Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 3 (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 3
Afbeelding van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (70.26 MB)

ebook (77.23 MB)

XML (3.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 3

(1893)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

Uit de studeercel der redactie.

Iets nieuws te vernemen omtrent een boek, dat in bijna alle talen der wereld, tot in het Soendaneesch toe, is vertaald, wekt altijd belangstelling.

Gedurende de twee laatste jaren heeft men op nieuw werk gemaakt van Defoe's Robinson Crusoe, vooral in Duitschland. Hermann Ullrich uit Chemnitz is bezig - hij vertelt het zelf - aan eene geschiedenis van alle Robinsonaden, in Duitschland en elders, waarbij eene compleete lijst der navolgingen van Defoe in het licht zal verschijnen. Deze zeer omvangrijke arbeid zal eerlang worden uitgegeven. Intusschen verscheen in 1892 een Promotionsschrift van August Kappenberg onder den titel: Robinson in Deutschland bis zur Insel Felsenburg (1731-1743). Ein Beitrag sur Litteraturgeschichte des 18. Jahrhunderts (Hannover).

Deze dissertatie beoordeelend in het zeer degelijke Zeitschrift für vergleichende Litteraturgeschichte van Dr. Max Koch, (VI, 3, bl. 259, en vlg. 1893) heeft Hermann Ullrich verschillende tekortkomingen van August Kippenberg aangetoond, waarbij blijkt, hoe rijk Duitschland in het tweede vierdedeel der achttiende eeuw aan Robinsonaden was. Beide auteurs - Ullrich en Kippenberg - toonen evenwel op het duidelijkst, dat zij schromelijk mistasten, zoodra zij van Nederlandsche Robinsonaden beginnen te spreken.

Ullrich zegt immers: ‘Dass der mir in einer holländischen, einer franzözischen und einer deutschen Ausgabe wohlbekannte “Kurtzweilige Avanturier” des Nicolaus Heinsius auch unter dem Titel der Niderländische Robinson herausgekommen ist, hätte ich aus dem Katalog der Weimarischen Bibliothek wissen können, aber übersehen. Kippenbergs Registrierung dieses Buches verdanke ich meine jetzige Kenntnis der Tatsache.’ Bij zooveel kennis, als de auteur over Defoe en zijne navolgers aan den dag legt, schijnt het zonderling, dat hij zoo averechts over den Vermakelijken Avanturier van Nicolaas Heinsius spreekt. Ieder weet in Nederland, dat onze beste schelmenroman in 1695 in het licht verscheen, en dat er acht uitgaven van gedrukt werden tot 1756. Het is volkomen onmogelijk, dat dit boek onder den titel van den Niderländschen Robinson uitkwam, daar het 24 jaar ouder is dan Defoe's: The life and surprising adventures of Robinson Crusoe (1719), en daar er in de beide dikke deelen hoegenaamd niets voorkomt, dat op eene Robinsonade zou gelijken. Noch Ullrich, noch Kippenberg, hebben den Vermakelijken Avanturier ofte de wispelturige en niet minder Wonderlijke Levensloop van Mirandor gelezen. Zij zouden dan van dezen roman gezwegen hebben, die in rechte lijn afstamt van Spaansche en Fransche schelmenromans, maar met het Robinsonmotief hoegenaamd niets heeft te maken. Het eenige nieuwe, wat Ullrich bericht, is, dat er eene Duitsche vertaling van Mirandor bestaat. Tot nog toe werd mij alleen eene Italiaansche (L'Avventuriere Ollandese, 1732) en eene Fransche (L'avanturier Hollandois, nieuwe druk, 1801) bekend. De Duitsche geleerden hadden onmiddellijk moeten zien, dat Heinsius niets aan Defoe, maar misschien een enkelen trek aan den langdradigen Simplicissimus (1669) van Grimmelshausen te danken heeft, mocht ook deze in zeker opzicht als voorlooper van Defoe zijn te beschouwen.

Dat Ullrich zoowel als Kippenberg zoo zonderling spreken over den Hol-

[pagina 106]
[p. 106]

landschen Robinson - de Génestet zou zeggen, ‘als kippen zonder kop’ - is misschien te wijten aan eene verwarring. In 1731 verscheen te Leiden een roman in twee deelen onder den titel van: De nieuwe Avanturier. Beschryvende zyne overzeldzame, wonderbare en aanmerkelyke gevallen, op zyn Nieuwe en Gevaarlyke Reistogt naar het onbekende Zuid-land. Uit het Deensch. Misschien is dit boek in de bibliotheek te Weimar, en hebben de Duitsche Robinsonologen zich laten verleiden daarin den schelmenroman van Dr. Nicolaas Heinsius te zien.

Er is nog eene andere mogelijkheid. In Holland verschenen in het midden der 18den een viertal Robinsonaden: De Hollandsche Robinson, 1743; De Walcherensche Robinson, 1752; De Spaansche Robinson ofte de zeldzame levensgevallen van Don Blas de Soria Origuela.... Na een Spaans Handschrift vertaald, 1758; en de Haagsche Robinson, 1758. Alleen met het laatste, overigens vrij zeldzame, boek, heb ik kennis mogen maken. Het heeft een zeer langen titel: De Haagsche Robinson of de gevallen van Alexander.... Behelzende zijn Geboorte en Opvoeding, zijne eerste werelds ontmoetingen, Dienstneming onder de Moscoviten, en daarna onder den berugten Thomas Kouli-Kan, plondering der stad Dehli en Min-avontuur aldaar, zijn gevangneming en slavernij in Turkyen, Wonderbaarlijke verlossing van een wreede Doodt, werd door den Groten Heer op enige ontdekking uytgezonden, Schipbreuk, en belanding op 't onbekende eiland Tirevas, en zijne overwonderbaarlijke ontmoeting en aldaar, op wat wijze hij er de eerste maal met den vorst van dat land van daan kwam. IJselijke Hongersnood, en zijn wonderbaarlijke kloekmoedigheid, aankomst op een ander onbekend Eiland, hunne ontmoetingen aldaar, terugkomst op het eerste, terugkomst in Europa, en gelukkig besluit zijner gevallen (2 deelen). Te Alkmaar, gedrukt bij Jacob Maagh, Ordinaris Stads-Drukker in de Houtil, 1758, 12o.

Het ongemeene van dit wonderlijke boek is, dat het een picaresken roman en eene Robinsonade tegelijkertijd aanbiedt. Het leven van den held, Alexander de Cinq Etoiles, wordt beschreven van zijne geboorte af. Hij is de zoon van een Haagsch apotheker, gedraagt zich slecht, wordt knecht bij een lichtmis, en vergezelt dezen, die eene operazangeres uit den Haag, Sirena, geschaakt heeft. Spoedig verwart Alexander zich in allerlei avonturen, wordt te Versailles kamerdienaar bij een berooiden graaf, die hem zijn loon niet betaalt, gaat over in dienst van een parvenu, De Saint-Corneille, en komt te Nantes en te Rochefort.

Tot dusver is de Haagsche Robinson een schelmenroman. Maar nu begint de Robinsonade: Alexander gaat scheep te Rochefort, maakt reizen naar Afrika en Zweden, neemt dienst bij de Russen, daarna bij Thomas Kouli-Khan, wordt slaaf bij de Turken, en door den Sultan gekozen als Hollander om Turksche coloniën aan te leggen. Alexander komt in de Stille-Zuidzee, en ontdekt een onbekend eiland met eene zeer goedaardige bevolking, een soort van paradijs, waar zelfs het vee zich onderscheidt door ‘vermakelijk geloei’.

Op dit eiland Tirevas regeert de vorst Zein-Zemin (het sieraad des vaderlands), die in alle deugden uitmunt, en op het punt is te huwen met eene even deugdzame princes Fatima. Maar het scheepsvolk van Alexander komt in

[pagina 107]
[p. 107]

opstand, neemt hemzelven en Zein-Zemin gevangen, en steekt in zee. Een storm noodzaakt de matrozen Alexander weer aan hun hoofd te stellen. Zij komen bij een tweede eiland, waar zij eene schitterende vorstin in een tooverpaleis bezoeken. Daar deze den prins Zein-Zemin wil huwen, keert Alexander met hem naar Tirevas terug, waar de vorst met Fatima in den echt wordt verbonden. Alexander komt behouden in Europa aan.

Zeer belangrijk kan dit bont verhaal niet genoemd worden, maar op de lijst der navolgingen van Defoe behoort het zeker voor te komen. Of dit boek zich in de bibliotheek te Weimar bevindt, of men het met den titel van Nederlandschen Robinson heeft voorzien, en om den picaresken inhoud met Heinsius' Mirandor heeft verward, kan ik niet beslissen. In elk geval moet de Haagsche Robinson voor Duitsche Robinson-vorschers belangrijk zijn, daar het motief van een onbekend eiland, waar men eene modelbevolking van deugdzame menschen aantreft, Duitsch is, en door den onbekenden Hollandschen auteur hoogst waarschijnlijk is ontleend is aan Die Insel Felsenburg van Johann Gottfried Schnabel (1731-1743).

Deze Schnabel vatte het Robinson-motief met zekere oorspronkelijkheid op. Een man en eene vrouw lijden schipbreuk, en komen op een onbekend eiland, ergens in den oceaan boven Sint-Helena gelegen. Dit eiland heeft moeilijk te bestijgen rotsen aan de kust, maar zoodra de gevaarlijke tocht over de hooge klippen is volbracht, komen de schipbreukelingen in een paradijs met de heerlijkste Flora en Fauna. Zij huwen, brengen een aantal kinderen, zonen en dochteren, groot, en ontvangen in hun Eden een gezelschap van jonge schipbreukelingen, mannen en vrouwen, die huwen met de zonen en dochters van het eerste paar. Onder het wijs bestuur van den stamvader dezer Robinson-familie leiden allen een voorbeeldig en heerlijk leven. Al het onrecht en al de ellende uit de oude wereld worden op dit eiland vermeden door wijsheid, rechtvaardigheid en verdraagzaamheid. De auteur schildert eene ideale maatschappij, waarin geen onderscheid van stand of kerkgenootschap de menschen kwelt.

In onzen Haagschen Robinson zijn de sporen van navolging dezer voorstelling duidelijk te herkennen, vooral in de schildering van het gelukzalig eiland Tirevas. Ten bewijze volgt hier een kort citaat over de natuurschoonheid van het eiland: ‘De Velden, met de heerlykste Tapyten van overvloed gesierd, zyn door Bergen gescheiden, waarvan het aanschouwen niet minder verrukkend is! Hare Hellingen zyn met Bomen bedekt, altoos groen, en met smakelyke Vrugten beladen, die telkens door een nieuwe bloeizem werden aangekondigt! Uit hare toppen ziet men den onvergankelyken Ceder en den Ryken Pynboom hare trotsche kruynen opsteken! Zy schynen het Hemels Verwulft te ondersteunen, en als zooveele heerlyke Pylaren te zyn, waar op een blauw Gewelft, met Edelgesteente bezaaid, rust! Aan de voet der voortreffelyke Cieraaden van dat Heerlyk Schouwtoneel vloeien een menigte stroomen, en mindre vlieten, waarvan de doorschynende Wateren, met een zagt geruysch, over een Zand, 't welk zy met Gouden en Zilveren korrels mengen, rollen en hare heilzame sappen door oneindige onbekende straaltjes aan de

[pagina 108]
[p. 108]

Wortels der Bomen en Gewassen brengen, die het aardryk verryken, de schepzelen voeden en de Lugt bebalzemen. In 't verschiet ziet men in de lieffelyke Groente een menigte weeldrig vee van verschelde zoorte, onder een vermakelyk geloei, grazen.’

Uit dit staaltje kan blijken, dat de onbekende auteur een zeer gebrekkig stylist is, maar, dat hij Schnabel's roman heeft gelezen, blijkt tevens uit deze bijzonderheden, overeenstemmend met het eden van Felsenburg. Daarenboven op Tirevas heescht dezelfde maatschappelijke inrichting: geen onderscheid van stand, bevordering tot hooge ambten naar bekwaamheid. De koning is als de vader van een groot huisgezin, ‘die aan zijne Kinderen het Brood naar maten van ieders kragten en vermogens uitdeelt.’ Het goud en zilver is er in overvloed, maar toch wordt op Tirevas geen munt gebruikt; de eenige rijkdommen bestaan in koorn, vee en levensmiddelen. Wordt Felsenburg door één menschenpaar bevolkt, waarbij zich later andere schipbreukelingen aansluiten, op Tirevas stamde de bevolking van twee kinderen, die uit één ei geboren waren.

Voor de Robinsonologie is deze Haagsche Robinson van gewicht. De andere Hollandsche navolgingen van Defoe zijn nog niet afzonderlijk onderzocht, daar de weinige regels van Schotel in zijne Vaderlandsche Volksboeken (1874) niet dan eenige verwarde titels brengen. Wij bezitten eene vertolking van Defoe van 1721, waarvan de tweede druk te Amsterdam in 1735, en de derde aldaar in drie deelen met platen (1752) uitkwam. Schotel noemt nog den titel van eene Hollandsche Robinsonade: De Hollandsche Kluizenaar of het leven van Andries Blank.

Ullrich somt de bronnen op, waaruit in Duitschland de kennis der tallooze navolgingen van Defoe vloeit. Hij noemt: E.J. Koch's Compendium der Deutschen Litteraturgeschichte (1795-1798) II, 267-275, en J.Ch. Ludw. Haken's Bibliothek der Robinsone, (1805-1808). De ook in Nederland bekende verhandeling van H. Hettner, Robinson und Robinsonaden (1854) - door Schotel geciteerd - wordt door Ullrich als onvoldoende terzijde gelegd. Hij zelf verhaalt in de genoemde recensie van Kippenberg's dissertatie, dat hij al jaren lang aan het verzamelen is van bouwstoffen voor eene volledige monographie over alle Robinsons na Defoe. Hij rekent, al wat vóór den Engelschen Robinson Crusoe valt, ongeschikt voor zijn kader. En te recht. Hij zou met Ulysses op het eiland van Circe of van Calypso hebben moeten beginnen - hij zou den verloren roman van Antonius Diogenes (100 na Chr.) over den tocht van Dinias en Dercyllis naar Thule, de omzwervingen van Sint-Brandaen en van Sindebad den Zeeman, de zonderlinge ontmoetingen van Sir John Maundeville (pseudoniem van den Luikschen arts Jean de Bourgogne) hebben moeten behandelen, en daardoor tot eene uitvoerigheid vervallen zijn, - die hem mijlen ver van zijn eigenlijk onderwerp zou hebben verwijderd.

Het is te hopen, dat de ons beloofde monographie eerlang het licht zie, dat dan aan onze Nederlandsche Robinsonaden wat meer aandacht gewijd, en dat de naam van Dr. Nicolaas Heinsius als schrijver van een Nederlandschen Robinson niet meer genoemd worde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken