Ongetwijfeld waren er nog veel meer verhalen van zonen over vaders, in de Russische literatuur (waar mijn vader erg van hield) en ook in de Nederlandse (Gerard Reve bijvoorbeeld, die ik enkele dagen geleden een laatste groet heb gebracht)... Er was natuurlijk ook Franz Kafka, die zijn erg problematische relatie met zijn vader beschreven had in een brief, die ik al als puber las.
En nu betrap ik mezelf erop dat ik met een mengeling van melancholie en mythomanie over mijn vader zit te schrijven, nadenkend over De kamer van Isabella. Daarover heb ik het later. Eerst ere wie ere toekomt: de verwekkers. Van professie was mijn vader een leraar technisch tekenen, die graag vertelde hoe hij elk jaar opnieuw applaus oogstte bij een klas veertienjarigen nadat hij met succes een ingewikkeld driedimensionaal machineontwerp op het krijtbord had voltooid.
In de talrijke vrije tijd die een leraar in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw had, ontpopte mijn vader zich onder mijn ogen als een selfmade bioloog, die met dezelfde precisie als de leraar technisch tekenen geen millimeter buiten het wetenschappelijk waarneembare wilde gaan. Hij spande zich zijn leven lang in om de natuur, de aarde en het heelal in zijn kamer zo exact mogelijk te reconstrueren. Ik vermoed dat hij probeerde de wereld te begrijpen aan de hand van zijn meest tastbare tekenen: aardkluiten, versteende stukjes geschiedenis, hoe ouder hoe beter.
Het ging zelfs zo ver: als je soms een keer onverwacht binnenkwam in zijn werkkamer, kon je hem op de top van de Mount Everest zien zitten, starend naar een ijskristal, of op de bodem van het Bajkalmeer, verzonken in gepeins over het fossiel van een pissebed in zijn hand.
Liefhebbende zonen die geconfronteerd worden met de dood van de belangrijkste geslachtsgenoot in hun leven, houden ervan de nagedachtenis door mythen in stand te houden. Is het beeld van mijn vader als bergbeklimmer (hij die in zijn hele leven misschien maar één keer echt boven de boomgrens is gegaan) een mythe? Ja, maar wat maakt het uit? Liegen mythen soms? De vragen malen door mijn hoofd, Jan, na je voorstelling. Jij werd tot deze voorstelling geïnspireerd door de bijzondere nalatenschap van je pasgestorven vader: vitrinekasten vol koloniale pracht. Mijn vader is ook pas dood, en zijn collectie gesteenten, fossielen en zand - een fenomenaal didactisch museum dat met de grootste zorg is ingericht - valt me in de schoot. Het heeft altijd deel uitgemaakt van mijn jeugd, als een opgedrongen decorum, en nu het geen eigenaar meer heeft, gaat het opeens in zijn naaktheid en grootsheid voor me staan - een vreemd kabinet. Ik heb ervan gehouden en ik heb het gehaat, nu is het plots van niemand en van mij.
Het is mogelijk dat verzamelwoede een vorm van vluchten is. In De kamer van Isabella passeren talrijke thema's de revue, letterlijk, want de toeschouwer wordt geconfronteerd met verschillende visies op een leve