De gheestelycke vryagie

Ten 1.	Om dat wy nauwer met Godt souden verbonden worden ende vereenight.
Ten 2.	Om dat wy door dit H. Sacrament souden ghenesen worden van alle kranckheden als door een Medecijne.
Ten 3.	Om dat wy de schulden souden betaelen die wy Godt schuldich zijn.
Ten 4.	Om dat wy souden moghen verlost zijn van allen teghenspoet.
Ten 5.	Om dat wy van Godt eenighe gaue soude verkrijghen.
Ten 6.	Om dat wy souden danckbaer zijn van de weldaeden Godts, aenghesien datter niet en is het welck wy hem souden aenghenaemer konnen op-offeren.
Ten 7.	Op dat wy Godt soude louen ende die Heylighen, ter oorsaecke dat het is een scarificie des lofs.
Ten 8.	Op dat wy onsen euen-naesten bystant souden doen, soo leuende als doodt.
Ten 9.	Op dat wy souden ontfanghen den Gheest Christi, door den welcken wy mochten leuen met een alsulcken ootmoedicheydt, liefde, onderdaenicheydt, armoede des gheests, versteruinge des lichaems, versmaetheydt des werelts, met de welcke Christus onsen Salichmaecker gheleeft

	heeft, ende dit is het principaelste eynde.
Ten 10.	Op dat wy de bitter passie Christi indachtich souden zijn ghelijck het ons belast wordt van den H. Paulus ende in 't heylighe Euangelie.
Ten 11.	Op dat wy Gode eenen aengenamen dienst souden doen, die wtnementlijck verlanght met ons te zijn, om dat wy ter dier oorsaecke zijnen wil volbringhen moghen.