Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor' (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'
Afbeelding van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'Toon afbeelding van titelpagina van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

ebook (6.74 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Editeur

J.H. Winkelman



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'

(2013)–Anoniem Floyris, Trierse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Fragment 3: De kuisheidsproef

 
[..............] was.
 
Alse die vrowen nider comen Ga naar voetnoot+
 
ende in din hof [....]en,
 
so vinden sie vor den hove stan
50[regelnummer]
eíne brucke [..... ,
 
d]ar man ovir gan můet:
 
eín topazius ist vil [gůet. Ga naar voetnoot+
 
S]o rinnit dar undir
 
ein vil luter brunne. Ga naar voetnoot+
55[regelnummer]
Die ha[vit dor]e nature Ga naar voetnoot+
 
vil wundirlike túre. Ga naar voetnoot+
 
Geit dar einig [vrowe] over,
 
die ere magitum havit verlorn,
 
sic wandilot [dise] brunne,
60[regelnummer]
die was clar alsame die sunne
 
ende [wirt d]an vil drove.
 
Dat ist wunder gnůge.
 
Dan wirt [wa]le scin,
 
wie gewís magit si.
65[regelnummer]
So gan dan vort in [den hof]
 
mit des coningis orlof
 
hertogen ende greven
 
mit [.............]
 
ende dienen al den vrowen. Ga naar voetnoot+

Vertaling

 
[..............] was.
 
Als de dames naar beneden komen
 
en de tuin binnen [willen gaan],
 
dan treffen ze vóór de tuin
50[regelnummer]
een brug aan [...],
 
waar ze overheen moeten lopen:
 
een topaas van grote kwaliteit.
 
Daaronder stroomt
 
heel helder water.
55[regelnummer]
Dat heeft van nature
 
een heel wonderlijke eigenschap.
 
Als er een dame over [de brug] loopt,
 
die haar kuisheid heeft verloren,
 
dan verandert het water,
60[regelnummer]
dat eerst helder was als de zon
 
en het wordt dan heel troebel.
 
Dat is een groot wonder.
 
Dan wordt [heel] duidelijk,
 
wie werkelijk maagd is.
65[regelnummer]
Dan lopen hertogen en graven
 
met toestemming van de koning
 
de tuin binnen met [...............]
 
en dienen al de dames.

voetnoot+
47-50 De haremdames treffen vóór de tuin een brug aan die, als ze erover gaan, hun kuisheid test. In het Frans ontbreekt deze brugproef. De vrouwen komen hier uit de toren direct in de tuin aan. Vgl. A, v. 1953-1955: ‘Aprés, quant il veut l’autre prendre,/ ses puceles si fait descendre/ totes ensanle en un vergié.’ (Vert.: Daarna, als hij een andere [vrouw] wil nemen, laat hij al zijn haremmeisjes naar beneden komen, een tuin in). Het brugmotief in TR is ontleend aan de uit de visioenen-literatuur bekende zielenbrug die de zondaar op weg naar de Andere Wereld test.
voetnoot+
52 ‘topazius’. Bedoeld is de edelsteen topaas. Volgens de middeleeuwse steenboeken kan de topaas kokendheet water koud maken als men de steen erin legt. Bovendien helpt de topaas tegen onkuise (hitsige) gevoelens. De topaas, krachtens de traditie een middel tegen vleselijke zonde, vormt hier voor de maagden letterlijk de brug naar de lusthof.
voetnoot+
54 In TR wordt de waterstroom (‘brunne’) onder de brug gesitueerd, in het Frans is sprake van een bron die midden in de tuin ontspringt. Vgl. A, v. 2021-2022: ‘En miliu sort une fontaine/ en un prael, et clere et saine.’ (Vert.: In het midden ontspringt op een weide een bron, waarvan het water helder en rein is).
voetnoot+
55-61 Het water verraadt de staat van kuisheid van de passerende dame. Vgl. A, v. 2049-2052: ‘car quant il i passe pucele,/ lors est li eve clere et bele;/ au trespasser de feme eüe/ l’eve en est lués tote meüe.’ (Vert.: want als een maagd erover gaat, dan is het water helder en mooi, maar als een onkuise vrouw passeert, komt het water onmiddellijk helemaal in beroering).
voetnoot+
56 ‘ture’ (‘dure’). De Smet twijfelt tussen de vertaling als adj.: heerlijk, duur, of als subst.: voortreffelijkheid. Wij kiezen de tweede oplossing (‘duurte’).
voetnoot+
69 Vgl. aant. bij v. 43-44: Hier opnieuw beklemtoning van de ‘vrouwendienst’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken