ‘experimedia world’ die plaats biedt aan drukpers zowel als Internet, aan kopieermachine zowel als beeldbewerkingssoftware, aan (digitale) mail art zowel als live performance. Een wereld die zich niets aantrekt van al dan niet artificiële grenzen tussen kunsttradities en technologieën, maar die juist begaan is met een synthese van hun kenmerken door middel van speels plagiaat en vrij gebruik van objets trouvés. De verbaal-visuele aforismen van The Plagiarist Codex illustreren en becommentariëren deze werkwijze.
Miekal And et al., Qazingulaza: http://net22.com/qazingulaza/index.html
| |
| |
Richard Barbeau (Canada): Avatar
(1997, HTML, http://www.dsuper.net/~persu/Avatar/index.htm)
all rights reserved
Al sinds het vroegste werk van bpNichol (uit de jaren zestig) vormt aandacht voor de individuele letter een steeds terugkerend thema in de Canadese visuele poëzie. Ook Richard Barbeau stelt in zijn ‘Alpha Bêta’ project dit thema centraal (op termijn zou deze website voor elke letter van het alfabet een werk moeten bevatten). In Avatar groepeert Barbeau veertien woorden, alle samengesteld uit een afwisseling van de klinker ‘a’ en consonanten, in een verbaal-visuele hypertekst die raakvlakken creëert tussen typografie, animatie, morfologie en webnavigatie: onderling verbonden via een aan de lettervorm ‘A’ ontleend navigatie-element, verkrijgen de woorden - die op het scherm alleen letter voor letter verschijnen - juist in de ‘statusbalk’ van de browser hun ‘virtuele identiteit’ (avatar).
Richard Barbeau, Alpha Bêta: http://www.dsuper.net/~persu/
| |
| |
Cédric Doutriaux (Frankrijk): Joinville le pont - La Pointe de l'île Fanac
(1997, Director, van cd-rom alire 10/Doc(k)s)
all rights reserved
Dit bescheiden maar mooi uitgevoerde werkje is gebaseerd op de fragmentarische introductie van geanimeerde scènes in een onbeweeglijk totaalbeeld. De selectie van de sleutelelementen van het beeld (een negentiende-eeuwse prentbriefkaart) brengt het decor en de personages van dit impressionistische landschap stuk voor stuk tot leven. De discrete steun van tekst en klank versterkt de animatie zonder het beeld zelf te overladen.
| |
| |
Alckmar Luiz dos Santos en Gilbertto Prado (Brazilië): Reta
(1996, Director, van cd-rom alire 10/Doc(k)s)
all rights reserved
Het werk van Dos Santos en Prado ligt sterk in het verlengde van de ‘konkrete’ en visuele poëzie die in Brazilië sinds vele generaties een belangrijke plaats inneemt. In Reta beklemtonen ze vooral de manier waarop woorden en zinnen met elkaar in botsing komen en heen en weer schuiven tussen zuiver plastische vorm en betekenisvol element. Hun werk is eerder minimalistisch van inslag, maar juist hierdoor krijgen deze teksten een zeer grote leesbaarheid (we vergeten dat we Portugees aan het bekijken zijn) en treedt de aanwending van de specifieke middelen die de computeranimatie biedt, zeer duidelijk naar voren.
| |
| |
Eduardo Kac (Brazilië/USA): Insect/Desperto
(1995, Director, download voor Apple Macintosh via http://www.ekac.org/multimedia.html)
all rights reserved
Fragmentatie, discontinuïteit en instabiliteit zijn kernwoorden binnen het oeuvre van Eduardo Kac. Zowel in zijn holografische poëzie als in zijn elektronische gedichten en installaties - in het bijzonder in Insect/Desperto - werkt Kac met opposities tussen verschillende natuurlijke talen en verschillende media (hier: het ‘zichtbare’ Engels en het ‘hoorbare’ Portugees), tussen lineaire en niet-lineaire sequenties, tussen de zeer tijdelijke constructie van een ‘vast’ woordverband en de onmiddellijke ondergraving daarvan. Meependelend tussen zulke polen is de aandacht van de lezer onvermijdelijk selectief, zodat werk noch lectuur ooit een uiteindelijke, definitieve vorm aannemen. En juist daarin tonen zich, in Kacs optiek, de ‘inconsistencies and undecided aspects of life’ (cf. de ‘ReadMe’-toelichting bij het gedicht).
Eduardo Kac, Kacweb: http://www.ekac.org
| |
| |
Reiner Strasser (Duitsland), ed.: weak blood
(1999, HTML - Shockwave/Flash, http://weakblood.tsx.org)
all rights reserved
Op 27 maart 1999 opende Reiner Strasser de website weak blood - een ‘virtuele anthologie’ die vanaf dit moment dagelijks (op een enkele uitzondering na) is aangevuld door een steeds groeiend aantal deelnemers met steeds nieuwe visueel-poëtische, beeldende, kinetische en andere elektronische werken, in reactie op - en meestal in protest tegen - de NAVO-acties in Kosovo, Servië en Montenegro. (De hierboven afgebeelde screenshots zijn van ‘the crevice’, van Predrag Sidjanin en Reiner Strasser, gedateerd 16 april 1999.) Hoewel zeker niet alle individuele bijdragen aan ‘weak blood’ even sterk of innovatief zijn, geeft de website als geheel een buitengewoon indrukwekkend beeld van de nieuwe mogelijkheden tot artistieke samenwerking en engagement, geboden door de media van het Internet.
Reiner Strasser, Re: The Virtual Affair: http://members.tripod.com/~repoem/
| |
| |
Loss Pequeño Glazier (USA): Command: Change Folder
(1996, HTML, http://www.ubuweb.com/contemp/glazier/command.html)
all rights reserved
Glazier creëert in zijn elektronisch oeuvre een spanningsveld tussen idiomen, procedures en technische details van het schrijfproces. In zijn ‘visueel-kinetisch’ werk, waarvan Command een kenmerkend voorbeeld is, richt hij zich in eerste instantie op het typografische beeld van de tekst, aangevuld met fotografische (reis-)impressies en geluidsopnames. Vragen met betrekking tot de potenties van het World Wide Web als publicatie- en distributiemedium, culturele arena en ‘performance’-ruimte staan daarbij centraal. Loss Pequeño Glazier is directeur van het Electronic Poetry Center (University of Buffalo).
Homepage Loss Pequeño Glazier: http://wings.buffalo.edu/epc/authors/glazier/
Electronic Poetry Center: http://wings.buffalo.edu/ epc/
| |
| |
Patrick-Henri Burgaud (Frankrijk/Nederland): Nuit
(1995, Quick Time [AVI], van cd-rom Poèmes et Quelques Lettres)
all rights reserved
Patrick Burgauds visuele poëzie (ten dele op papier, ten dele in elektronische vorm uitgevoerd) kenmerkt zich door de confrontatie van de ‘kalligrafie’ van het eerste gedeelte van elk gedicht en de ‘drukletters’ van het tweede. Maar Burgauds kalligrafie is eigenzinnig. De lettervormen zijn tegelijk zuiver picturale tekens en roepen bovendien reminiscenties op aan vervlogen tijden: enerzijds die van de beeldende oorsprong van het geschreven woord, anderzijds die van het - eigen - kinderschrift. Voor Burgaud telt de individuele waarde van élk taalteken, in al zijn mogelijke vormen (een opvatting die ook tot uitdrukking komt in zijn ‘House of the Small Languages’, een ‘Internet-monument voor uitstervende talen’). De animatie versterkt dit effect en creëert daarnaast betekeniselementen die de letters, als statische vormen, nooit zouden kunnen krijgen.
Homepage Patrick Burgaud: http://www.geocities.com/SoHo/Coffeehouse/7125/
House of the Small Languages: http://www.burgaud.demon.nl
| |
| |
Raymond Federman (USA): Eating Books
Vormgeving: Anne Burdick
(1998, Java applet, http://www.altx.com/ebr/ebr7/ebr7.htm)
all rights reserved
Fervent pleitbezorger sinds de jaren zestig van de zogenaamde ‘metafictie’, dit wil zeggen van het schrijven van ficties die zichzelf tot onderwerp van het schrijven nemen, vertrekt Federman hier van een historische anekdote om dan snel (het ritme van dit werk is geen onbeduidende factor!) aan te tonen hoe de nieuwe media een totaal nieuwe inhoud en vorm kunnen geven aan het voorwerp dat we ‘boek’ noemen. Het basismechanisme is bijzonder eenvoudig: Federman speelt met het feit dat de tekst - die we van links naar rechts over het scherm moeten laten rollen zichzelf ‘opeet’ om de lezer van de ene surprise in de andere te laten duiken en hem keer na keer te verrassen met nieuwe visies op de bekende boutade: ‘Een boek stelen is geen misdaad, als men het maar leest.’
| |
| |
André Vallias (Brazilië): A Leer - Antílogia Laborintica
(1997, HTML - Shockwave/Flash - RealAudio, http://www.refazenda.com.br/aleer/)
all rights reserved
De Braziliaanse dichter en ontwerper André Vallias presenteert in zijn meertalige en multimediale labyrint-laboratorium-bibliotheek een subliem panorama van het elektronische schrijven en lezen. Dwars door de taal- en literatuurgeschiedenis snijdende koppelingen - van Plato en Hölderlin naar de tekstgenerator, van Voltaire (‘De l'horrible danger de la lecture’!) naar de klankpoëzie, van Huidobro en Celan naar odes in de terminologie van de propositielogica en naar diagrammatische visuele gedichten, om slechts enkele voorbeelden te noemen - kunnen door de lezer met een muisklik worden opgeroepen. Stap voor stap en steeds via andere routes brengt die navigatie door de hypertekst het onbeschreven blad - de altijd op de achtergrond aanwezige ‘leegte’ (‘leer’ in de Duitse lezing des woords) - in kaart; van ‘pagina’ tot ‘gedicht’, zoals Vallias stelt in ‘Nous n'avons pas compris Descartes’ (hierboven afgebeeld).
| |
| |
Philippe Bootz (Frankrijk): Stances à Hélène
(1998, ToolBook/Director, van cd-rom alire/Mots-Voir: Le Salon de Lecture Électronique)
all rights reserved
Dit werk van Philippe Bootz (een van de beste Franse theoretici over elektronische literatuur en directeur van het elektronische tijdschrift alire) is een goede illustratie van zijn werk rond het begrip interactiviteit. Stances à Hélène, dat overigens op een zeer poëtische en verbaal inventieve manier het gesproken en het geschreven woord, maar ook klank en beeld op elkaar laat inspelen, is een interactief werk omdat het telkens anders wordt gelezen. Zowel de afspeelapparatuur van de lezer als diens tussenkomsten in het werk (het gebruik van de cursor zorgt ervoor dat een aantal toevoegingen worden gegenereerd die telkens anders zullen zijn) zijn medebepalend voor het eindresultaat, dat de auteur nog slechts gedeeltelijk onder controle heeft.
| |
| |
Charles Bernstein (USA): An Mosaic for Convergence
(1995, HTML, http://www.altx.com/ebr/ebr6/ebr6.htm)
all rights reserved
Dit essay van Charles Bernstein (een van de voortrekkers van de experimentele dichtersgroep L=A=N=G=U=A=G=E) is een ars poetica die de nieuwe grafische presentatietechnieken van de tekst (hier een reeks van wat vroeger gewone ‘slides’ zouden zijn geweest) koppelt aan een reflectie op het medium zelf en de invloeden van de computer op het maken en lezen van teksten. Bernstein gaat uit van de stelling dat de tekst zich niet in zijn integriteit of eigenheid bedreigd moet voelen door de computer, maar integendeel de komst van de computer moet aanwenden om zelf te breken met een verouderde tekstopvatting. ‘Not structurally challenged, but structurally challenging,’ vat hij dit samen in zijn betoog.
Homepage Charles Bernstein: http://wings.buffalo.edu/epc/authors/bernstein/
| |
| |
jodi (Nederland): OSS/••••
(1998, cd-rom, opgenomen in: Mediamatic/Context issue, vol. 9/#2-3)
all rights reserved
jodi - Joan Heemskerck en Dirk Paesmans - ‘beschouwen de textuur en de syntaxis van de computerprogrammatuur vooral ook als een visueel-poëtisch gegeven. [...] Het geheim [...] zit 'm vooral in de dadaïstische wijze waarop het materiaal wordt bewerkt. Dit gebeurt in een mengeling van frivoliteit en ernstige overdenkingen. Niets wordt aan het toeval overgelaten, behalve als er geen reden te bedenken is waarom dit niet moet gebeuren’ (Paul Groot, Mediamatic, Context issue, vol. 9#2-3, 1998 [schutblad]). De ‘aanval op het operating system’ die in jodi's wereldwijd besproken website is ingezet, culmineert in OSS/•••• (onderdelen daarvan zijn overigens ook via de website te downloaden).
jodi: http://www.jodi.org
|
|