Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146

(2001)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

Peter Holvoet-Hanssen
Wolkenkoekoeksoord + Inventaris

In Nephelokokkugia

 
1 Kosovoska trekt de wolken open, spreekt mij toe
 
 
 
Je laat je vallen, witte duivel van de koord
 
diep in de put, dan goed de kussens opgeschud
 
Vrouw Holle wenkt - verwacht geen pluim, ga door de poort
 
 
 
ook koeien zouden willen vliegen, hond volgt vos
 
naar onontdekte grot - je komt weer buiten (God
 
weet niet hoe laat het is) en woelt mijn dromen los
 
 
 
uiteengereten moeder / kind als pleepapier
 
een huis in brand: de tovenaar is in het land
 
hij speelt muziek voor de verbindingsofficier
 
een ex-gezinshoofd met een uitgeholde romp
 
 
 
vrijblijvend is dit wijsje niet, zigeunerlied
 
met gratis foto: bloederige hersenklomp
 
 
 
2 Kosovoska doet de wolken dicht van regen moe
 
 
 
Je zoent mijn voorhoofd: ‘Zotte mus, wat is er mis?’
 
‘Geen vogel is zo struis als ik, mijn leeuwerik.
 
Zie bodemloos verdriet, gat in de bakermat.
 
Schrijf toch dat liefde wint - als dat geen statement is.’
 
 
 
(...)
[pagina 78]
[p. 78]

De meeuwen van Polperro

 
de meeuwen van Polperro kennen Captain Slim
 
een hart van steen, een lege bank met zicht op zee
 
zijn ogen blauw met wolkenflarden van een droom
 
 
 
schavuiten van de wind, op elke schoorsteen van
 
Polperro echoot hij, de dief van fish and chips
 
 
 
in Mousehole kijkt een stoel naar buiten, ziet de kat
 
van Captain Slim die zich verveelt, met vissers speelt
 
de Stormkat blaast van Land's End tot aan John o'Groats
 
soms laat hij schuiten los - dan zwelt zijn honger aan
 
John Does als muizen in de val
 
John Shot
 
John Toms
 
 
 
de meeuwen van Polperro kennen Captain Slim
 
hij heeft Blue Peter (de romanticus) gekeeld
 
een kroeg herinnert aan de buit die werd verdeeld
 
verweerde vrouwen baarden parelmoeren troost
 
hun Johnnies uit de schelpenhuizen meegelokt
 
met zeezucht naar de overkant
 
het zilte groen
 
why Johnny Raw
 
John Barleycorn
 
John Dory too
 
 
 
zijn John was long dus lag zijn naam op ieders tong
 
The Red Fox, de geslepen kapitein der nacht
 
illusie was het niet - al glom hij in je pint
 
stil na verstomde storm, zo is het leven kind
 
 
 
de meeuwen
 
in '33 crying rond de Billie Bray
[pagina 79]
[p. 79]
 
cockles and mussels
 
 
 
alive
 
alive-o
 
 
 
sweet Molly
 
 
 
danst met Polperro's smokkelaars
 
met Zephaniah Job, met ‘Pudder’ en ‘Boy Doy’
 
en waait ze uit: John Hicks, John Rawling en John Rowe
 
‘The man who could stop bleeding’ Perry
 
en John Puckley known as ‘Shot’
 
 
 
een laatste dronk: op ‘Dingle’ en John Curtis, op
 
‘No father and no mother!’
 
hel de zeeblik van
 
ol' William Minards
 
 
 
mes en zakdoek van R.J.
[pagina 80]
[p. 80]

Een capsule landt in Flanders fields

 
bezoek de tijd - John Bull jaagt Garibaldi weg
 
Museum der stad Rotterdam in vuur en vlam
 
naar 1865, Antwerpen
 
een wolk drijft achteruit - in de Plezanten Hof
 
komt felle praat op 't Nieuwjaarsbal een jaar te laat
 
dan hagelt het en dondert het, tot zaterdag
 
op 't Bal masqué en komt gij zondag niet, Eugène
 
8 januari naar het Nationaal Tooneel
 
 
 
een Luxemburgse wolf gaet bij den Vos te School
 
Ravenna, werkman stuit op Dantes beenderen
 
een stoomschip zinkt - de Etna spuwt naar Mexico
 
een Belgisch korps dat heult en beult - o grauw labeur
 
de koolmijnramp te Dour komt velen duur te staan
 
in Frankrijk baart een vrouw een kind met geitenkop
 
en Jef, portier der Dierentuin, hij weet wanneer
 
 
 
de veulens dromen dat ze grote paarden zijn
 
 
 
wat leeg is, telt ook mee
 
 
 
het zand dat zuigt, ik zak
 
 
 
mijn sonde landt in niemandsland - staat blank, ik meet
 
geen tijd, cloud nine waar stilte zichtbaar is, begrensd
 
door mist; mijn kind, zij waadt door wolken in een stroom
 
terwijl ze mama mist - de hemel staat ook stil
 
 
 
dit is de Westhoek en de Westhoek klaart nu op
[pagina 81]
[p. 81]
 
de eerste gaten blauwer door het zonnegoud
 
een aquarel voor Raphael, John Constable
 
 
 
een fles
 
met S.O.S. vanuit een vossennest
 
langs daken boven nevel uit, op weg naar zee
 
 
 
een draak braakt water, vissen spuwen vuur
 
als ik
 
op stok de passie preek
 
hier / nu doormidden breek
 
 
 
het licht vliedt en
 
de nacht strooit sterren in een gracht
 
 
 
van over zee komt een
 
konvooi van wolken aan
 
 
 
om noodweer te verdrijven luid ik deze klok
[pagina 82]
[p. 82]

De prinses in de glazen spiegel

 
1
 
 
 
In every stage of life is given
 
A warning voice, it speaks from Heaven.
 
 
 
Tweeduizend muizen sliepen in tweeduizend lucifersdoosjes.
 
Koning Rat in zijn luchtballon kleurde alles in zijn vlucht: een
 
zwart-witte koe werd een Belgische vlag, loeide in shock tot
 
het kikkers regende. Maar nog viel geen stuiver uit de hemel.
 
 
 
Een lichtmast die wenkte en een stel aan de dood verried. Na
 
25 minuten werd het meisje gereanimeerd. Een witte duif die
 
tegen je raam vloog de nacht toen zij het leven liet. Riep ze op
 
de noodfrequentie? De duif op het dak keek je aan. Vraag niet
 
waarom. Toeval en geen toeval: die golflengte. Inflatie alom.
 
 
 
Hersendood.
 
Dood leidt het leven in lukraak afgeknipte banen.
 
In youth it whispers as a friend.
 
 
 
Leeft zij nog, parelvisser?
 
Nog leeft zij.
[pagina 83]
[p. 83]
 
2
 
 
 
In joy and grief, in ease and care.
 
In every age prepare, prepare.
 
 
 
Reynaerdijn, je had de rat vriendelijk verzocht te vertrekken.
 
Twee weken later lag hij in het midden van de tuin. Jij in puin.
 
 
 
‘99 kikkers pakten een paard naar Parijs.’ Je zag een raaf naar
 
de andere kant van de wereld vliegen om het donker te maken.
 
IJs in brand. Muis in val. Welk liedje spookte door je hoofd?
 
Kom vader, kom huiswaarts met mij.
 
 
 
Haar pony treurt en danst op de donder. Verzilverd groen.
 
Rond haar sterrenbed het gezin platgeslagen als de wolken.
 
 
 
De toverlantaarn is uitgedoofd.
 
Moeder houdt zich sterk, blijft tegen haar dochter praten.
 
Ergens moet ze me nog horen, denkt zij.
 
 
 
Is zij dood, kind op de pier?
 
Dood zij is.
 
 
 
In memorian Lisa Ysenbrandt (1981-2000)
[pagina 84]
[p. 84]

Een hart van Kapitein Slim

 
1
 
 
 
Hier houdt een vos zich schuil, onzichtbaar terroriseert hij zijn
 
omgeving. Zuid-Afrikaanse vos is verzot op struisvogeleieren die
 
hij op de stenen kapotslaat en opslurpt. Zijn familie in Costa Rica
 
klimt in bomen. Ik bekijk mijn dromen: dromen is ook schrijven.
 
Scharrelen in waterlopen, op zoek naar zoetwaterschaaldieren.
 
 
 
‘De schat of je leven’, zegt de rover. ‘Je leven is de schat.’
 
 
 
Achter dierentuinglas vliegen de pinguïns door het water. Onder
 
de stad rommelt de hel - door de roosters kruipt de stank. Daar
 
een drama, ergens anders een ramp. Waar de bemodderde man
 
een taxichauffeur aanviel met een mes, ziet Jonge Vos ze vliegen:
 
twee miljard vlinders perfect in de vorm van een regenboog.
 
 
 
‘Geef je over. Spelen is ontgroeien zoals komedie verwant is aan
 
tragedie. De zon schijnt maar elk moment kan de hel losbarsten.’
[pagina 85]
[p. 85]
 
2
 
 
 
Vakantie. Ze speelt bergje met haar moeder, wijst naar een
 
kwakend paard op een lelieblad. Een elfje vliegt uit haar hoofd.
 
‘Echt waar’, zegt ze. Als ze slaapt, zien rekel en moer hoe de
 
nacht wit ziet van de sterren. Wie sterft, schrijft mee de muziek.
 
 
 
Ze vindt een steen in de vorm van een hart. ‘Dit is een hart van
 
Kapitein Slim. Hij verliest er veel.’ Ze vindt er nog meer. ‘Slim
 
ligt altijd op de loer.’ Bij elke steen wordt zijn beeld scherper.
 
Hij lacht als een dode hond zijn tanden bloot, maar lachend.
 
Zoals grootvader die afscheid neemt op intensive care. Als
 
grootmoeder - om niet van pijn te janken. Als die man die grijpt
 
naar zijn stilstaand hart als naar een verloren portefeuille.
 
 
 
De kapitein duikt weg als een vos achter bomen en rotsen. Een
 
steen begint te gloeien in je hand - lacht in je vuist. Je kijkt in
 
de beweeglijke spiegel van de rivier: glas wordt weer water.
‘Wolkenkoekoeksoord’ is het vervolg van ‘Coördinaten voor wolkengaten’ (zie DWB/5 - 2000).
‘Een hart van Kapitein Slim’ komt uit de gedichtenreeks ‘Inventaris’.


Voorpublicatie uit: ‘Santander - ontboezemingen in het vossenvel’ (slot van een poëzietriptiek), Prometheus / Bert Bakker, Amsterdam, 2001.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Santander. Ontboezemingen in het vossenvel


auteurs

  • Peter Holvoet-Hanssen