Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 69 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 69
Afbeelding van De Gids. Jaargang 69Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 69

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (103.41 MB)

ebook (4.77 MB)

XML (4.87 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 69

(1905)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 415]
[p. 415]

Bibliographie.

Over navolging en overeenkomst in de Literatuur, door Edward B. Koster. Wageningen, Joh. Pietersen. 1904.

Alle eerbied voor, en alle hulde aan de groote belezenheid van Dr. Koster, die ons in dit boekje overstelpt met het resultaat van zijn nasporingen naar overeenstemmende uitdrukkingen, beelden, vergelijkingen, naar bewuste of onbewuste navolgingen bij Grieksche en Latijnsche en bij Engelsche, Fransche, Italiaansche en Nederlandsche dichters van vroeger en later tijd. (Met Duitsche dichters schijnt de schrijver zich weinig op te houden.)

Bladert men in dit boekje, dan treft men allerlei merkwaardige concordantiën en reminiscentiën aan. Van overeenstemming van gedeelten uit Verwey's gedichten met versregels van Shelley, Keats en andere Engelschen geeft Dr. Koster een heele reeks van verrassende - haast schreef ik: brutale - voorbeelden. Maar in haar geheel is deze verhandeling eigenlijk niet goed te lezen. Blijkbaar heeft de schrijver dat, wat hij gedurende een reeks van jaren onder het lezen tegenkwam en wat hem daarbij a s overeenkomst of navolging trof, vlijtig opgeteekend, en nu hij daaruit een boekje wou samenstellen, heeft hij het zoo goed en zoo kwaad als het ging aan elkaar geregen, zonder er eenige methode, eenige leidende gedachte of eenige proportie in te brengen. Wat de verzamelaar onder ‘navolging’ verstaat, wat onder ‘overeenkomst’, wat als plagiaat moet worden beschouwd; in hoever de overeenkomst uit de gelijkheid van het onderwerp, de gelijkheid van denkbeelden en stemmingen is te verklaren; in hoever zij als een onbewuste reminiscentie, als een zaak van louter toeval of als letterkundige flesschetrekkerij te beschouwen is, komt men niet te hooren. En van gemis aan proportie getuigt de groote plaats, die aan proeven uit gedichten van G.H. Priem wordt ingeruimd.

De Musset in Namouna zei van de navolging:

 
Rien n'appartient à rien, tout appartient à tous.
 
Il faut être ignorant comme un maître d'école
 
Pour se flatter de dire une seule parole
 
Que personne ici-bas n'ait pu dire avant vous.
 
C'est imiter quelqu'un que de planter des choux.
[pagina 416]
[p. 416]

De treffendste en meest onverklaarbare navolging, in den laatsten tijd aan het licht gekomen, is zeker wel die tusschen het versje, dat onder den titel ‘Geloof en Kritiek’ onder de in 1860 verschenen Leekedichtjes van De Génestet voorkomt:

 
Vrees God, maar vrind, wees niet vreesachtig,
 
Wees kinderlijk, niet kinderachtig-

en dat van Guido Gezelle, hetwelk, met de enkele verandering van ‘niet’ in ‘nooit’ en van het tweede ‘wees’ in ‘zijt’ letterlijk zoo te vinden is in de omstreeks dienzelfden tijd verschenen Kleengedichtjes.

Men kan over dit onderwerp niet schrijven zonder zich de voorlezing van Beets te herinneren, die, onder den titel ‘Gesprek over letterdieverij, navolging en oorspronkelijkheid’, voorkomt in het 6de deel der Verscheidenheden meest op letterkundig gebied (Haarlem, 1873). In dat levendig en geestig gesprek tusschen de beminnelijke oude mevrouw Van Onlo, de schoonmoeder van Crito, Crito, zijn vrouw en den schrijver zelf, wordt de materie van alle zijden bekeken en toegelicht, en indien de heer Koster, dit gesprek tot voorbeeld nemend, gewapend met de nieuwe gegevens die hem ten dienste stonden, het op zijn beurt had nagevolgd, dan zou hij ons, ook al bleef hij daarbij op een eerbiedigen afstand van zijn illustren voorganger, iets heel wat genietbaarders hebben geschonken dan in dit boekje.

Dat navolging, en zelfs letterdieverij, nog ieders zaak niet is, werd reeds meer dan eens aangetoond. Sarcey deed het in een boutade, naar aanleiding van het plagiaat-plegen waarvan Sardou herhaaldelijk beschuldigd werd: ‘Sardou est un emprunteur, soit. Mais il faut croire que cela n'est déjà pas si facile d'emprunter, puisque ni vous ni moi ne le faisons. Comment! il y avait là une pièce à faire avec les débris de Miss Multon et de la Fiammina, une pièce qui pouvait avoir cent représentations et rapporter cinquante mille francs; vous le saviez et vous ne l'avez pas faite? Vous êtes des idiots, mes amis.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken