Gezellecolloquium, Roeselare, 11 oktober 1986
Inleiding door Prof. Dr. A. Keersmaekers, voorzitter
Geachte Vergadering,
Het past, deze feestelijke bijeenkomst in deze niet minder feestelijke en zo gastvrije vergaderzaal te openen met een woord van welkom. Hoe zou dat beter kunnen gebeuren dan met een wens en een rijmpje van de dichter zelf, wiens naam het jubilerende genootschap draagt en aan wiens werk deze dag is gewijd. Daarom dit welkomstrijmpje:
Welkom, welkom, meer en meer,
deze en elken anderen keer:
Welkom, welkom, edele Damen,
welkom, Heeren al te zamen,
Welkom, welkom, meer en meer,
dezen en den naasten keer.
In 1977 was het Genootschap te gast te Kortrijk, de stad van Gezelles rijke-rijpe leven; in 1980 te Brugge, de stad van zijn geboorte, van het debuut van zijn sociale priesterijver en van zijn laatste levensmaanden. Nu, voor deze jubileumviering, zijn we te gast te Roeselare, de stad van Gezelles studie- en leraarstijd, de stad ook van zijn overrompelend dichterlijk debuut. Hier lag het thema van de viering voor de hand: hiér viel 'ne keer dat bladje op het water, hier begon de dichter-zanger met zijn ‘oefeningen’ die met de jaren zouden worden tot een heerlijk dichterlijk erfgoed. Voor het Gezellegenootschap was een bezoek aan het gastvrije Roeselare een ‘must’, een plicht van dankbaar herdenken.
In de aangeboden programma-brochure leest U alles, wat ik ter verdere inleiding zou kunnen zeggen. Toch moeten een paar gegevens uit die brochure hier ‘ex cathedra’ vermeld worden.
Het Guido-Gezellegenootschap wenst uitdrukkelijk zijn oprechte dank te betuigen aan het Stadsbestuur van Roeselare, dat zeer bereidwillig en gastvrij alle gewenste faciliteiten verleende. Oprechte dank ook aan Pastoor-Deken G. Oost, Z.E.H. Superior Delbeke van het Klein-Seminarie en Dr. Spyckerelle voor hun bijzonder efficiënte medewerking. Dank eveneens aan de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen, aan De Kortrijkse Verzekering en aan de milde sponsor die ongenoemd wenste te blijven: hun steun maakte de jubileumviering mede mogelijk.
Nu reeds dank ik in naam van het Genootschap allen die medewerken aan de verwezenlijking van ons programma: de