Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156 (2011)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156

(2011)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 775]
[p. 775]

Paralezingen.
Over het multiversum van Bryan Talbot

Para 00.38.56: ‘A 1984... A Hyde Park... An Albert Memorial.’ Wanneer zelfs de orwelliaanse dystopie maar als één van vele parallelle werelden wordt verbeeld, weet je als lezer dat het boek dat je in handen hebt je als een kolkende rivier naar de bedding kan zuigen. Als dat dan ook nog lukt, weet je dat je een van de belangrijkste werken uit de geschiedenis van het beeldverhaal achter de kiezen hebt. In The Adventures of Luther Arkwright (1978-1989), het cultboek waar de Britse stripmaker Bryan Talbot (1952) vanaf 1978 jarenlang aan timmerde, wordt zo'n rijkdom aan feiten, ideeën, visioenen en interpretaties gepresenteerd dat het je al snel gaat duizelen. Voor Talbot is sciencefiction geen toekomstbeeld dat draait rond uit inventiviteit en fantasie geslepen uitvindingen. De kern van zijn sciencefiction draait rond parallellie, is het hier en nu, in zijn mogelijke toestand, als een universum dat net zo goed anders - beter of slechter - had kunnen bestaan.

Talbot plant zijn futuristische voeten stevig op Britse bodem. De strijd die in The Adventures of Luther Arkwright wordt geleverd, is die tussen Royalists en Puritans om het Groot-Brittannië van Para 00.72.87. De Britse monarchie is na de Engelse burgeroorlog in het midden van de zeventiende eeuw nooit hersteld. Lord Protector en hoofd van de Anglicaanse Kerk Nathaniel Cromwell - nazaat van de beruchte Oliver Cromwell - voert een extreem repressief bewind. Luther Arkwright, een soort transdimensionaal agent begiftigd met de vaardigheid tussen paral-

[pagina 776]
[p. 776]

lelle werelden te kunnen switchen, wordt met de telepate Rose Wylde ingezet om het ondergrondse verzet van de Royalists van ruggengraat te voorzien. Op grotere schaal moet die rebellie de in sleutelposities van de macht geïnfiltreerde Disruptors uit hun hol lokken zodat de opdoemende vernietiging van het multiversum door het mythische Firefrost kan worden gestopt. Dat ultieme massavernietigingswapen houdt de sleutel in zich tot geboorte en dood, schepping en vernietiging, maar eenmaal geactiveerd leidt het onherroepelijk tot het einde.

De activering van Firefrost heeft gevolgen over de parallelle werelden heen, en Talbot is zo inventief om in korte logboeknotities die onrust zeer concreet te duiden: ‘Para 01.68.85 France. Eiffel Tower collapses after anarchist attack. 42 dead’, ‘Para 02.92.67 Australia. Killer flu epidemic’, ‘Para 02.81.61 Reading. Facsimile of Bayeux tapestry spontaneously combusts’, ‘Para 01.42.21 World War Three. Nuclear holocaust’, ‘Para 01.42.22 World War Three. Nuclear holocaust’, ‘Para 01.42.23 World War Three. Nuclear holocaust’... Wat makkelijk een flinterdun armageddonverhaaltje had kunnen worden, is in Talbots handen uitgegroeid tot een rijk gestoffeerd, intertekstueel, complex en inventief werk over corrumperende macht, hypocrisie, de bedreiging van eenheidsworst en unilateralisme, en de angst voor verandering.

Jazeker, Luther Arkwright is ‘the saviour of the bloody multiverse’ en als uitverkoren homo novus ‘the next stage of humanity's evolution’, maar Bryan Talbot laat geen centimeter onbenut om zijn hoofdrolspeler in een divided kingdom inzichten in zich te laten opnemen en zijn profetieën als echo's naar onze eigen Para te laten opklinken. Arkwright - en met hem Talbot - beweegt zich van het volkse Houndsditch, waar William Blakes ‘The tygers of wrath are wiser than the horses of instruction’ als rebelse graffiti de muren siert, naar het Crystal Palace waar het tapijt van Bayeux - ‘little more than a propaganda comic strip’ - hangt en in vlam-

[pagina 777]
[p. 777]

men opgaat. Talbot grijpt regelmatig terug naar die gewelddadige propagandastrip en laat de martiale Bayeuxfiguurtjes in de finale confrontatie tussen Royalists en Puritans als echo's uit de lucht tuimelen. Tussendoor krijgt de lezer onder veel meer Eddie Adams' (onbewerkte) iconische foto van een straatexecutie in het Saigon van 1968 te zien, en evoceert Talbot de Ieperse loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. Via Hiram Kowolsky van de New Amsterdam Herald bereikt de Europese veldslag om het Empire ook de United Colonies of America. Het geeft Talbot de kans om afstand in te bouwen en bijvoorbeeld de verwikkelingen na het herstel van de monarchie te duiden. Het koningshuis blijkt in de euforische nadagen van de overwinning een loopje met de democratische controle te nemen en dreigt op zijn beurt te vervallen in de usances van de macht. Kowolsky neemt zo een voorschot op Heart of Empire, het tweede Luther Arkwright-boek.

Talbots onderneming is ambitieus in alle opzichten. De intertekst vormt met de narratieve parallellie en de kosmische proporties van Luther Arkwrights evolutie een dicht weefsel dat als spiegel van de Engelse en globale samenleving fungeert. Talbot is gelukkig een meester van het detail en van de visuele ontwikkeling van een plot. In collages, overlappingen, perspectiefwissels, herhalingen, ingenieuze tekstvariaties, staccato's en uitgerekte scènes weet hij een dynamiek te verbeelden die gelijkloopt met het voortrazende en voortdurend verspringende verhaal en uiteindelijk maar één doel dient: de vertaling van dat ene principe dat The Adventures of Luther Arkwright doordesemt: ‘All is transitory: the only constancy is change.’

Bryan Talbot ziet in het medium van het beeldverhaal een uitgelezen mogelijkheid om dingen aan te kaarten. Dat hoeven niet altijd politieke kwesties te zijn met wereldwijde repercussies. In het veel intiemere The Tale of One Bad Rat (1995) is de centrale figuur een tienermeisje dat

[pagina 778]
[p. 778]

is weggelopen van huis. Helen Potters tocht is er een die haar wegleidt van haar vader, maar niet in staat is de herinneringen aan het jarenlange misbruik te stoppen. Die herinneringen zijn haarscherp en hebben een pendant in visioenen over haar zelfvernietiging. Dat is waar de kracht van het medium en de visie van Talbot op de voorgrond treden: de scènes die zich in haar hoofd afspelen - ze ziet zichzelf zelfmoord plegen door onder een metro of van een brug te springen - komen ongefilterd, zonder visuele markering op de lezer af. Van bij het begin confronteert de vermenging van de tastbare en geestelijke werkelijkheid in een extreem realistische stijl en sobere stripgrammatica, gebaseerd op feitelijke modellen en landschappen, de lezer met een levendige problematiek. Wanneer Helens reisgezel, een rat, wordt gedood, neemt die in haar fantasie een cruciale en (letterlijk) steeds grotere rol op zich. Het pad van de verwerking voert Helen van Bolton Gardens in South Kensington naar boerderij Hill Top in het Lake District. De rode draad die Talbot met Helens reis verweeft is die van Beatrix Potter, de geestelijke moeder van Peter Rabbit, die ook een rat als huisdier had en Helens grote voorbeeld wordt. Het is uiteindelijk in het Lake District dat de mogelijkheid tot verzoening Helen tot stilstand brengt, zoals ook Beatrix Potter hier tot rust kwam.

 

In Grandville (2009) en opvolger Grandville Mon Amour (2010) duikt Talbot opnieuw de sciencefiction in, ditmaal met een steampunk romance thriller. In een onbestemd jaartal is het Verenigd Koninkrijk verworden tot een wat onbenullig vlekje op de landkaart onder de noemer Socialist Republic of Britain, een gevolg van aanhoudende burgerlijke ongehoorzaamheid en anarchistische bombardementen die tot de onafhankelijkheid van de bezettende macht, het Franse rijk, hebben geleid. Focus van het hele gebeuren is het odd couple Detective-Inspector Archibald LeBrock van Scotland Yard en zijn assistent Roderick Ratzi - een soort gepimpte

[pagina 779]
[p. 779]

Sherlock Holmes en Watson -, twee oer-Britse figuren die in het vijandige gebied van Grandville, een futuristisch Parijs uit de belle époque, met de nodige agressie aan misdaadbestrijding doen. In het troebele water van Grandville veroorzaakt elke steen in de politieke en sociale vijver rimpelingen die 9/11, complottheorieën, oorlogsretoriek en de economische overheersing en het perverse mercantiele karakter van de politiek evoceren.

Talbot dompelt de lezer onder in een wereld die behalve een echo van reële maatschappelijke problemen, ook een wonderlijke artistieke provocatie is. Grandville is geïnspireerd op het werk van de invloedrijke negentiende-eeuwse Franse karikaturist J.J. Grandville. In die satirische, antropomorfe traditie schrijft Bryan Talbot zich in. De strijd van de keiharde, roekeloze das LeBrock en zijn sluwe kompaan Ratzi de rat verhult nauwelijks de striemende aanklacht tegen extreme wantoestanden die ons politieke bedrijf nagenoeg openlijk typeren. ‘An empire needs to be at war... it's its engine, its driving force...and...and we need Britain's oil’, geeft wombat-wapenhandelaar Madame Krupp toe wanneer ze op sterven ligt. Het Brick Lane Massacre, dat het Britse verzet verenigde en uiteindelijk leidde tot de onafhankelijkheid van de Socialist Republic of Britain, blijkt opgezet spel te zijn, de prijs ‘of our independence’, ‘of peace’. Behalve politieke allusies - Jean-Marie Lapin is eerste minister van Frankrijk, de zogenaamd anarchistische terreurdaad bekend als de Robida Tower Outrage heeft plaatsgemaakt voor een Ground Zero - verweeft Talbot ook culturele knipogen in zijn werk, zoals het Parijse theater Folies Bergère, bellboy Robbedoes, een antropomorfe versie van Eugène Delacroixs La liberté guidant le peuple of Kuifjes Bobbie als opiumverslaafde, ijlende landloper. Bryan Talbot kan zich in de revolutionaire wereld van Grandville volledig laten gaan. Zijn tekeningen zinderen van de elektriciteit en puffen van de stoom, glimmen van de gladde, futuristische toetsen, roepen

[pagina 780]
[p. 780]

een magisch en grimmig klimaat op. De diermensen en decors worden prachtig gedetailleerd weergegeven, de mensen of Doughfaces - in Grandville minderwaardige wezens - die de wereld nog bevolken blinken uit in hun karikaturale uitzicht, gevat in een verrassende klare lijn.

 

Minder klaar is Talbots grensoverschrijdende ‘entertainment’ Alice in Sunderland (2007). In die prikkelende collage rond Lewis Carrolls Alice in Wonderland en het Noord-Engelse Sunderland weeft Bryan Talbot een complex en veelkleurig doek dat het concept van parallellie uit de Luther Arkwright-verhalen voortzet. ‘You may have noticed that I've been telling these stories in the present tense - as if they're all happening simultaneously... and in a way they are! They're all happening right now - but in the past!’ meldt de performer die in het Empire Theatre een eenmanspubliek probeert te onderhouden. Het multiversum van Alice in Sunderland is springerig en intens vormgegeven en bewijst opnieuw Talbots neus voor een verstrengeld en gelaagd narratief. Die wijst behalve naar Sunderland en Lewis Carroll ook, en misschien zelfs vooral in de richting van het beeldverhaal zelf. Wanneer Talbot vast komt te zitten in zijn verhaaldraden (en dat ook toont), oreert stripgoeroe Scott McCloud: ‘Don't confuse the genre with the medium! Comics can be about anything. Any style, any subject!’ Talbot volgt het advies en doorspekt zijn essayistische beeldboek met stilistische variaties als (opnieuw) het tapijt van Bayeux, schilderijen, avonturencomics, foto's, pastiches, ridderstrips... Die diversiteit wordt aan het slot van het boek opgehangen aan een inhoudelijk pleidooi voor variatie, een verbreding van het concept identiteit, een ontmaskering van het illusoire zuiverheidsdenken, een expliciete aanklacht tegen de extreem rechtse ideologie. Om terug uit te komen bij het visionaire The Adventures of Luther Arkwright ‘The only constancy is change.’

[pagina 781]
[p. 781]

‘Memento’, Bryan Talbots bijdrage aan Zzzzzzz, de laatste graphic novel, is een silent comic - die hij maakte in 2001 voor het Britse stripweekblad 2000 A.D., maar die al twintig jaar in zijn hoofd kiemde. In een postapocalyptische setting - een ondergrondse, streng bewaakte stadsbunker - voert Talbot een koerier op die een stervende man nog een laatste blik op de bovengrondse wereld moet gunnen. Tijdens die missie rekent het hoofdpersonage af met gewelddadige bendes en komt hij terecht in een stadskern als een fabriek waar massaproductie en -consumptie de spil van een perverse samenleving op apegapen lijken te vormen. De gruwelijke oppervlakkigheid die luid uit de beelden opklinkt contrasteert sterk met de verstilling. Alsof Talbot de woorden niet meer vindt om in deze parallel zijn rebellie uit te schreeuwen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken