Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156

[p. 174]

Medewerkers

LARS BERNAERTS (1980) is onderzoeker aan de UGent en docent Literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is lid van de stuurgroep van het Studiecentrum voor Experimentele Literatuur (www.sel.ugent.be). Hij publiceert over moderne Nederlandse literatuur en over verteltheorie. In 2011 verschijnt van hem De retoriek van waanzin, een studie over waanzinnige ik-vertellers in modern proza.

SASKIA DE COSTER (1976) is auteur van Vrije val (2002), Jeuk (2004), Eeuwige roem (2006), Held (2007) en Dit is van mij (2009). Naast romanschrijver is ze ook theaterschrijver (‘U_razende stilstand’ - CREW), oratoriumschrijver, columnschrijver, videomaker, kernredacteur van DW B en beeldmachine.

HANS COTTYN (1972) studeerde Geschiedenis (UGent) en Literatuurwetenschappen (interuniversitair). Sinds 1997 werkt hij als redacteur bij verschillende Vlaamse uitgeverijen. Hij hield een boekenrubriek bij voor Teek en de Clickx-portaalsite, en voor de krant De Tijd schreef hij (literaire) reisreportages. Hij publiceerde in Nieuw Wereldtijdschrift, Deus ex Machina en De Leeswolf over literatuur en geschiedenis. Sinds februari 2007 is hij medewerker van de literaire nieuwssite De papieren man (www.depapierenman.be).

HANS DEMEYER (1987) studeerde de bachelor Taal- en letterkunde (Nederlands-Engels) en de master Vergelijkende moderne letterkunde aan de UGent, gevolgd door de master Literatuurwetenschappen aan de K.U. Leuven. Hij is recensent en essayist en publiceerde in onder meer De Leeswolf, Vooys en De Reactor.

JEROEN DERA (1986) rondde in juli 2010 cum laude de onderzoeksmaster Letterkunde & Literatuurwetenschap af aan de Radboud Universiteit Nijmegen, met een scriptie over Hans Faverey. Hij was hoofdredacteur van Vooys, zit in de poëzieredactie van Meander en publiceerde artikelen en essays in tijdschriften als nY, Filter, De Parelduiker, Poëziekrant en Ons Erfdeel.

ESTHER EGGERMONT (1985) behaalde in 2007 een master in de Beeldende kunsten, afstudeerrichting Fotografie aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel. Ze publiceerde een beeldend onderzoek naar de Brusselse stadsfotograaf Jean Kämpfe (1843-1883) in Citigraphy 2.

CHRISTOPHE VAN GERREWEY (1982) studeerde Architectuur aan de UGent en Literatuurwetenschappen aan de K.U. Leuven. Hij is als voltijds assistent verbonden aan de Vakgroep Architectuur & Stedenbouw van de UGent. Van Gerrewey schrijft verhalen, romans, recensies, essays en kritieken over onderwerpen zoals literatuur, beeldende kunst, theater en architectuur. Hij publiceerde onder meer in DW B, De Witte Raaf, NRC Handelsblad, Streven, Metropolis M en Etcetera, en in boekvorm in Ruskin, Rotterdam en Regen of niets. In 2010 verscheen Vijf ziekteverhalen bij Druksel.

[p. 175]

LAURENS HAM (1985) is literatuurhistoricus en essayist. Hij werkt aan de Universiteit Utrecht aan een proefschrift over ‘autonomie’ in de Nederlandse literatuur vanaf de negentiende eeuw en doceert aan de Koningstheaterakademie in Den Bosch. Hij publiceert essays en kritieken in onder meer nY, Parmentier, De Reactor, Ons Erfdeel en De Groene Amsterdammer.

ANNE HOLTROP (1977) studeerde in 2005 cum laude af aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, en is sindsdien zelfstandig architect. Daarnaast is hij als gastdocent verbonden aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en Rotterdam en is hij redacteur van OASE, een onafhankelijk tweetalig tijdschrift voor architectuur, en medeoprichter van de interieurmaster Inside aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. In 2008 werd hem de Charlotte Köhler Prijs voor Architectuur toegekend. Holtrop woont en werkt in Amsterdam.

STEVEN HUMBLET (1970) studeerde Filosofie en Culturele en sociale antropologie aan de K.U. Leuven. Jarenlang recenseerde hij fotografietentoonstellingen voor De Financieel-Economische Tijd. Tegenwoordig doceert hij Fototheorie en Fotogeschiedenis aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel. Hij blijft verder schrijven over fotografie in bladen als De Witte Raaf en Camera Austria. Humblet bereidt een proefschrift voor over de verbeelding van Fifth Avenue in teksten en beelden uit de periode 1890-1945.

MYRIAM VAN IMSCHOOT (1969) is actief in het domein van performance en installatie. Ze werkt sinds 2008 met haar eigen archief als medium en artistiek instrument, wat leidde tot een reeks werken rond geheugen en geschiedschrijving: de performance Pick up Voices (in samenwerking met Christine De Smedt, 2008), de video Fax Film (2008) en de geluidsinstallatie Can I be your witness (samen met Kristien Van den Brande en Ayméric de Tapol, 2009). Momenteel bereidt ze een solo voor voor het festival Performatik in het Kaaitheater (maart 2011). In 2011 ontwikkelt ze met Constant en Sarma software die in het bijzonder gericht is op de publicatie van orale documenten. Haar werk was te zien in het Kaaitheater, de Jan van Eyck Academie, het Kran Film Collective, het Working Title Festival en het festival Playground in het STUK. Ze werkt regelmatig als dramaturge en curator.

ERWIN JANS (1963) studeerde Germaanse filologie en Theaterwetenschap aan de K.U. Leuven. Hij werkte als dramaturg in Brussel (KVS) en Rotterdam (Ro Theater). Op dit ogenblik is hij dramaturg bij Het Toneelhuis (Antwerpen). Hij doceert over theater en drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen en in de master na master Theaterwetenschap aan de Universiteit Antwerpen. Hij publiceert over theater, literatuur en cultuur in onder andere De Morgen, De Tijd, Eutopia, Etcetera, DW B, Rekto: Verso, nY, De Reactor, De Leeswolf en De Theatermaker. In 2006 verscheen zijn essay Interculturele Intoxicaties. Over kunst, cultuur en verschil (Epo). Samen met Dirk van Bastelaere en Patrick Peeters stelde hij Hotel New Flandres. 60 jaar Vlaamse poëzie 1945-2005 (2008) samen. Met Eric Clemens schreef hij het essay De democratic onder vragen (2010) dat ook in het Frans verscheen. Een publicatie over de Vlaamse toneelliteratuur sinds 2000 is in voorbereiding.

[p. 176]

DIRK LAUWAERT (1945) doceerde jarenlang Fototheorie en Fotogeschiedenis aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel. Zijn onderzoek spitst zich toe op negentiende-eeuwse stadsfotografie en op mode in film en fotografie. In 2007 verscheen Lichtpapier, een selectie uit zijn belangrijkste artikels en essays over fotografie.

DIRK LEYMAN (1965) studeerde Politicologie en Literatuur- en Theaterwetenschappen aan de UGent. Hij is boekenredacteur bij De Morgen en recenseert er onder meer Nederlandse en Franse literatuur. Leyman was samensteller en coauteur van de literaire stedenboeken Gent, de dubbelzinnige (2000) en Nice, muze van azuur (2004), uitgegeven bij Bas Lubberhuizen. Hij zetelt in diverse letterenjury's en publiceerde in talloze Vlaamse en Nederlandse literaire tijdschriften, in het Franse weekblad Courrier International en in het jaarboek Snoecks, en was acht jaar redacteur van het tijdschrift Deus ex Machina. In September 2006 startte hij met zijn literaire nieuwssite De papieren man (www.depapierenman.be), die samenwerkt met NRC Boeken en in 2009 de Dutch Bloggie ontving als ‘beste literatuurweblog’. Voor uitgeverij Voetnoot verzorgt hij de redactionele leiding over de Belgicareeks. Leyman werkt aan een literair non-fictieboek dat in 2011 bij De Arbeiderspers zal verschijnen.

JAN MASSCHELEIN (1956) leidt het nieuw opgerichte Laboratorium voor Educatie en Samenleving aan de K.U. Leuven. Daar wordt onderzoek gedaan naar de publieke betekenis van opvoeding en onderwijs en de zich wijzigende ervaringen van tijd en ruimte in het tijdperk van het netwerk. Veel aandacht gaat ook naar school-architectuur en naar experimentele pedagogische praktijken. In het Nederlands publiceerde hij, telkens in samenwerking met Maarten Simons: Globale immuniteit: een kleine cartografie van de Europese ruimte voor onderwijs (2003), Europa anno 2006: e-ducatieve berichten uit niemandsland (2006) en De schaduw van onze welwillendheid. Kritische studies van de pedagogische actualiteit (2008). In 2007 verscheen zijn vertaling van Jacques Rancières De onwetende meester.

MELANIE MATTHIEU (1989) leeft, denkt en werkt te Brussel. Ze behaalde een bachelorgraad in de Beeldende kunsten, afstudeerrichting Fotografie aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel. Momenteel doet zij stage bij de Zwitserse kunstenares Marianne Müller te Zürich. Ze won de Photo Academy Award 2010.

THOMAS MÖHLMANN (1975) is medewerker van het Nederlands Letterenfonds, redacteur van poëzietijdschrift Awater en samensteller van meerdere poëziebloemlezingen. Zijn debuutbundel De vloeibare jongen verscheen in september 2005 bij uitgeverij Prometheus, werd in 2006 genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs en in 2007 bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs. In het najaar van 2009 verscheen zijn bundel Kranen open, die werd gekozen als Aanbeveling van de Poëzieclub voor najaar 2009 en genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs 2010.

NICK J. SWARTH (1959) is dichter en performer. Publicaties van zijn hand zijn ¡Mondo Manga! (gedichten), Horror Vacui | een docudrama in 14 staties (registratie van een schandaalverwekkend kunstproject), Naked City Poems (stadsgedichten 2005-2007), Vier zure zultsculpturen (grafiekmap) en De napalmsessies (bundel en dvd). Swarth is voorganger van het trio Betonfraktion en medevoorganger van het Rotterdamse Ruft, dat liever improviseert dan repeteert. Voorts is hij actief in Zwarte Vleugels, dat voorstellingen maakt op basis van een rock-'n-rolldramaturgie. Meer info: www.swarth.nl.

[p. 177]

HANS VANDEVOORDE (1960) doceert Nederlandse literatuur aan de Vrije Universiteit Brussel en is als vrijwillig postdoctoraal medewerker verbonden aan de Vakgroep Geschiedenis van de UGent. Hij publiceert vooral over de literatuur en cultuur van het fin de siècle en het interbellum en over hedendaagse poëzie. Momenteel werkt hij aan een biografie over August Vermeylen.

EVELINE VANFRAUSSEN (1970) studeerde Germaanse filologie en Theaterwetenschappen aan de K.U. Leuven. Ze was verbonden aan het departement Literatuurwetenschap van diezelfde instelling, waar ze meewerkte aan projecten over volksverbonden en regionale literatuur. In 2001 promoveerde ze op het proefschrift Uit schemerleven in den hellen dag getreden. Een discursieve lectuur van het tijdschrift De Vlag (1936-1944). Tegenwoordig oefent ze zich onafhankelijk in het lezen en schrijven van teksten en denkt na over de wisselwerking tussen lezen en leven.

SVEN VITSE (1981) studeerde Germaanse talen en promoveerde in 2008 aan de Vrije Universiteit Brussel op een proefschrift getiteld Een woestijn die de stad verpulvert. Marxisme, kritiek en representatie in poststructuralisme, Ander Proza en postmodern proza. Momenteel werkt hij als juniordocent aan de Universiteit Utrecht. Oktober 2010 verscheen zijn essaybundel Tekstbestanden bij uitgeverij het balanseer.