Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen (1531)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen
Afbeelding van Dits die Excellente Chronijcke van VlaenderenToon afbeelding van titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.95 MB)

ebook (36.62 MB)

XML (4.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

(1531)–Anoniem Dits die excellente cronike van Vlaenderen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Beghinnende van Liederick Buck den eersten forestier tot den laetsten, die door haar Vrome feyten, namaels Grauen van Vlaenderen gemaect Worden [...]


Vorige Volgende

¶ Dit ghesciede smaendaechs ten steicspele, ende tsauents ten banckette.

ITem doe quam mijn heere vanden casteele Gyon, hemseluen presenterende vp die Reke, die welcke sandt ten voorseyde gulden boome eenen schilt verwapent met sijnder wapene. Ende dat ghedaen sijnde, quam voor hem die voorseyde Ruese, gheleedt byden voorseyden Naen, ghebonden metter ketene als voren Ende die Ruese nam dye voorseyde here van Gyon byder mane van sinen peerde, ende leeddene tot voor die vrauwen, omme hemlieden reuerencie te doene. En daer den Iuge presenterende, ende sijn peert was verchiert met gulden lakene, ende achter hem haddy.ij.paedgien, wiens peerden verchiert waren met peertsch gulden lakene. Ende die paedgien waren ghecleet met groenen sattijne, ende noch hadde hi in sijn gheselschip.vij.Rudders ende edele mannen, ghecleet met mantelkins van groenen sattijne, ghenouch ghelijck den voorseyde paedgen.

 

¶ Item die huytcomste van mijn heere die bastaert was huytnemende costelick, sijn peert was verchiert met gulden laken cramosijn, ende met hem vier edele mannen van sijnen huyse, wyens peerden waren verchiert met witten lakene van Damast, ende daer vp gheborduert gulden boomen. Ende dese voorseyde edele mannen waren ghecleet met schoonen tanneyten sattijne. Ende si reden yeghens malcanderen, totten ghetale van.xviij.iousten, binnen den welcken si braken.x.glauien, te wetene mijn heere dye bastaert.viij.ende dander maer.ij. Ende die here vanden casteele Gyon vulquam bi mijnen here den bastaert, behouden dat sy daer naer noch ter eere vanden vrauwen noch eene iouste deden, vanden welcken gheen gheraect en was.

 

¶ Item daer naer quam Chaerle de visau aen die voorseyde lijste, die byden naen gheleet was voor die vrauwen, om hemlieden reuerencie te doende, ende van daer voor den Iugen, ende sijn peert was verchiert met orfeuerye van goude ende van seluere, gheboort met peerschen lakene, ende ghestrijpt, ende daer vp besaeyt met sijnder deuijse, ende was gheacompaengiert metten aertchiers van mijnen gheduchten heere die hem dienden te voet, ende met hem was een edel man te peerden, die hem diende vander glauie. Ende hi was ghecleet met eender Iorneye van orfeuerye vander seluer leuereye vanden Hertoghe Kaerle.

 

¶ Item mijn here die bastaert die vertrocken was, quam weder metter glauye in die hant yeghens den voorseyde Chaerle, ende hadde doe sijn peert verwapent met ghetughe van orfeuerye, daer aen hinghen grote bellen van seluere. Ende reden deen yeghens dandere, tot den ghetale van.xxi.loopen, binnen den welcken waren ghebroken bi mijn here den bastaert.ix.glauyen, ende byden seluen Chaerle.viij.glauyen, ende die sulcke waren ghebroken die croone of, som inden middele, ende som byden eynde. Ende dit ghedaen sijnde, men blies den hoorne, doen liepen sy noch eenen loop, omme te vuldoende, twelc was sonder gheraken.

 

¶ Item daer naer was dye incomste van mijn here van Fienes, die also ghecleet was als die Ruese, ende die Ruese ghinck hem halen ende leeddene tot die vrauwen, om hem lieden te doene reuerencie, ende van daer voor die Iugen, ende sijn peert was seer rijckelick verchiert met swarten fluweelen lakene, gheborduert met gouden lakene van sijnder deuijse, ende vp den rugghe van sinen peerde so was een rijckelicke blomme gheborduert van goude, ende hy hadde.iiij.paedgen ghecleet met tanneyt fluweel, ende blaeu, beleydt met orpheuerye, met cleenen capproenkins tanneyt, gheborduert van ghelijcken, ende hi hadde met hem.vij.peerden met paedgen, ende andere. Deerste paedge sijn peert was verchiert met orfeuerye, met grote clocketten van seluere daer vp. Die tweeste met selueren bellen seer rijckelick. Die derde verdect met gulden lakene, verdect met Ermijnen. Die vierde was verchiert met fluweelcramosijn, gheboort ooc met Ermijnen. Dye peerde knape hadde een peert in die hant, verchiert met gulden laken cramosijn, ende den sadele van ghelijcken, ende tpeert vanden palfernier was verchiert met blaeuwen fluweele, gheboort

[Folio C.xli.v]
[fol. C.xli.v]

met orfeuerye. Ende hadde in sijn gheselscip vier edele Rudders, ende andere ioncheeren. Eerst mijn heere Iacob van Lutcenburch sijn oom, mijn here van Rouchy sijn rechtsweer, mijn heere van lutcenburch sijn broedere, ende mijn heere de markijs van Ferrare, hebbende die twee laetste peerden vercleet met blaeuwen fluweele, gheboort met orfeuerye met groote bellen van seluere, ende die edele mannen waren ghecleet met iorneyen van swarten fluweele, gheboort met twee groote gouden letteren vander deuijse van mijn heere van Fienes, ende noch menich andere Ruddere met hem costelic ghecleet van diueersche colueren, in sijde ende in fluweele, elck om costelicst ende eerlicst.

 

¶ Item mijn here Anthonius dye bastaert quam weder huyte verchiert sijn peert met costelic groen gouden laken, gheboort met orpheuerye van seluere. Ende hi hadde te dien daghe in sijn gheselscip vele edele mannen van sijnen huyse, onder welcke edele mannen datter viere waren die haer peerden verdeckt hadden met wit lakene van damast, gheborduert met gulden boomen, ende hadden iorneyen van tanneyte satijne, vp haerlieder wambaysen. Ende dese twee reden deen yeghens dandere seer clouckelick.xxiiij.loopen, binnen den welcken loopen waren ghebroken by mijn heere die bastaert.xi.glauien, ende byden voorseyde Fienes.vij. Ende dit ghedaen sijnde, men blies den hoorne. Ende noch liepen si elck eenen loop ter eere vanden vrauwen, maer twas sonder gheraken.

 

¶ Item vp dyen dach was dye Hertoghe Kaerle van Bourgoengien ghecleet met eenen langhe keerle, van swart gouden lakene, ende, gheuoert met sabels, ende sijn paedgen ende voetloopers waren alle ghecleet met blaeu gouden laken.

 

¶ Item den seluen dach sauents ten banckette was ghetoocht drie personaedgien, Die ioncheyt van Hercules, hoe dat hi onder ander dieren verwan twee serpenten.

 

¶ Item daer naer was ghetoocht eenen griffoen also groot als een peert, die welcke ghinc van tafele te tafele, ende keerde sijn hooft ende sijn ooghen in sijn hooft, ende sijn tonghe in sijnen bec, twelc seer vreimde was om te siene.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Duitsland

  • Frankrijk

  • Spanje

  • Groot-BrittanniĆ« (en Noord-Ierland)