| |
| |
| |
Kroniek - Chronique
| |
| |
De passie voor de kunst en voor Duinkerke: over Gilbert Delaine Un passionné de l'art et de Dunkerque: Gilbert Delaine
Dirk Van Assche
[Nederlands]
Op 13 november 2012 ontving de redactie van het jaarboek De Franse Nederlanden een e-mail van Gilbert Delaine. Hij vroeg daarin aandacht voor de tentoonstelling die hij in het LAAC in Duinkerke had georganiseerd. Het was zijn afscheidstentoonstelling als voorzitter van de Association de l'Art Contemporain, een organisatie die hij had opgericht en die aan de basis lag van het museum voor hedendaagse kunst in Duinkerke (LAAC) en van de omliggende beeldentuin. Delaine had het in zijn brief ook over het Centre d'art sacré contemporain, dat hij in de crypte van de kathedraal Notre-Dame de la Treille in Rijsel had ondergebracht.
Als reactie op deze mail vroegen wij Delaine om voor het jaarboek een persoonlijk artikel te schrijven waarin hij zijn inzet voor de hedendaagse kunst in Noord-Frankrijk zou beschrijven. Hij aanvaardde dit voorstel, maar op 19 januari liet hij ons weten dat hij voor de derde keer in zijn leven door kanker was getroffen en dat hij nu voorrang moest geven aan de strijd tegen deze ziekte. Gilbert Delaine overleed op 30 juli 2013.
Hij werd in 1934 geboren in Witternesse (Pas-de-Calais), in een arbeidersgezin met twaalf kinderen, maar hij woonde het grootste gedeelte van zijn leven in Duinkerke. Na zijn ingenieursstudie en een lange legerdienst in Algerije ging hij er werken bij de dienst Bruggen en Wegen. Hij was heel geïnteresseerd in het afwateringssysteem dat in de streek al sinds
| |
[Frans]
Le 13 novembre 2012, un courriel expédié par Gilbert Delaine atterrit dans la boîte aux lettres électronique de la rédaction des annales De Franse Nederlanden-Les Pays-Bas Français. Il souhaitait attirer notre attention sur une exposition qu'il avait organisée au LAAC de Dunkerque. C'était son exposition d'adieu en ses qualités de président de l'Association de l'art contemporain, une organisation qu'il avait créée lui-même et qui est à l'origine du musée d'Art contemporain à Dunkerque (LAAC) et du parc de sculptures environnant. Son courrier évoquait également le Centre d'art sacré contemporain qu'il avait installé dans la crypte de la cathédrale Notre-Dame de la Treille à Lille.
En réponse à ce courrier, nous avons suggéré à Delaine d'écrire personnellement un article pour les annales, dans lequel il décrirait son engagement en faveur de l'art contemporain dans le nord de la France. Il accepta la proposition, mais il nous avertit le 19 janvier qu'il était atteint pour la troisième fois dans sa vie d'un cancer et qu'il se devait de donner la priorité à son combat contre la maladie. Gilbert Delaine est mort le 30 juillet 2013.
Né en 1934 à Witternesse (Pas-de-Calais) dans une famille ouvrière de douze enfants, il a vécu la majeure partie de sa vie à Dunkerque. Après ses études d'ingénieur et un long service militaire en Algérie, il y trouva un emploi au service des Ponts et Chaussées. S'étant intéressé très vite au système d'écoulement des eaux utilisé depuis de longs siècles dans la région, il y consacra en 1968 une étude
| |
| |
Gilbert Delaine en Arthur Van Hecke, 1974, in het stadhuis van Maloles-Bains tijdens de eerste publieke tentoonstelling van de vereniging L'Art contemporain ter ere van Arthur Van Hecke © rechten voorbehouden. // Gilbert Delaine et Arthur Van Hecke, 1974, première exposition publique organisée par l'association L'Art contemporain en l'honneur d'Arthur Van Hecke, mairie de Malo-les-Bains © droits réservés
| |
[Nederlands]
vele eeuwen gebruikt werd en schreef er in 1968 een zeer gedetailleerde studie over: Les Waeteringues du nord de la France. Wie vandaag de ontstaansgeschiedenis van Maritiem Vlaanderen wil leren kennen, kan dit boek niet ongelezen laten.
Delaine was een bijzonder geëngageerd man. Twintig jaar lang organiseerde hij concerten ten voordele van de organisatie Action contre la faim. Hij schaarde zich aan de zijde van abbé Pierre en stichtte in 1960 een Emmausgemeenschap in Duinkerke. Met het bedrag dat deze gemeenschap collecteerde, richtte Delaine in Ghyvelde La Dune aux pins op, een opvangtehuis voor 200 gehandicapte kinderen.
Voor de meeste mensen zou zo'n realisatie al volstaan om een heel leven zin te geven, maar niet voor Gilbert Delaine. Hij wou iets voor zijn stad doen en vooral voor de arbeiders van Duinkerke. De oplossing vond hij via zijn tandarts, bij wie hij kennismaakte met een werk van de Noord-Franse kunstenaar Kijno en getroffen werd door de kracht van hedendaagse kunst. De ontmoetingen met Ladislas Kijno
| |
[Frans]
très détaillée, Les Waeteringues du nord de la France. C'est une lecture incontournable pour tous ceux qui souhaitent connaître la genèse de la Flandre maritime.
Delaine a été un homme particulièrement engagé. Pendant plus de vingt ans, il a organisé des concerts en faveur de l'organisation Action contre la faim. Il s'est rangé du côté de l'abbé Pierre et a été en 1960 le fondateur d'une communauté d'Emmaüs à Dunkerque. Avec l'argent collecté par cette communauté, Delaine a créé à Ghyvelde La Dune aux pins, une maison d'accueil pour quelque 200 enfants handicapés.
Pour la plupart des gens, une telle réalisation suffirait à donner un sens à leur existence, mais non pour Gilbert Delaine. Il voulait faire quelque chose pour sa ville et surtout pour les ouvriers de Dunkerque. C'est chez son dentiste qu'il trouva la solution en faisant la connaissance de l'oeuvre de Kijno, un artiste du nord de la France, qui lui révéla la puissance de l'art contemporain. Les rencontres avec Ladislas Kijno et Arthur Van
| |
| |
| |
[Nederlands]
en met Arthur Van Hecke wijdden ingenieur Delaine in in een wereld die erg ver van de zijne afstond: die van de hedendaagse kunst. Hij wilde in zijn stad een museum voor hedendaagse kunst realiseren en richtte zich tot de kunstenaars en tot het plaatselijke bedrijfsleven. Zijn belangrijkste wapen was zijn overtuigingskracht. Gebruikmakend van een wet op het mecenaat (de wet-Malraux) benaderde hij een duizendtal bedrijven, en van zestig kreeg hij ook steun. Aan de kunstenaars deed hij een origineel voorstel: als ik van u een werk koop, dan schenkt u mij een gelijkwaardig werk. ‘Een utopie, een niet te verwezenlijken droom die weliswaar sympathie en bewondering wist op te werken’, zei de kunstenaar Édouard Pignon. Delaine richtte in 1974 de vereniging L'Art contemporain op en met het ingezamelde geld kocht hij in mei van dat jaar een eerste werk aan, een aquarel van François Desnoyer. Snel daarna schonk zijn vriend Van Hecke twee schilderijen. Later zou Delaine nog verschillende werken van Arthur Van Hecke kopen. Van Kijno kocht Delaine een groot werk en hij kreeg Et pourtant elle tourne, hommage à Galilée cadeau (zie p. 126). Dit was het schilderij dat Delaine enkele jaren daarvoor in een tijdschrift bij zijn tandarts had gezien. Op die manier bouwde Delaine een belangrijke collectie uit, die vooral bestaat uit Franse kunstenaars van na de Tweede Wereldoorlog, maar ook het werk van belangrijke buitenlandse artiesten maakt er deel van uit. Vasarely en Andy Warhol zijn er maar twee van. Opvallend is de aanwezigheid van belangrijke Cobra-kunstenaars, zoals Pierre Alechinsky en Christian Dotremont, maar vooral van Karel Appel. Van hem kreeg Delaine in 1981 Appel Circus, een werk dat bestaat uit 17 beelden en 30 gravures (zie p. 126). In 1979 had L'Art contemporain al zevenhonderd werken verzameld, die vandaag een waarde van ongeveer 16 miljoen euro
vertegenwoordigen.
De bouw van een eigen museum bleef de voornaamste ambitie van Gilbert Delaine en L'Art contemporain. Het was voor Delaine belangrijk dat dit in het centrum van de haven zou staan,
| |
[Frans]
Hecke introduisirent l'ingénieur Delaine dans un univers très éloigné du sien: celui de l'art contemporain. Se fixant pour objectif de créer dans sa ville un musée de l'art contemporain, il s'adressa aussi bien aux artistes qu'aux entreprises locales. Son grand atout n'était en fait que sa force de persuasion. S'appuyant sur une loi sur le mécénat (loi Malraux), il s'adressa à quelque mille entreprises dont soixante lui apportèrent effectivement leur soutien. Pour l'acquisition d'oeuvres d'art, il fit une proposition originale aux artistes: pour l'achat d'une oeuvre, il leur demanda d'en offrir une autre équivalente. ‘Une utopie, un rêve irréalisable qui réussit à susciter néanmoins de la sympathie et de l'admiration’, déclara l'artiste Édouard Pignon. En 1974, Delaine créa l'association L'Art contemporain et le premier argent collecté permit d'acquérir en mai de la même année une première oeuvre, une aquarelle de François Desnoyer. Son ami Van Hecke se hâta d'offrir ensuite deux tableaux et plus tard Delaine lui acheta encore plusieurs oeuvres. Pour l'achat d'une grande oeuvre de Kijno, l'artiste offrit en plus Et pourtant elle tourne, hommage à Galilée (voir p. 126). C'était le tableau que Delaine avait vu quelques années auparavant dans une revue chez son dentiste. De cette manière, Delaine constitua une collection importante composée surtout d'artistes français d'après la Seconde Guerre mondiale, mais aussi de quelques grands artistes étrangers comme, par exemple, Vasarely et Andy Warhol. Il y a également une présence remarquable de quelques artistes importants du mouvement Cobra tels que Pierre Alechinsky et Christian Dotremont, mais surtout de
Karel Appel. Delaine se vit offrir en 1981 par ce dernier Appel Circus, une oeuvre constituée de 17 sculptures et 30 gravures (voir p. 126). En 1979, L'Art contemporain avait déjà réuni quelque 700 oeuvres qui représentent aujourd'hui une valeur de plus ou moins 16 millions d'euros.
Mais l'ambition principale de Gilbert Delaine et de L'Art contemporain demeurait la construction de leur propre musée. Et pour Delaine, il était important qu'il se situe au centre du port, dans la proximité immédiate des activités industrielles. Après avoir obtenu l'accord
| |
| |
| |
[Nederlands]
onmiddellijke in de buurt van de industriële bedrijvigheid. De stad ging akkoord met dit project. In de buurt van het strand van Malo-les-Bains, met op de achtergrond de scheepswerven en de havenkranen, werd begin van de jaren tachtig een nieuw museum gebouwd. In 1981 schonk L'Art contemporain de eerste zeshonderd werken aan de stad.
Het gebouw werd ontworpen door Jean Willerval, een architect uit Tourcoing, die o.a. delen van Les Halles en la Défense in Parijs ontwierp en ook woonprojecten, zoals la Bourgogne in zijn geboortestad. De belangrijke beeldentuin van het museum werd ontworpen door Gilbert Samel. Het museum ging in 1982 open, niet toevallig op hetzelfde ogenblik dat in de nabijgelegen scheepswerven een groot schip te water werd gelaten. Tot 1993 werd er een dertigtal tentoonstellingen gehouden, maar vanaf 1994 doken ernstige constructieproblemen op, waardoor het museum voor vele jaren moest worden gesloten. In 2005 opende het opnieuw zijn deuren onder een nieuwe naam: Lieu d'Art et Action Contemporaine, LAAC. In 2012 kreeg Gilbert Delaine, bij zijn
| |
[Frans]
de la municipalité, un musée tout neuf apparut au début des années quatre-vingt tout près de la plage de Malo-les-Bains, avec les chantiers navals et les immenses grues du port en toile de fond. En 1981, L'Art contemporain fit don à la ville des 600 premières oeuvres.
L'édifice avait été conçu par Jean Willerval, un architecte de Tourcoing qui avait déjà dessiné des parties des Halles et de La Défense à Paris ainsi que des projets d'habitation comme La Bourgogne dans sa ville natale. Le grand parc de sculptures autour du musée a été dessiné par Gilbert Samel. Le jour de l'ouverture du musée en 1982 a été choisi consciemment pour coïncider avec le lancement d'un grand navire dans les chantiers navals tout proches. Depuis ce jour, une trentaine d'expositions y ont été organisées, mais en 1994 se manifestèrent de graves problèmes de construction et le musée fut contraint de fermer pour de nombreuses années. Il ne put rouvrir ses portes qu'en 2005 et profita de l'occasion pour changer de nom: Lieu d'Art et Action contemporaine, le LAAC. Pour ses adieux en tant que président de L'Art contemporain, Gilbert Delaine se vit proposer une carte blanche pour l'organisation d'une
| |
| |
Louis Cane, La Passion selon Saint Jean 1986-87, olie op doek/ huile sur toile, 280 × 230 cm, Centrum voor hedendaagse sacrale kunst, Rijsel / Centre d'Art sacré, Lille. Aankoop van de vereniging L'Art contemporain bij de kunstenaar in 1988 / Achat par l'association L'Art contemporain à l'artiste en 1988 © droits réservés © SABAM Belgium 2014.
| |
[Nederlands]
afscheid als voorzitter van L'Art contemporain, carte blanche voor een tentoonstelling. Het zou zijn laatste worden. Niet toevallig was het een retrospectieve over Cobra, de belangrijkste die ooit in Frankrijk werd georganiseerd.
Wanneer Delaine in 1985 ernstige gezondheidsproblemen kreeg, vatte hij het plan op om aan hedendaagse kunstenaars werken te vragen
| |
[Frans]
exposition. Ce fut sa dernière et il n'est pas surprenant qu'elle ait été consacrée à Cobra: ce fut même la plus importante exposition sur Cobra jamais organisée en France.
Lorsque Delaine fut confronté en 1985 à de très graves problèmes de santé, il eut l'idée
| |
| |
| |
[Nederlands]
waarbij ze zich lieten inspireren door het passieverhaal. De enige richtlijn die ze meekregen was de tekst van de vier evangelisten, voor de rest waren ze vrij. De uitzonderlijke overtuigingskracht van Gilbert Delaine bracht in een tijdspanne van zes maanden meer dan 80 werken samen en daar waren grote namen bij zoals Bazelitz, Lucio Fontana, Andy Warhol, e.a. Deze collectie, die uiteindelijk 124 werken telt, reisde onder de titel ‘la Passion de Dunkerque’ de hele wereld rond. In 1996 schonk Delaine de verzameling aan het bisdom van Rijsel, dat ze onderbracht in de crypte van de kathedraal van Notre-Dame de la Treille.
Het Museum voor hedendaagse kunst van Duinkerke (LAAC) bracht in de zomermaanden van 2014 in een grote tentoonstelling hulde aan haar vorig jaar overleden stichter. De tentoonstelling Een avontuur vol passie / Gilbert Delaine, een man, een museum vertelde het unieke verhaal van deze man, zijn collectie en zijn museum. Er werden 110 werken uit de verzameling getoond en ook nog een tiental uit de Passie-collectie. Dit alles werd aangevuld met een uitgebreide documentatie van films, foto's, affiches en publicaties.
Begin 2014 overleed in Gent de befaamde Vlaamse museumdirecteur Jan Hoet. Met Gilbert Delaine had hij de passie voor hedendaagse kunst gemeen. Beiden hebben bewezen dat men geen grote kapitalen moet bezitten om een hoogstaande kunstcollectie uit te bouwen. Engagement, overtuigingskracht en heel veel passie kunnen volstaan.
www.musees-dunkerque.eu
| |
[Frans]
de demander à des artistes contemporains de se laisser inspirer pour une oeuvre par la Passion du Christ. L'unique directive que leur donna Delaine était le texte des quatre évangélistes, pour le reste ils demeuraient entièrement libres. La force de persuasion exceptionnelle de Delaine lui permit de réunir en moins de six mois plus de quatre-vingts oeuvres parmi lesquelles figuraient des noms importants tels que Bazelitz, Lucio Fontana, Andy Warhol etc. Finalement, la collection atteignit le nombre de 124 oeuvres, et elle voyagea à travers le monde entier sous le titre La Passion de Dunkerque. En 1996, Delaine en fit don à l'évêché de Lille qui l'installa dans la crypte de la cathédrale Notre-Dame de la Treille.
Le musée d'Art contemporain de Dunkerque (LAAC) a organisé dans la période d'été de 2014 une grande exposition en hommage à son fondateur décédé un an plus tôt. L'exposition intitulée L'Aventure d'une passion, un homme, un musée, Gilbert Delaine, racontait l'histoire exceptionnelle de cet homme, de sa collection et de son musée. Elle contenait, outre 110 oeuvres de la collection, une dizaine d'oeuvres d'art de la collection sur la Passion et une vaste documentation composée de films, de photos, d'affiches et autres publications.
Au début de 2014, le monde artistique pleura le fameux directeur de musée flamand Jan Hoet, décédé à Gand. Gilbert Delaine avait en commun avec lui la passion de l'art contemporain. Tous deux ont apporté la preuve qu'il n'est pas indispensable de disposer d'énormes capitaux pour élaborer une collection d'oeuvres d'art de haut niveau. Souvent, l'engagement, la force de persuasion et une passion sans limites suffisent.
(Traduit du néerlandais par Michel Perquy)
www.musees-dunkerque.eu
|
|