De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 2002
(2002)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français–
[pagina 10]
| |
![]()
Pierrre Mauroy (o1928) Foto C. Merlen.
Pierrre Mauroy (o1928) Photo C. Merlen. | |
[pagina 11]
| |
Pierre Mauroy, Frankrijk, Rijsel en Europa
| |
Pierre Mauroy, la France, Lille et l'Europe
| |
[pagina 12]
| |
[Nederlands]staatsman van formaat. Hoewel de bijzondere weg die hij heeft afgelegd, blijft verbazen, vindt dit democratische parcours een logische verklaring in de sociale geschiedenis van de 20e eeuw in Frankrijk. Mauroy kan een indrukwekkende lijst van prestaties voorleggen, maar zonder Rijsel zou dit alles praktisch onmogelijk zijn geweest. Vanaf zijn onverwachte benoeming en later zijn opvolging - in beide gevallen kunnen we van een succes spreken - was er dertig jaar nodig om het provinciestadje om te vormen tot een van de kruispunten van Europa. | |
Afkomst en loopbaanPierre Mauroy had van jongs af contact met het socialisme. De arbeidersbeweging beleefde toen woelige tijden. Mauroy werd op 5 juli 1928 geboren te Cartignies bij Avesnes als oudste van een gezin met zeven kinderen. Zijn grootvader was houthakker, zijn vader onderwijzer. In 1936 vestigde de familie Mauroy zich te Haussy, een arbeidersdorp in het hartje van de vruchtbare streek rond Cambrai, vanwaar heel wat arbeidskrachten aan de slag gingen in het | |
[Frans]çais. Son palmarès est exceptionnel mais rien n'eût été possible ou presque sans Lille où, d'un parachutage à une succession tous deux réussis, trente années ont été nécessaires pour métamorphoser cette ville de province et en faire l'un des carrefours de l'Europe. | |
Des racines et des ailesPierre Mauroy est tombé dans le chaudron du socialisme quand il était petit, à une époque où le mouvement ouvrier était plutôt bouillonnant. Né le 5 juillet 1928 à Cartignies dans l'Avesnois, il est l'aîné d'une fratrie de sept enfants, son grand-père est bûcheron et son père instituteur. La famille Mauroy s'est établie en 1936 à Haussy, un village ouvrier au coeur des terres fertiles du Cambrésis qui alimente en main-d'oeuvre le bassin sidérurgique du Valenciennois. Pierre Mauroy se nourrit de l'atmosphère de ce bourg où l'animation politique est très présente avec un parti socialiste influent et un parti communiste minoritaire. C'est ainsi que ce fils du directeur d'école, élevé dans la religion chrétienne par une mère | |
[pagina 13]
| |
[Nederlands]staalbekken van Valenciennes. Pierre Mauroy voelde zich nauw betrokken bij de sfeer van het dorp waar de invloedrijke socialistische partij en de communistische oppositiepartij het politieke leven bezielden. Op die manier raakte hij, de zoon van een schooldirecteur die door een erg godsvruchtige moeder op een door en door christelijke manier was opgevoed, ingewerkt in de arbeiderscultuur. Hij koos voor een baan in het onderwijs en werd in 1952 aangesteld als leraar op een technische school te Colombes, nabij Parijs. Eind 1945 besloot hij in de politiek te gaan, nadat hij van zijn vader de toestemming had gekregen toe te treden tot de Socialistische Jongeren van Cambrai. Mauroy was enthousiast over de grote hervormingen van de bevrijding en meer bepaald over de nationalisatie van de steenkoolbekkens in het departement Nord-Pas-de-Calais. Hij voelde zich aangetrokken tot de SFIOGa naar eindnoot1 die onder leiding stond van voormalige verzetsmensen. Voortaan was hij op drie fronten actief. Eerst en vooral bij de Socialistische Jongeren die hij vanaf 1950 op nationaal vlak zou leidenGa naar eindnoot2: een kweekvijver waar de toekomstige kaderleden en de elite | |
[Frans]très croyante se forge une culture ouvrière. Il se destine à l'enseignement et, en 1952, est nommé professeur de l'enseignement technique à Colombes, en région parisienne. A la fin de l'année 1945, il a aussi fait le choix de l'engagement politique, après avoir reçu de son père l'autorisation d'adhérer aux Jeunesses socialistes de Cambrai. Enthousiasmé par les grandes réformes de la Libération notamment la nationalisation des Houillères du Nord-Pas-de-Calais, séduit par la SFIOGa naar eindnoot1 dirigée par des hommes issus de la Résistance, Pierre Mauroy va militer sur trois fronts. Celui des Jeunesses socialistes tout d'abord qu'il dirige au plan national dès 1950Ga naar eindnoot2: un creuset où évoluent les futurs cadres, voire les élites du parti et où se tisse la toile d'irréductibles amitiés. S'il se heurte souvent à un appareil sceptique voire sclérosé pour imposer les idées d'une nouvelle génération de militants, les véritables points de désaccord sont ailleurs: Pierre Mauroy ne supporte pas de voir la SFIO discréditée, déclinante, compromise dans les gouvernements de la IVe République puis engluée dans le drame algérien. En 1955, il | |
[pagina 14]
| |
[Nederlands]van de partij gevormd werden en waar hij vriendschappen voor het leven sloot. Ofschoon hij vaak in aanvaring kwam met een sceptisch en soms vastgeroest partijapparaat, situeerden de echte meningsverschillen zich op een ander vlak: Pierre Mauroy vond het vreselijk dat de SFIO in diskrediet werd gebracht, haar aanhang verloor, in opspraak werd gebracht tijdens de regeringen van de Vierde Republiek en vervolgens werd meegesleurd in het Algerijnse drama. In 1955 distantieerde hij zich van de SFIO. Hij nam geen ontslag uit de partij maar zette zich voortaan in voor de onderwijsvakbondGa naar eindnoot3 en de Fédération Léo-LagrangeGa naar eindnoot4, die later uitgroeide tot een van de belangrijkste bewegingen voor volksonderricht in Frankrijk. Beide organisaties waren erg nuttig toen hij, na al die jaren van terughoudendheid, met de steun van Augustin Laurent, burgemeester van Rijsel en ‘peetvader’ van de Fédération socialiste du Nord, in juni 1963 toetrad tot het bestuurscomité van de SFIO. De rest van het verhaal is bekend en staat in elke degelijke bloemlezing van het hedendaagse socialisme vermeld: de lange strijd voor de wedergeboorte, de verjonging van de | |
[Frans]prend ses distances, ne quitte pas son parti mais préfère se consacrer au syndicalisme enseignantGa naar eindnoot3 et à la Fédération Léo-LagrangeGa naar eindnoot4 qui deviendra l'un des plus importants mouvements d'éducation populaire de France. Ces deux réseaux lui seront particulièrement utiles quand, après ces années de réserve, soutenu par Augustin Laurent, maire de Lille et ‘pape’ de la Fédération socialiste du Nord, il entre au Comité directeur de la SFIO en juin 1963. La suite est plus connue et figure dans toute bonne anthologie du socialisme contemporain: le long combat pour la renaissance, le rajeunissement du parti, la régénération de la gauche socialiste et l'unité de ses courants lors du célèbre congrès d'Épinay (1971) et des Assises du socialisme (1974), consécration de ses efforts, puis le tandem Mitterrand-Mauroy vers la conquête du pouvoir. En 1981, Pierre Mauroy, maire de Lille depuis 1973, devient le Premier ministre d'une France qui entre dans l'ère postindustrielle: le socialiste revendicatif se fait gestionnaire, opère des réformes fondamentales mais se retrouve rapi- | |
[pagina 15]
| |
[Nederlands]partij, de opflakkering van socialistisch links en de eenheid van de strekkingen tijdens het beroemde Congrès d'Epinay (1971) en de Assises du Socialisme (1974), de bevestiging van zijn inspanningen en ten slotte de tandem Mitterrand-Mauroy op weg naar de macht. In 1981 werd Pierre Mauroy, die sinds 1973 burgemeester van Rijsel was, Eerste Minister van een land op de drempel van het postindustriële tijdperk: de strijdende socialist werd een beleidsman, hij voerde fundamentele hervormingen door maar werd vrij snel met moeilijkheden geconfronteerd. De economische groei bleef uit, de werkloosheid steeg en hij moest een besparingspolitiek voeren. Pierre Mauroy ‘haalde bakzeil’Ga naar eindnoot5 en het avontuur eindigde in juli 1984. De neutrale rechtschapen socialist die altijd de verschillende genres uit elkaar wist te houden werd het slachtoffer van de schoolstrijd en van de ommezwaai van François Mitterrand. Hij keerde terug naar Rijsel, waar hij op gemeentelijk vlak opnieuw zich volledig inzette voor het socialisme om aan zijn stad eerst een Europese en vervolgens een internationale dimensie te geven. | |
[Frans]dement confronté aux difficultés. La croissance n'est pas au rendez-vous, le chômage augmente et il lui faut assumer une politique de rigueur: Pierre Mauroy ‘baisse la voile’Ga naar eindnoot5 et l'aventure se termine en juillet 1984. Le socialiste laïque et l'homme de foi qui ne mélange jamais les genres est victime de la guerre scolaire et du revirement de François Mitterrand. C'est le retour à Lille où il renoue pleinement avec le socialisme municipal, donnant à sa ville une dimension européenne puis internationale. | |
Lille: la métamorphoseConseiller général de Le Cateau-Cambrésis, élu en 1967, et vice-président de l'assemblée départementale, Pierre Mauroy envisage de bâtir sa carrière politique dans le pays de son enfance - député-maire lui conviendrait parfaitement - quand, en novembre 1970, il reçoit l'appel de Lille, l'‘appel du destin’.Ga naar eindnoot6 La préparation des élections municipales bat son plein. Augustin Laurent est âgéGa naar eindnoot7, son équipe sortante est vieillissante et le maire de Lille est décidé à passer le relais. La relève est attendue et Augustin | |
[pagina 16]
| |
[Nederlands]Rijsel: de metamorfoseIn 1967 werd Mauroy verkozen tot Algemeen Raadsman van Le Cateau-Cambrésis. Hij was tevens vice-voorzitter van de departementale raad, en had het idee opgevat zijn politieke carrière uit te bouwen in zijn geboortestreek - een functie als burgemeester en volksvertegenwoordiger leek hem ideaal - toen hij in november 1970 een oproep uit Rijsel kreeg, ‘een oproep van het lot’.Ga naar eindnoot6 Men was volop bezig met de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen. Augustin Laurent was een oud manGa naar eindnoot7, de leden van de uittredende bewindsploeg waren ook niet meer van de jongsten en de burgemeester van Rijsel had besloten de fakkel door te geven. Iedereen wist dat er een nieuwe burgemeester zou aantreden, maar Augustin Laurent zorgde toch voor een verrassing door de gedoodverfde kandidaten voor de opvolging opzij te schuiven. Hij koos voor de nieuwe generatie van socialisten, de generatie van de ‘modernisten’ met als boegbeeld Pierre Mauroy, die al over een krachtig politiek en sociaal netwerk beschikte. | |
[Frans]Laurent crée la surprise en écartant ceux qui ont été pressentis à la succession, faisant le choix de cette nouvelle génération de socialistes, celle des ‘modernistes’ incarnée par Pierre Mauroy qui possède déjà de puissants réseaux politiques et sociaux. La ville de Lille est alors en situation difficile: de 1962 à 1968, elle a perdu 6000 emplois dans le secondaire, compensés il est vrai par la création de 10 000 emplois tertiaires mais les entreprises émigrent vers les zones industrielles, laissant nombre de friches au coeur d'un tissu urbain souvent insalubre. Lille, dans l'incapacité de retenir sa population active, perd près de 20 000 âmes.Ga naar eindnoot8 Historiquement désignée ‘capitale des Flandres’, la ville est certes toujours attractive mais n'affirme que timidement sa vocation régionale. L'État dont les interventions sont jugées trop pesantes au plan local donne pourtant un sérieux coup de pouce: en 1963, Lille, Roubaix et Tourcoing sont érigées en ‘métropole d'équilibre’Ga naar eindnoot9 et la loi du 31 décembre 1966 crée autoritairementGa naar eindnoot10 une communauté urbaine regroupant 89 communesGa naar eindnoot11, une ma- | |
[pagina 17]
| |
[Nederlands]Rijsel bevond zich op dat ogenblik in een benarde situatie: tussen 1962 en 1968 gingen in de secundaire sector zesduizend banen verloren, die weliswaar gecompenseerd werden door tienduizend nieuwe arbeidsplaatsen in de tertiaire sector, maar de ondernemingen verhuisden naar de industriezones zodat vele verlaten fabriekspanden stonden te verkrotten in het hart van een dikwijls al ongezond stedelijk weefsel. Rijsel slaagde er niet in haar actieve bevolking in de stad te houden en verloor bijna twintigduizend inwoners.Ga naar eindnoot8 De stad die in de geschiedenisboeken beschreven werd als ‘hoofdstad van Vlaanderen’ was weliswaar ![]()
De tandem F. Mitterrand en P. Mauroy Foto C. Merlen.
Le tandem F. Mitterand et P. Mauroy Photo C. Merlen. | |
[Frans]chine à investir destinée à réaliser les équipements lourds et à gérer les services publics d'agglomération d'essence intercommunale. Pensé à Paris, au ministère de l'Équipement et du Logement, le développement de la métropole tricéphale (Lille-Roubaix-Tourcoing) s'opère au détriment de Lille quand est décidée, sur le papier en 1966 et administrativement en 1970, la construction d'une ville nouvelle, Lille-Est devenue Villeneuve d'AscqGa naar eindnoot12 destinée à accueillir les logements sociaux et les universités lilloises. Au début de la décennie 1970, l'enjeu politique est de taille et le pouvoir | |
[pagina 18]
| |
[Nederlands]nog altijd aantrekkelijk, maar durfde amper aanspraak te maken op haar regionale roeping. De staat, waarvan tussenkomst op lokaal vlak als te ingrijpend werd beschouwd, gaf de stad niettemin een stevige impuls: in 1963 werden de steden Rijsel, Roubaix en Tourcoing opgericht als de ‘metropool van het evenwicht’Ga naar eindnoot9, en door de wet van 31 december 1966Ga naar eindnoot10 werd de oprichting van een stedelijk samenwerkingsverband opgelegd, een communauté urbaine waarin negenentachtig gemeentenGa naar eindnoot11 gegroepeerd werden - een soort investeringsmachine om zware infrastructuurwerken te regelen en de openbare diensten van een in wezen intercommunale agglomeratie te beheren. De ontwikkeling van die driekoppige metropool (Rijsel-Roubaix-Tourcoing) werd in Parijs uitgedokterd, op het ministerie voor Infrastructuur en Huisvesting. De hervormingsplannen betekenden een zware opdoffer voor Rijsel: er werd immers besloten - in 1966 op papier en administratief in 1970 - een nieuwe stad te bouwen, Lille-Est, het huidige Villeneuve d'AscqGa naar eindnoot12 waar men nieuwe sociale woningen zou bouwen en de universiteit van Rijsel zou vestigen. | |
[Frans]gaulliste soutient comme challenger le ministre François-Xavier Ortoli qui mène à Lille une campagne à l'américaine. Le parachutage de Pierre Mauroy est aussi la réplique à celui, peu apprécié des Lillois, du candidat pompidolien. Élu premier adjoint au maire, il est investi d'une large délégation comprenant les écoles, les relations publiques, le logement et l'urbanisme.13 Il lui faut maintenant s'imposer, aller sur le terrain à la rencontre des quartiers populaires: un travail de proximité, de militant, pour mesurer les rapports de forces du réel. Il prend ainsi la dimension de la tâche qui l'attend dans une ville où 20% des logements datent de la guerre de 1870, 60% d'avant la Première Guerre mondiale et où l'on a peu construit depuis 1945. Le 1er janvier 1973, Pierre Mauroy passe aux commandes. Homme d'un village, il idéalise la ville et en possède cette vision démesurée qui porte une grande ambition. D'emblée, il fixe la ligne directrice: élargir le centre traditionnel - axé autour de la place du général de Gaulle | |
[pagina 19]
| |
[Nederlands]Begin jaren zeventig stond er op politiek vlak heel wat op het spel: de Gaullistische machtshebber steunde de kandidatuur van minister François-Xavier Ortoli, die te Rijsel op zijn Amerikaans campagne voerde. Pierre Mauroys plotse verschijning op het politieke toneel was bedoeld als antwoord op de parachutering van de kandidaat van president Pompidou - wat door de bevolking van Rijsel maar matig op prijs werd gesteld. Mauroy werd tot eerste wethouder van de burgemeester verkozen en kreeg meteen de bevoegdheid voor onderwijs, communicatie, huisvesting en stedenbouw.Ga naar eindnoot13 Voortaan kwam het erop aan erkenning te vinden, veldwerk te verrichten in de volksbuurten: dichtbij de mensen te gaan staan, voor hun belangen te ijveren en de maat te nemen van de feitelijke machtsverhoudingen. Hij onderschatte de taak niet die hem wachtte in een stad waar 20% van de woningen gebouwd was na de oorlog van 1870, 60% voor de Eerste Wereldoorlog en waar sinds 1945 maar weinig nieuwe woningen werden opgetrokken. Op 1 januari 1973 werd Pierre Mauroy burgemeester. Als | |
[Frans]- vers le sud et le prolonger jusqu'à l'hôtel de ville avec l'extension future vers la gare Saint-Sauveur. Les outils de la planification urbaine se mettent rapidement en placeGa naar eindnoot14 et Lille est en chantier pour trente ans. Des opérations majeures sont lancées pour la restauration et la réhabilitation des quartiers anciens, pour la reconquête des friches industrielles et pour la construction de milliers de logements neufs. Le réinvestissement du tissu urbain a commencé avec les secteurs ouvriers de Fives, de Wazemmes et du Vieux-Lille dont la sauvegarde assure l'émergence d'une ville d'art et d'histoire. Plus tard, ce sera Lille-Moulins avec l'implantation de la faculté de droit dans l'ancienne filature Leblanc. A partir de 1978, chaque quartier est doté d'un ‘conseil de quartier’ élu au second degré où s'exerce la pratique de la démocratie locale et où s'étudient en concertation les axes du développement. Concomitamment, la Communauté urbaine réalise les grands équipements structurants de l'agglomération dont le métro automatisé.Ga naar eindnoot15 | |
[pagina 20]
| |
[Nederlands]dorpsmens idealiseerde hij de stad en koesterde hij een ambitieuze visie. Hij legde meteen zijn beleidslijn vast: de uitbreiding van het traditionele centrum - met als knooppunt de Place du général de Gaulle - naar het zuiden, zodat het aansluiting vond bij het stadhuis en later bij het station Saint-Sauveur. Er werd snel van start gegaan met de realisering van de stedenbouwkundige plannenGa naar eindnoot14 en dertig jaar lang lag Rijsel er als een bouwwerf bij. Belangrijke projecten gingen van start. Ze hadden te maken met de restauratie en rehabilitatie van de oude stadsgedeelten, de nieuwe bestemming van verlaten industriepanden en de bouw van duizenden nieuwe woningen. In de arbeidersbuurten van Fives, Wazemmes en in Vieux-Lille werd begonnen met het herstel van het stedelijke weefsel. De bescherming van Vieux-Lille zorgde ervoor dat Rijsel opnieuw een historische stad en een kunststad werd. Later was het de beurt aan Lille-Moulins met de inplanting van de rechtsfaculteit in de oude spinnerij Leblanc. Vanaf 1978 kreeg elke wijk een ‘wijkraad’, een conseil de quartier waar op plaatselijk niveau de democra- | |
[Frans]La volonté d'accueillir le TGV en centre-ville et l'érection du onzième quartier, le futuriste Euralille, ont propulsé Lille dans une autre dimension. La métamorphose s'est opérée: la ville éteinte, grise, pliant sous le poids des difficultés économiques, est devenue une capitale régionale colorée, animée, un coeur de métropole qui porte sans cesse les plus grands projets, toujours pour séduire et attirer. | |
Le ‘Grand Lille’ et la ‘métropolisation’Le Grand Lille, l'emblématique Roger SalengroGa naar eindnoot16 en rêvait déjà. A partir d'un constat arithmétique inscrit dans la pérennité: Lille est la plus petite des grandes villes françaises - 2 200 hectares soit une superficie dix fois inférieure à Marseille -, celle qui pèse le moins dans l'agglomération en termes de population - 18% contre 65% pour Marseille - soit un lourd handicap pour jouer, avec moins de 200 000 habitants, son rôle de métropole régionale. Les négociations en vue d'un agrandissement de Lille par fusion furent légion au cours des trois dernières décennies | |
[pagina 21]
| |
[Nederlands]tie werd uitgeoefend via gemeenschappelijk overleg over de beleidslijnen. Gelijktijdig realiseerde de Communauté urbaine grote infrastructuurwerken in de agglomeratie, bijvoorbeeld aanleg van de automatische metro.Ga naar eindnoot15 De bereidheid de TGV in het stadscentrum toe te laten en de bouw van een elfde wijk, het futuristische Euralille, hebben Rijsel een andere richting uitgestuwd. De gedaanteverwisseling is een feit: de doffe, grijze stad die onder de economische problemen gebukt ging, is thans een kleurrijke, levendige regionale hoofdstad, het hart van een metropool die onophoudelijk blijft investeren in de grootse projecten, waardoor ze steeds aanlokkelijker en aangenamer wordt. | |
‘Grand Lille’ en de vorming van de metropoolDe emblematische Roger SalengroGa naar eindnoot16 droomde in zijn tijd al van een ‘Grand Lille’, een Groot-Rijsel. Maar de cijfers spreken voor zich: Rijsel is de kleinste van de Franse grootsteden - een oppervlakte van 2.200 hectare, met andere woorden, tien keer kleiner dan Marseille. Ook is de ver- | |
[Frans]du XXe siècle, si l'on compte celles connues et celles restées confidentielles. En 1972, Augustin Laurent a échoué de peu dans l'opération de fusion de plusieurs communes limitrophes situées au sud-est de Lille: Ronchin, Fâches-Thumesnil, Mons et Hellemmes. Quatre ans plus tard, Pierre Mauroy relance le processus et la commune d'Hellemmes s'associe à Lille. Régulièrement ensuite, le débat resurgit à l'approche ou immédiatement après les élections municipales, les opposants dénonçant inlassablement les visées expansionnistes et les arrière-pensées électorales. Devenu président de la Communauté urbaine en 1989, Pierre Mauroy prend de nouveau son bâton de pèlerin pour défendre la constitution d'une ‘Eurocité’, idée qui ne fait pas l'unanimité au sein des rangs socialistes, le député-maire de Lomme, Yves Durand prêchant alors pour une association des communes de la ‘façade ouest’ de Lille.Ga naar eindnoot17 Et en janvier 1999, le même Yves Durand jette un pavé dans la mare électorale en proposant la fusion-association de sa commune, Lomme, avec Lille. L'opération est orchestrée par Pierre | |
[pagina 22]
| |
[Nederlands]houding tussen het aantal inwoners van Rijsel en de rest van de agglomeratie er eveneens het kleinst - 18% tegen 65% voor Marseille -, zodat de stad het erg moeilijk heeft om met haar 200.000 inwoners toch haar rol als regionale metropool te vervullen. Tijdens de laatste dertig jaar van de twintigste eeuw werden er tal van - officiële en officieuze - onderhandelingen gevoerd met het oog op een uitbreiding van Rijsel door fusie. In 1972 mislukten de fusieplannen van Augustin Laurent op het nippertje. De fusie had betrekking op verschillende aanpalende gemeenten ten zuidwesten van Rijsel: Ronchin, Fâches-Thumesnil, Mons en Hellemmes. Vier jaar later bracht Mauroy het proces weer op gang en werd de gemeente Hellemmes bij Rijsel gevoegd. Vervolgens flakkerde het debat telkens weer op, net voor of net na de gemeenteraadsverkiezingen. Keer op keer stelde de oppositie de expansionistische bedoelingen en electorale motieven aan de kaak. Toen Pierre Mauroy in 1989 voorzitter van de Communauté urbaine werd, voerde hij opnieuw campagne voor de oprichting van een ‘Eurocité’, | |
[Frans]Mauroy qui a alors pratiquement bouclé sa succession à la mairie de Lille. Vingt-trois ans après Hellemmes, LommeGa naar eindnoot18 bis repetita? Pas tout à fait car le contexte a profondément évolué notamment à la Communauté urbaine où Pierre Mauroy est parvenu à gommer les déséquilibres institués par son prédécesseur Arthur Notebart, second héritier d'Augustin Laurent: pendant 18 ans, l'institution communautaire a privilégié l'équipement de Villeneuve d'Ascq et l'embellissement de Lille, provoquant un affaiblissement constant du versant nord-est de la métropole autour de Roubaix-Tourcoing, mais à partir de 1989, Pierre Mauroy assure la promotion de tout l'ensemble territorial de la CUDL qui, symboliquement en 1996, prend la dénomination de Lille Métropole. Les tensions se sont ainsi apaisées. D'autre part, sur le plan de la géopolitique, l'impact du tunnel sous la Manche, le croisement à Lille des TGV nord-européens, le désenclavement routier et Euralille, cette ‘turbine tertiaire’ où sont concentrés les sièges des grandes entreprises financières ont renforcé la position de | |
[pagina 23]
| |
[Nederlands]een voorstel dat binnen de socialistische rangen niet unaniem aanvaard werd: Yves Durand, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Lomme, ijverde toen voor een associatie van de gemeenten ten westen van Rijsel.Ga naar eindnoot17 In januari 1999 zorgde diezelfde Yves Durand in volle verkiezingstijd voor opschudding met het voorstel zijn gemeente, Lomme, via fusie/associatie met Rijsel te laten samengaan. De operatie werd georkestreerd door Pierre Mauroy, die op dat ogenblik zijn opvolging in het gemeentehuis van Rijsel bijna rond had. Drieëntwintig jaar na Hellemmes, LommeGa naar eindnoot18 bis repetita? Niet helemaal, want de context was ondertussen verder
Euralille Foto D. Ragon.
Euralille. Photo D. Ragon. | |
[Frans]Lille au sein de l'Europe occidentale et suscité localement de nouveaux comportements politiques. Le débat qui s'est engagé en 1999 sur le thème du Grand Lille a largement dépassé le cadre de la simple fusion Lille-Lomme, posant la vraie question, celle de la construction d'une grande métropole et des moyens à utiliser pour y parvenir. Certes, les référendums organisés en juin 1999 dans onze communes de la métropole lilloise ont montré qu'au delà des clivages politiques existait un front du refus, confirmant ainsi que le ‘communalisme’ avait encore de beaux jours devant lui. Mais le fait que le maire de RoubaixGa naar eindnoot19 se prononce pour une ‘Très Grande Ville’ et que le | |
[pagina 24]
| |
[Nederlands]geëvolueerd. Pierre Mauroy was er in de Communauté urbaine immers in geslaagd een eind te maken aan de onevenwichtige situatie die door zijn voorganger Arthur Notebart, de tweede erfgenaam van Augustin Laurent, geschapen was: gedurende achttien jaar had de gemeente systematisch voorrang gegeven aan de infrastructuur van Villeneuve d'Ascq en de verfraaiing van Rijsel, zodat de noordwestelijke as van de metropool - de streek van Roubaix en Tourcoing - voortdurend was achteruitgegaan. Vanaf 1989 zette Pierre Mauroy zich in voor de opwaardering van het hele grondgebied van de CUDL dat in 1996 de symbolische naam ‘Lille Métropole’ kreeg. Op die manier kwamen de spanningen tot rust. Op geopolitiek vlak verstevigde Rijsel haar positie in West-Europa als gevolg van de impact van de Kanaaltunnel, de aanwezigheid van de uit Noord-Europa afkomstige TGV's die elkaar te Rijsel kruisen, de ontsluiting van het wegennet en Euralille, de ‘tertiaire turbine’ waar de zetels van de grote financiële instellingen geconcentreerd zijn. Dit alles zorgde op politiek vlak voor nieuwe impulsen. | |
[Frans]monde économique appelle de ses voeux un pouvoir unique d'agglomération sont autant de signaux forts qui militent en faveur d'une métropole véritablement rassemblée.Ga naar eindnoot20 Reste le choix des moyens: suffrage universel, associations ou fusions de communes, fédéralisme des villes, rien n'est tranché mais depuis, la Communauté urbaine a acquis par la loiGa naar eindnoot21, une compétence nouvelle, l'économie, et une ressource majeure, la ‘taxe professionnelle unique’, devenant ainsi l'interlocuteur principal des entreprises. On comprend pourquoi Pierre Mauroy, après avoir passé le relais lillois à Martine AubryGa naar eindnoot22, ait conservé l'essentiel, à savoir la présidence de la Communauté urbaine, soit la maîtrise de la gestion de l'aménagement du territoire. En quelques années seulement, les mentalités ont changé, permettant la marche vers la ‘métropolisation’ comme en témoigne la fédération des énergies de la ‘société civile’ de toute une région pour défendre la candidature de Lille aux Jeux olympiques de 2004: l'aventure a certes échoué mais cette défaite prometteuse est déjà compensée par la désignation de Lille en tant que ‘capitale euro- | |
[pagina 25]
| |
[Nederlands]Het in 1999 aangevatte debat over ‘Grand Lille’ heeft het kader van de simpele fusie Rijsel-Lomme ruimschoots overstegen. De echte vraag handelde namelijk over de oprichting van een grote metropool en de middelen die nodig waren om dat doel te bereiken. De referenda die in juni 1999 in elf gemeenten van de Rijselse metropool werden gehouden, brachten aan het licht dat er behalve de politieke tegenstellingen ook een front bestond van tegenstanders tegen de hervormingen, dat ervan uitging dat de ‘communalistische beweging’ nog mooie tijden te wachten stonden. Maar het feit dat de burgemeester van RoubaixGa naar eindnoot19 zich voor een ‘Très Grande Ville’ (TGV) uitsprak en dat er in de economische wereld werd aangestuurd op één enkel machtscentrum in de agglomeratie, zijn duidelijke signalen ten gunste van een hechte metropool.Ga naar eindnoot20 Men moet alleen nog de middelen kiezen: algemeen stemrecht, associatie of fusie van gemeenten, een federatie van steden: hoewel er nog geen knopen werden doorgehakt, heeft de Communauté urbaine er inmiddels bij wetGa naar eindnoot21 een nieuwe bevoegdheid bij gekregen - de economie en een belangrijke | |
[Frans]péenne de la culture’ en 2004. L'entrée de la métropole dans le troisième millénaire est bel et bien marquée par son positionnement dans une stratégie de développement international. | |
Une métropole européenne transfrontalièreL'Eurorégion est née officiellement en juin 1991 quand les dirigeants des collectivités de Wallonie, de la Flandre, de Bruxelles-Capitale, du comté de Kent et de la région Nord-Pas-de-Calais ont apposé leur signature au bas d'une déclaration marquant leur volonté d'unir leurs moyens et d'élaborer des stratégies communes. Une décennie s'est écoulée et force est de constater que cette mise en synergie n'en est qu'à ses balbutiements, cette Eurorégion étant susceptible de devenir une réalité concrète seulement à l'horizon 2020. Bien que lointaine, cette perspective incite la plupart des acteurs à créer des partenariats solides et moteurs pour optimiser leur positionnement. Pierre Mauroy, convaincu que la métropole lilloise peut jouer un rôle essentiel dans | |
[pagina 26]
| |
[Nederlands]bron van inkomsten, de professionele eenheidsbelasting - waardoor zij de belangrijkste gesprekspartner wordt van de ondernemingen. Het is meteen ook duidelijk waarom Pierre Mauroy na de overdracht van de burgemeesterssjerp van Rijsel aan Martine AubryGa naar eindnoot22 de belangrijkste functie bleef waarnemen, te weten het voorzitterschap van de Communauté urbaine of, met andere woorden, het ruimtelijkeordeningsbeleid. In nauwelijks een paar jaar tijd is er dus een mentaliteitswijziging ontstaan die de vorming van een metropool mogelijk heeft gemaakt. Dit blijkt onder meer uit de verzamelde inspanningen van de ‘burgermaatschappij’ uit de hele regio ter ondersteuning van de Rijselse kandidatuur voor de Olympische Spelen van 2004: hoewel de opzet mislukte, werd deze veelbelovende nederlaag reeds goedgemaakt door de aanwijzing in 2004 van Rijsel als ‘Culturele hoofdstad van Europa’. De intrede van de metropool in het derde millennium wordt wel degelijk gekenmerkt door haar plaats in een strategie van internationale ontwikkeling. | |
[Frans]l'économie européenne de demain, s'attache à éviter qu'elle soit étouffée par la zone d'influence de Paris, de Bruxelles ou de Londres. D'où la mise en place d'outils destinés à favoriser l'émergence d'un centre géostratégique majeur. A Lille, l'international est proche, 17 des 87 communes de la Communauté urbaine sont frontalières de la Belgique et, de fait, l'espace de la métropole s'étend jusque Tournai-Ath, Mouscron, Comines, Étampuis, Courtrai et Ypres-Menin. Ces villes, elles-mêmes regroupées en quatre structures intercommunales, ont toutes répondu en février 1991 à l'appel de Pierre Mauroy pour adhérer à une Conférence intercommunale transfrontalière (COPIT) se donnant pour objectif la réalisation d'une ‘vaste agglomération européenne de rencontre et d'échanges’Ga naar eindnoot23 dans les domaines touchant à la vie locale, en particulier les communications, les transports et l'environnement. Cet organisme a déjà permis de timides avancées: des lignes de bus transfrontalières et une station d'épuration. La réflexion progresse aussi sur l'élaboration d'un schéma transfrontalier d'amé- | |
[pagina 27]
| |
[Nederlands]Een grensoverschrijdende Europese metropoolOfficieel ontstond de Euroregio in juni 1991, toen beleidsmensen uit Wallonië, Vlaanderen, Brussel-Hoofdstad, het Graafschap Kent en het departement Nord-Pas-de-Calais een verklaring ondertekenden waarin ze zich bereid toonden hun middelen samen te voegen en gemeenschappelijke strategieën uit te werken. Ondertussen is er al tien jaar voorbij en moeten we vaststellen dat die samenwerking nog in haar prille kinderschoenen staat. Pas omstreeks 2020 zal de Euroregio een concrete vorm hebben aangenomen. Ofschoon het hier duidelijk om toekomstmuziek gaat, zet dit vooruitzicht de meeste deelnemers er toch toe aan solide partnerships af te sluiten en middelen vrij te maken om hun stellingen te optimaliseren. Pierre Mauroy blijft ervan overtuigd dat de Rijselse metropool een wezenlijke rol kan spelen in de Europese economie van morgen en probeert uit alle macht te beletten dat ze wordt verstikt door de invloedssfeer van Parijs, Brussel of Londen. Vandaar de middelen die worden ingezet om het ontstaan van een belangrijk geostrategisch centrum te bevorderen. | |
[Frans]nagement et de développement (GROOTSTAD) incluant l'étude d'une reconversion de la plate-forme de Rekkem longtemps point central des échanges douaniers francobelges qui se situe principalement en territoire flamand mais suscite l'intérêt des aménageurs nordistes. Dans la pratique, les échanges ne sont pas facilités par le fédéralisme belge, par la disharmonie des législations en vigueur et par le fait qu'en Belgique le domaine des affaires étrangères est de plus en plus une responsabilité des régions. Un pas sera franchi quand le Parlement flamand aura entériné la possibilité pour les intercommunales flamandes d'adhérer à des structures juridiques de droit français. Depuis 1997, la COPIT est épaulée par la Mission opérationnelle transfrontalière (MOT)Ga naar eindnoot24, une structure française nationale dont Pierre Mauroy assure la présidence depuis juin 2001. Celle-ci a pour but d'aider à la mise en place de partenariats originaux et d'assurer des articulations entre les projets nationaux dans une démarche de continuité territoriale; elle gagnerait certainement en effi- | |
[pagina 28]
| |
[Nederlands]Rijsel ligt dichtbij het buitenland. Zeventien van de zevenentachtig gemeenten van de Communauté urbaine liggen aan de grens met België, en het grondgebied van de metropool strekt zich feitelijk uit tot Doornik-Ath, Moes kroen, Komen, Estaimpuis, Kortrijk en Menen-Ieper. Die steden zijn op hun beurt in vier intercommunale structuren gegroepeerd en hebben in februari 1991 alle de oproep van Pierre Mauroy beantwoord om deel uit te maken van een Grensoverschrijdende intercommunale conferentie (COPIT, Conférence intercommunale transfrontalière). Het was de bedoeling een ‘ruime Europese agglomeratie voor ontmoetingen en uitwisselingen’Ga naar eindnoot23 te vormen op vlakken die te maken hebben met het plaatselijke leven en, meer bepaald, communicatie, transport en milieu. De organisatie heeft ervoor gezorgd dat er op een paar terreinen al een schuchtere vooruitgang werd geboekt: er kwamen grensoverschrijdende busverbindingen, er werd een zuiveringsstation gebouwd. Men werkt ook in de richting van een grensoverschrijdend plan voor ruimtelijke ordening en ontwikkeling (GROOTSTAD), met onder meer een studie voor | |
[Frans]cacité en devenant européenne. Les bonnes volontés sont donc au rendez-vous mais la tâche est rude, comme tout ‘exercice pratique d'une Europe concrète, pas celle des capitales’.Ga naar eindnoot25 Pierre Mauroy évoque aujourd'hui le devenir économique du Grand Lille en portant un regard à 360o: les conditions sont maintenant réunies - notamment depuis l'accession de Daniel PercheronGa naar eindnoot26, homme fort du Pas-de-Calais, à la présidence du Conseil régional - pour formaliser le concept d'une aire urbaine centrale réunissant la métropole lilloise, l'ancien bassin minier, la Flandre-Occidentale et la région de Mouscron, soit une entité de près de trois millions d'habitants susceptible de peser dans le paysage européen. La future plate-forme multimodale de Dourges qui sera opérationnelle à l'horizon 2004 semble également déjà conditionner des réflexes, tant en France qu'en Belgique. Que de chemin parcouru depuis cette ‘métropole en miettes’Ga naar eindnoot27 des années 1970 jusqu'à cette aire urbaine centrale en gestation. Cette aventure est certes collective | |
[pagina 29]
| |
[Nederlands]de reconversie van het platform van Rekkem, dat lange tijd het speerpunt was van de uitwisselingen tussen de Franse en Belgische douanebeambten. Hoewel het zich hoofdzakelijk op Vlaams grondgebied bevindt, hebben de Noord-Franse stedenbouwkundigen er grote belangstelling voor. In de praktijk worden de uitwisselingen bemoeilijkt door het Belgische federalisme en door de niet op elkaar afgestemde wetgevingen. Bovendien is België, waar de bevoegdheid over buitenlandse aangelegenheden meer en meer aan de gewesten wordt overgedragen, het enige grensland waarmee Frankrijk geen samenwerkingsakkoord ondertekende. Als het Vlaamse Parlement het voorstel goedkeurt dat Vlaamse intercommunales in de toekomst tot Franse rechtsstructuren kunnen toetreden, zal men opnieuw een belangrijke stap dichterbij komen. Sinds 1997 wordt de COPIT ondersteund door de ‘Operationele grensoverschrijdende missie’ (MOT, Mission opérationnelle transfrontalière)Ga naar eindnoot24, een Franse nationale structuur waar Pierre Mauroy sinds juni 2001 aan het hoofd van staat. Zij heeft als doel originele partnerships | |
[Frans]mais l'histoire ne manquera pas de saluer le rôle essentiel joué par un Pierre Mauroy rassembleur que l'on serait tenté de rapprocher de la lignée des géants du Nord. | |
[pagina 30]
| |
[Nederlands]op te zetten en ervoor te zorgen dat nationale projecten op elkaar geënt worden, waarbij de aandacht uitgaat naar territoriale continuïteit. Het is duidelijk dat ze heel wat efficiënter zou werken als ze Europees werd. Er is dus geen gebrek aan goede wil, maar de taak is moeilijk, net als ‘elke praktische toepassing van een concreet Europa, en niet van het Europa der hoofdsteden’.Ga naar eindnoot25 Pierre Mauroy, wiens blikveld altijd 360o beslaat, schetst tot op heden de economische toekomst van Groot-Rijsel: thans - met name sinds het voorzitterschap van Daniël PercheronGa naar eindnoot26, de sterke man uit het departement Pas-de-Calais - zijn alle voorwaarden vervuld om het concept van een ‘centraal stedelijk gebied’ vorm te geven. Dat gebied zou zich uitstrekken over de Rijselse metropool, het oude mijnbekken, West-Vlaanderen en de streek van Moeskroen, met andere woorden over een entiteit van bijna drie miljoen inwoners, die haar stempel zou kunnen drukken op het Europese landschap. Het toekomstige multimodale platform van Dourges (een verkeersknooppunt voor transport: per spoor, via de weg en over zee) dat rond 2004 | |
[pagina 31]
| |
[Nederlands]operationeel zal zijn, lijkt eveneens al reacties los te weken, zowel in Frankrijk als in België. Er werd duidelijk al een lange weg afgelegd tussen de ‘verbrokkelde metropool’Ga naar eindnoot27 uit de jaren zeventig en ‘het centrale stedelijke gebied’ in wording. Ofschoon het om een collectief avontuur gaat, zal de geschiedenis ons leren welke essentiële rol Pierre Mauroy met zijn streven naar samenhang hierin heeft gespeeld. Misschien moeten we ons afvragen of hij niet tot het geslacht van de Reuzen uit het Noorden behoort. |
|