Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 13 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 13
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 13

(1937)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uitzicht

Waarom vóór Franco?

Ja, waarom? De ‘Catholic Times’ (London, 18 Juni) heeft er iets op gevonden. Een onbekende betoogt in zijn kolommen, dat hij, vóór den nationalistischen opmarsch in Biscaye, nog nooit iets van een Baskische democratie gehoord had. Er zou volgens hem geen woord zijn vuil gemaakt over den heiligen eik en het parlement van Guernica, indien de Basken zich wat hij noemt ‘loyaal’ gehouden hadden jegens de Katholieke traditie van Spanje. Hij is blij, dat de Nationalisten in Biscaye vorderingen maakten; niet, omdat hij vertrouwen heeft in fascistische dictaturen, maar omdat Spanje ‘met weloverwogen bedoelingen uitgekozen was als terrein voor communistische experimenten’.

‘Wij zijn vóór generaal Franco - zoo betoogt hij - niet, omdat hij een groot soldaat is, die strijdt in een burgeroorlog; maar omdat hij strijdt voor sociale rechtvaardigheid, tegen een cynische traditie, die van Rusland reeds een ruïne gemaakt heeft. Dat hij Duitschen en Italiaanschen steun moest aanvaarden tegenover de internationale hulp van liberalisme of communisme, weten we; het spreekt voor Duitschland en het pleit zeker voor Italië, dat zij weerstand boden aan de Béla Kuns en de Rosenbergs, terwijl hier in Engeland elke insinuatie tegen de Nationalisten grif geloof vindt.

Wij weten echter dat Franco door de geschiedenis beoordeeld zal worden naar de rol, die hij in Spanje zal spelen na de overwinning in den burgeroorlog. Tenzij zijn rechtvaardigheid meer inhoudt

[pagina 409]
[p. 409]

dan die der schriftgeleerden en phariseeën, zal de prijs: het burgerbloed, dat vloeide, te hoog zijn. Het staat aan de toekomst hem zoo groot te toonen in vrede, als hij dat nu is, in den krijg.’

Het betoog spreekt voor zichzelf. Alleen moge ter verduidelijking dienen, dat met Rosenberg bedoeld is de - inmiddels alweer in ongenade gevallen - Sovjet-gezant bij de Spaansche regeering, en niet de uitvinder van den Duitschen ‘Mythos’, die tot ‘Reichsleiter der Schulung und Erziehung in der N.S.D.A.P.’ benoemd werd door denzelfden Hitler, tegen wien dit Engelsche Katholieke blad een kolom verder liebäugelt .....

Bij ons wil het er niet in, dat de Kerk in Spanje gered kan worden door generaals, Mooren, Italiaansche en Duitsche vrijwilligers (in ruil voor ‘grondstoffen’) en bommen op Guernica.

Dit pronunciamiento was, indien geen zware misdaad, een verschrikkelijke lichtzinnigheid.

Armoede.

Een ander geluid laat Maurice Carite hooren in ‘l'aube’ (Parijs 25 Juni), wanneer hij zich verzet tegen een insinuatie, die het prachtige beroep, dat François Mauriac deed ten gunste van het Baskische volk, toeschrijft aan concurrentiegeest. Zij, die de onrechtvaardigheid zien van hen, die ‘massamoorden trachten te bedekken met Gods Naam, alsof Zijn stem tot de harten kon doordringen door middel van wapengeweld, zij verzetten zich vol verontwaardiging en liefde tegen den stortvloed van haat, tegen de ziekelijke gesteldheid, die alles kleineert, die den mensch onteert naar de mate van walgingwekkende berekeningen en combinaties. Die prachtige beweging, die niet alleen de eer van onze christelijke beschaving, maar vooral die van den mensch redt, wij hebben die beweging begroet, toen de christenen bijeen kwamen om de internationale samenwerking in de wereld te steunen, om te herinneren aan den eisch, die het algemeen welzijn stelt, om den veroveringsoorlog te geeselen, om de misdaden te veroordeelen tegen priesters en kerken, om zich te verzetten tegen de witte terreur.

Zoodra een van deze menschen van goeden wil opstaat, rijst overal om hem heen de verdenking, de wangunst, jalouzie, vreesachtigheid. Men heeft mooi praten van dezen geest van vrij christendom, die deze kleinzielige combinaties wegvaagt! Wat zou er dan moeten worden van dat gemakkelijk farisaeïsme, van die middelmatige posities, waarin zoovelen, die de wereld in haar voegen zouden kunnen doen kraken, zich genoegelijk hebben genesteld, met een sinistere onbeschaamdheid het edelste van hun opdracht vergetend. Quelle pauvreté!’

[pagina 410]
[p. 410]

‘Van goeden wil’.

Terwijl Spanje bloedt, wordt - hoe lang nog? - te Londen gekibbeld door de niet-inmengers in een commissie, met schoone bedoelingen en goede hoop tezamen geroepen. Lord Plymouth heeft intusschen meer moeite om zijn mannetjes bij elkaar te houden, dan met het opstellen van plannen om het Spaansche conflict te localiseeren. Men behandelt elkaar met de grootste voorkomendheid, en noemt vooral geen namen. En toch komen de heeren niet verder, althans niet veel.

Georges Bidault, de politieke overzichtschrijver van de ‘aube’ (Parijs, 3 Juli) heeft den moed, de schuldigen aan te wijzen.

Het is waar, schrijft hij, dat Rusland, Frankrijk en Engeland in den beginne wapens en specialisten geleverd hebben aan of toegelaten tot de Spaansche ‘roode’ regeering, maar zekerder, véél zekerder is het, dat Hitler en nog meer Mussolini hulp geboden hebben aan Franco.

‘Het gaat er niet meer om te kiezen tusschen twee kampen, oordeelend naar de beginselen van hen die ze besturen; een dergelijke houding zou te verdedigen zijn.

Het gaat om veel ingewikkelder problemen: het is in het vervolg duidelijk, dat onder uitmuntende voorwendsels Duitschland en Italië hardnekkig de voorwaarden van onzen weerstand zelf willen bedreigen.

Zonder exces van naieveteit kan men geen hoop meer koesteren, dat de voorstellen van Italië en Duitschland ernstig onderzocht zulllen worden. Inderdaad bedoelen zij niet anders dan een situatie te scheppen, waarvan Generaal Franco onmiddellijk profijt kan trekken - en niet hij alleen. Men kan in Italië aan Frankrijk en Engeland partijdigheid verwijten, maar de truc is te doorzichtig. Niemand zal begrijpen, met welk recht Italië aan anderen partijdigheid verwijt, waar het die zelf nooit heeft verborgen en met reden. De oorlog moet vermeden worden, en daarom moet aan de provocateurs iedere illusie ontnomen worden.

Non-interventie kan niet beteekenen: systematisch liegen en aanvalsvoorbereidingen treffen.’

Rondom den Wawel.

De juiste beteekenis van het conflict tusschen Mgr. Sapieha en President Moscicki zal wel voor ons verborgen blijven, al valt het conflict zelf, gevoerd in het nationale heiligdom van Polen, dat tevens een katholiek heiligdom is, diep te betreuren in een land, waar de eenvoudige boer op de vraag naar zijn nationaliteit antwoordt: ‘jestem katolikiem’; ik ben katholiek. De politieke

[pagina 411]
[p. 411]

opvattingen van Prins Sapieha en de oogenblikkelijke republikeinsche machthebbers zullen er in elk geval wel meer mee te maken hebben dan het particuliere leven van wijlen Pilsudski, wiens nagedachtenis in sommige katholieke bladen voorzichtig door het slijk werd gehaald. Het conflict zou intusschen tot een genoegelijk tête-à-tête tusschen Mgr. Sapieha en Moscicki - met het Vaticaan als fâcheux troisième - beperkt zijn gebleven, ware het niet, dat een bekend minister van propaganda zich onmiddellijk met het geval bemoeid had. De pers van het Dritte Reich had het opeens unaniem over een kerkstrijd in het Katholieke Polen, en gaf duchtig af op den Aartsbisschop van Krakau. ‘Der Deutsche in Polen’ (Katowice, 4 Juli) bespreekt dit ‘mislukte alibi van dr. Goebbels’ en wijst de insinuatie als een misleiding van de hand. Het blad herinnert aan de welwillende houding, die tenslotte door de beide partijen en door het Vaticaan is aangenomen.

‘Iedere katholieke Pool weet, hoeveel zijn land aan de moederlijke zorg van de Kerk te danken heeft; het kan toch geen toeval zijn, dat onder ons, Poolsche staatsburgers van Duitsche origine, juist de katholieken de eersten waren, die den weg vonden naar het wezen van het Poolsche gemeenebest.

Wij willen echter uitdrukking geven aan de vurige hoop, dat uit deze incidenteele botsing geen wonden zullen overblijven, maar dat zij veeleer tot oprechte samenwerking moge leiden. De wind, die over de grenzen woei, om het vuur aan te wakkeren, heeft ter bevoegder plaatse wel de overtuiging doen ontstaan, dat in dit individueele conflict groote gevaren verborgen lagen. Wij danken God, dat het gevaar van een strijd tusschen Kerk en Staat, dank zij het inzicht van de partijen, tijdig aan ons voorbijging.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken