Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 9
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 9

(1933)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

J.A. Wijnhof
Roomsch front!

De moderne oorlog met zijn gruwelijke massamoord, zijn coalitievorm waardoor bijna de geheele wereld er in betrokken wordt, zijn groot gevaar voor de Christelijke cultuur en de Christenheid en zijn klaarblijkelijke bedoeling, om de volkeren weer zoo spoedig mogelijk te willen grijpen in zijn stalen klauwen en te verpesten met zijn giftigen adem van cocadyl en mosterdgas, deze moderne oorlog, zoo hemeltergend in zijn middelen evenals in zijn gevolgen, jaagt angstig geworden massa's bijeen als schuwe dieren en men vraagt zich af, of zoo'n moordpartij nog eens mag plaats vinden. En zoo 't antwoord ‘neen’ mocht luiden, welke consequenties brengt 't dan mee.

Het is een merkwaardig verschijnsel, dat er onder ons, Katholieken, zoo verschillend gedacht wordt over de practische toepassing van het vijfde der Tien Geboden. Over 't principe zijn allen 't eens: dat geen enkele onschuldige moedwillig gedood mag worden Doch niet zoodra wordt dit beginsel toegepast op den thans voorbereiden oorlog, of de meeningen divergeeren in alle richtingen en men komt tot conclusies, die varieeren tusschen het gematigde internationaal gelijktijdig ontwapenen en het extreme individueel dienstweigeren.

Om uit den chaos van heerschende oorlogs- en vredesideeën te geraken, zij 't mij veroorloofd, op zuiver logische gronden, ontdaan van alle gevoelsargumenten, aan te toonen welke de consequenties zijn van onze godsdienstige verplichtingen in verband met den thans voorbereiden oorlog.

Vooraf zij opgemerkt, dat de Katholieke Kerk als zoodanig geen vastgestelde leer over den oorlog bezit. Daarom is het geoorloofd, een zoo streng mogelijke opvatting over de toelaatbaarheid van den oorlog voor te staan, om zijn bestaansrecht zoo sterk mogelijk in te perken.

‘De theologische zedenleer zal haar oude grondstellingen getrouw blijven, maar in de kwestie over 't geoorloofd zijn van den oorlog, met de nieuwe feiten rekening houden. Aangaande den oorlog zal zij een nieuwe taal spreken.’ (Kardinaal von Faulhaber).

We weten zeer goed dat theoretisch niet iedere oorlog zedelijk ongeoorloofd is. Er is een oorlog te construeeren (althans op papier), die aan alle eischen der rechtvaardigheid voldoet. Doch zoo een zal de komende oorlog niet zijn. Het is nu eenmaal een feit dat nagenoeg eenieder dit zoo ‘gevoelt’.

[pagina 38]
[p. 38]

Ook is 't een feit, dat we allen dikwijls het ethisch karakter van een handeling eerder ‘voelen’ dan in klare begrippen kunnen uitdrukken en op heldere gronden kunnen aanwijzen.

Zoo staat 't met het groote publiek ook ten opzichte van den modernen oorlog.

Echter is 't een gewaagde onderneming om 't ‘gevoel’ van 't groote publiek als richtsnoer te nemen bij 't bepalen van de zedelijkheid eener daad. Zekerder is het, die daad te analyseeren en daarna te toetsen aan de wetten der zedenleer.

Naar onze meening moet iedere oorlog minstens aan de volgende twee voorwaarden voldoen om rechtvaardig te kunnen worden. Iedere oorlog, die aan deze twee voorwaarden niet voldoet of zal voldoen is daardoor reeds bij voorbaat ongeoorloofd.

Dit wil niet zeggen, dat de oorlog niet aan meerdere voorwaarden zou moeten beantwoorden om geoorloofd te zijn, maar indien de oorlog (offensieve - zoowel als defensieve), al voldoet hij overigens ook aan alle vereischten, niet kan beantwoorden aan de twee, hier nader te noemen voorwaarden, is hij reeds bij voorbaat ongeoorloofd.

Deze twee voorwaarden zijn:

1.De goede manier van oorlog voeren moet in acht worden genomen (Debitus modus). Dit wil onder meer zeggen, dat non-combattanten nooit per se mogen worden getroffen.
2.De voordeelen, welke uit een oorlog voortvloeien moeten grooter zijn, dan de er aan verbonden nadeelen.

Nogmaals: er zijn meerdere eischen voor 't rechtvaardigen van een oorlog, doch we nemen alleen de twee hierboven genoemde onder de loupe, om daarna aan te toonen, dat de thans voorbereide oorlog aan geen van beide eischen voldoet.

Tot op heden heeft nog geen enkel Christen het durven bestaan een oorlog geoorloofd te noemen, waarin weerlooze, onschuldige burgers (non-combattanten) moedwillig, hetzij als middel of als doel, zullen worden getroffen. Een ieder weet, ook al is hij geen Christen, dat zulks in strijd is met de natuurwet.

Toch zal in den komenden oorlog doelbewust tegen deze wet gehandeld worden.

Teneinde dit te bewijzen wenden we ons tot alleszins betrouwbare autoriteiten. Om te beginnen met den Dominicaner Vredesapostel Pater Stratmann.

In zijn ‘Wereldkerk en Wereldvrede’ zegt hij:

‘We hebben tegenwoordig de zekerheid, dat de moderne oorlogstechniek zich bij haar ondernemingen doelbewust heenzet over het onder-

[pagina 39]
[p. 39]

scheid tusschen combattanten en non-combattanten. De thans reeds voorbereide oorlog richt zich rechtstreeks (per se) tegen de burgerlijke bevolking. Daarom is zijn misdadig, moorddadig karakter duidelijk.’

 

De nieuwe oorlogswerktuigen veranderen in weinige uren heele landen in slagvelden, heele steden in puinhoopen en vermoorden ieder leven, van den zuigeling in zijn wieg tot den zieke in het ziekenhuis, aldus Kardinaal-Aartsbisschop Michaël von Faulhaber.

In de ‘Enquête, ingesteld door de Interparlementaire Unie’ komt men tot de conclusie, dat de burgerbevolking moedwillig zal worden aangevallen.

In het ‘Militärwochenblatt’ geeft generaal Altroch als zijn meening te kennen: ‘De toekomstige oorlog zal veel meer een massale slachting der burgerbevolking, dan een strijd tusschen de legers zijn.’

 

Dr. Sieur, médecin-general-inspecteur in Frankrijk, een deskundige dus, zegt in een rapport, dat door de internationale conferentie van het Roode Kruis in 1929 te Rome is aangenomen:

‘Wordt de chemische oorlog als zeker beschouwd, daarnevens breekt tegelijkertijd het inzicht door, dat hij niet alleen meer gevoerd zal worden tegen vijandelijke strijdkrachten, maar in de eerste plaats tegen de weerlooze bevolking der steden en der groote industrieele centra.’

 

‘Oorlog van dit soort, die meebrengt vernietiging voorbij de gevechtslinie en die de tegenover elkaar staande naties kwetsbaar maakt tot de uiterste grenzen van hun gebied, is mogelijk gemaakt door de groeiende draagkracht der moderne kanonnen, door de ver reikende werkzaamheid der luchtmacht en door op andere wijzen de vernietigingsmiddelen aan te dragen en te verspreiden.

Daarlatend de wettigheid van zulke practijken, mogen we trachten te ontdekken wat in de oorlogvoering mogelijk is, hetzij toegestaan of niet door het krijgsrecht, opdat het publiek een nauwkeurige voorstelling zal hebben van de gevaren, welke het heeft te duchten.’ (Gifgasrapport van den Volkenbond).

Volgens Prof. Angeli kan de concentratie der gifgassen een bepaalde grens zoodanig overschrijden, dat zelfs maskers nutteloos worden. Dan zijn de burgers weerloos geworden en zelfs op die plaatsen, die te voren het veiligst werden geacht, kunnen ze den dood niet ontgaan.

Groot is het aantal deskundigen die, afzonderlijk of in commissies vereenigd, het unaniem er over eens zijn (en wie zouden het beter weten

[pagina 40]
[p. 40]



illustratie

Charles Eijck, Iliustratie uit ‘De Rampzaiige Kaproen’, door Stijn Streuvels, dat In het komend voorjaar bij De Gemeenschap het licht ziet


[pagina 41]
[p. 41]

dan zij?) dat in den thans voorbereiden oorlog de non-combattanten doelbewust zullen aangevallen worden. Er zou een bloemlezing te verzamelen zijn van dit soort deskundigen-uitspraken, de een nor, positiever dan de andere, waaruit onomstootelijk blijkt, dat men de voorbereide oorlog op ongeoorloofde wijze bedoelt te voeren.

Ik noem slechts de uitspraken van maarschalk Petain, general-majoor Hugo Schaefer, kapitein Ridell Hart, Foch, Cecil, Mussolini, MacDonald. Waar al deze autoriteiten tot een en dezelfde conclusie komen: de non-combattanten zullen doelbewust worden getroffen, daar weten we derhalve met moreele zekerheid, dat de bedoelde oorlog een ongeoorloofde zal zijn.

Zelfs de waarschijnlijkheid, dat de komende oorlog gevoerd zal worden op geoorloofde wijze, is, voor zoover mij bekend, tot op heden nog niet aangetoond.

De hierboven gegeven uitspraken gelden niet alleen voor een oorlog door andere landen te voeren, maar zijn ook op onze ‘weermacht’ van toepassing. De bevestiging hiervoor vinden we in de volgende feiten.

Het Staatsbedrijf der Artillerie Inrichtingen aan de Hembrug geeft verschillende werken uit voor de deskundigen aan dat bedrijf verbonden. In die werken vinden we o.m. de wijze geschetst waarop de moderne oorlog gevoerd wordt. Een ervan draagt den titel: ‘De Gasoorlog en zijn hulpmiddelen’, geschreven door N.L. Hansen, chef van het Scheikundig Laboratorium te Kopenhagen. Het is een Hollandsche vertaling. In die oorlogsliteratuur lezen we het volgende op bladzijde 52:

‘Een vijand, die een stad wenscht te vernietigen kan dat op deugdelijker, makkelijker en goedkooper wijze en met verschrikkelijker uitwerking doen, indien hij de inwoners bewerpt met brisante bommen, dan met gasbommen.’

‘De gasaanval op een burgerbevolking (zoo heet het verder) zal in den toekomstoorlog tusschen beschaafde(!) volken waarschijnlijk hoofdzakelijk gebezigd worden om een grootestads-bevolking te demoraliseeren en daardoor op de landsregeering een druk uit te oefenen.’

Deze manier van oorlogvoeren, te vinden in bovengenoemd niet in den handel zijnd Nederlandsch militair werkje, werd ook nog in 't openbaar gepropageerd door Baron van Voorst tot Voorst in de Eerste Kamer en geaccepteerd door de regeering in de Memorie van Antwoord betreffende het wetsontwerp tot goedkeuring van het protocol nopens de chemische en bacteriologische oorlogswapenen.

Den 18en Maart 1930 hield Baron van Voorst tot Voorst een rede in de Eerste Kamer. Daarin zei hij o.a.:

[pagina 42]
[p. 42]

‘Evengoed als de schender (=de vijand) onze steden uit de lucht kan aanvallen, kunnen wij dat ook bij anderen doen. Evenmin als wij ons daaraan van den vijand kunnen onttrekken, evenmin kan de vijand dit ten onzen opzichte doen.’

Tegen deze voorgestelde manier tot moedwillig dooden van non-combattanten werd door den Minister van Defensie niet geprotesteerd.

In het verdere gedeelte van bedoelde rede heette het:

‘Bij conflict in onze nabijheid moeten wij mobiliseeren, ja zelfs zoo mogelijk vóór het conflict. Wij laten daardoor onze tanden zien. Maar die moeten dan scherp zijn, anders kunnen ze niet bijten.’

Wat dit ‘bijten met scherpe tanden’ beteekent zal nu wel duidelijk zijn, na hetgeen de Baron gezegd heeft over Nederlandsche luchtaanvallen op steden (d.w.z. weerlooze burgers) in andere landen.

‘Verdedigen’ noemt men zooiets in officieele kringen, gedachtig den militairen stelregel: de aanval is de beste verdediging. Voor alle duidelijkheid gaf de Baron bovendien nog als zijn meening te kennen, dat we onze weermacht ‘in paraten toestand en modern geoutilleerd dienen te houden’.

Weet ge wat dit ‘modern geoutilleerd zijn’ beteekent? Dat beteekent bombardementsvliegtuigen met Lewisitbommen waartegen de geheele burgerij niet beschermd kan worden. Met Lewisit, ook wel genoemd ‘dauw des doods’ legt men een gasdek van bepaalde dikte over dichtbevolkte centra. De burgers sterven op de straten als door blauwzuur vergiftigde ratten.

‘Modern geoutilleerd zijn’ beteekent verder: thermietbommen bestaande uit 76 dln Fe3O4 en 24 dln aluminiumpoeder. Bij verbranding wordt H Al2O3 gevormd en F en stijgt de temperatuur tot pl.m. 3000 graden Celsius. De hierdoor gevormde vuurhaard is niet te blusschen en kan stadswijken in de asch leggen, bij voldoende hoeveelheid bommenmateriaal. Dit materiaal kan volgens 't nieuwste recept van Barlow aangevoerd worden met onbemande raketvliegtuigen.

Zoo zal men in den komenden oorlog de burgers uitmoorden, liefst des nachts, geen onderscheid makend tusschen vrouwen, kinderen, zieken of grijsaards. ‘Demoraliseeren’ heet dit, ‘om druk uit te oefenen op de regeering’.

En om de maat te doen overloopen lezen we in de ‘Msb’ (16-5-'30) in de Memorie van Antwoord betreffende het wetsontwerp tot goedkeuring van het protocol nopens chemische en bacteriologische oorlogswapenen:

[pagina 43]
[p. 43]

‘Het zal onmisbaar kunnen blijken een gewelddadige bedreiging van 's Lands belangen te keeren door ter verdediging gebruik te maken van dezelfde middelen als waartoe de aanvaller is overgegaan.’ Uit een en ander blijkt duidelijk hoe men ook van Nederlandsche zijde den komenden oorlog bedoelt te voeren. (Natuurlijk slechts als verdediging en noodgedwongen!)

Zonder veel omhaal trekken we nu de volgende conclusie: Al zou de komende oorlog overigens geheel te rechtvaardigen zijn, zeker is, dat hij door de wijze waarop men hem bedoelt te voeren in strijd is met den eisch: debitus modus. Daardoor wordt hij ongeoorloofd. Maar tevens ook iedere medewerking aan de voorbereiding van die misdaad. Wie desondanks dezen oorlog zal voeren of formeel medewerkt aan zijn voorbereiding handelt tegen Gods gebod: ‘Gij zult niet doodslaan.’

Deze conclusie geldt voor iedereen en alle naties. Daarom behooren wij Katholieken te streven naar ontwapening en afschaffing van den dienstplicht, met als sanctie: INTERNATIONALE DIENSTWEIGERING.

(Wordt vervolgd).



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken