Een nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen

[p. 95]

Register, van 't Nieuwe Enchuyser Bot-schuytjen.

A.

ALs alle Bloemkens spruyten.	22
Adem van mijn ziel.	57
Aes van mijn gemoedt.	58
Aenhoort dit kluchtigh Liede.	77
Amorante mijn vriendinne.	86

B.

Boven pallus Iunes venus schoon	38
Begaefde Carileen	82

C.

Cloris wanneer ick de bevalligheden	8
Clarinde Schept ghy dan genencht.	26
Compeer ick sweer u voor gewis.	67

D.

Den Hemel schoonse treurt.	9
Dorinde was laest opgestaen.	41
Daer reder een Ridder ten hoogen op.	93

E.

Een Ionckvrou die mijn hert doorwont	20
Eylaes ick moet beweenen.	27
Eylaes mijn suchjes sijn om niet	70

F.

Forthuyn heylaes hoe wonder sijn u

11

G.

Goosen ick en magh 't niet lyen'

36

[p. 96]

Goeden dagh Iuffrouw wilt ghy my

91

H.

Ha waerom is mijn hart noch niet	42
Het wasser een vroutjen van amenfoort	63
Hier koom ick dwalen.	83

I.

Ick wil de min met al haer loos gewin	12
Ick sey lest Iacob Buur	26
Ick sught heylaes ick sught.	48
Ick droomde laestmael in der naght	51
Ick sey goeden avont mijn lieve Ioosje	52
Ick wens u goeden dagh o mijn schoon	55
Ick hebber een liefje aen swerelts.	85

L.

Lestmael ick sat by mijn Schaepjen	89
Laest ick by mijn boeke.	39
Lavaljere soet van wesen	54
Lestmael ginck ick spanceren.	76
Nu sijn de goden en 't geheel my tegen.	44
O straffe maeght aen wiens	14
Orpheus droef van sinnen.	24
Onlanghs geleen	32
O Heere goet van grooter machten.	45
O saligh uyrtjen.	50

S.

Schoon edel maeght ick vraegh	29
Schoon Harderin ghy doet my sterven	61
Schoon Isabel hoop van mijn leven.	65

W.

Welkom disser verheven	3
Wanneer de zon in 't Morgen Roodt	7
Wie wil hooren een nieuw liedt.	17
Wind hier om te vermaken.	20
Wie wil hooren een nieuw liedt	31
Wat dat men doet men kan geen Iuffr	49
Weest overschoone Harderin gegroet.	59
Wel wat maekt gy hier o mijn schoon	68
Wonderlijck zijn de wercken.	72

FINIS.