Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 98 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 98
Afbeelding van De Gids. Jaargang 98Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 98

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.96 MB)

Scans (70.31 MB)

XML (3.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 98

(1934)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 133]
[p. 133]

Stemmen uit de redactie

De fraaie nieuwe bisschop.

- Men vraagt zich bij tijd en wijle bij het lezen ook onzer beste dagbladen af, of sommige artikelen eigenlijk geschreven worden door vakkundigen op verschillend gebied ter voorlichting van het publiek, of door willekeurigen, die zoo maar wat neerpennen, terwijl soms ook de indruk wordt gewekt, dat stukken bepaaldelijk zóó geredigeerd worden, dat de schrijver kan hopen, bij het publiek in 't gevlei te komen.

In dezelfde editie van een onzer meest vooraanstaande couranten, waarin de groote geestdrift van de toehoorders voor zeker musicus alleszins gerechtvaardigd heet, terwijl in dezelfde zinsnede wordt gezegd, dat het spel soms te nuchter, dan weer te zoetelijk of te oppervlakkig was, wordt den lezers een foto van den fraaien nieuwen ‘Bisschop’ te Amsterdam aangeboden onder mededeeling, dat dit gebouw ‘waarin natuurlijk de oude gevelsteen niet ontbreekt’ eindelijk op den Dam aan een onwaardigen toestand een einde heeft gemaakt.

Bij het muziekartikel weet men, dat het instemmen met de houding van het publiek en het tegelijk zelf afkeuren van één en denzelfden schrijver is, en daarmede weet men meteen, wat de bespreking waard is.

Bij de artikelen over bouwkunst en de dikwijls zoo allerbedroevendst banale bijschriften op de fotopagina weet men dat niet. Wordt hier door den ‘man van de plaatjes’, wien het in bouwkundig opzicht blijkbaar volslagen aan onderscheidingsvermogen ontbreekt en die sinds jaar en dag bij alles wat maar boven den grond komt van ‘fraaie bouwwerken’ en ‘sieraden der stad’ spreekt, niet het werkelijk vakkundig beschouwen door den terzake bevoegden medewerker onmogelijk gemaakt, omdat er toch eenheid in de krant moet zitten?

Toch zou een tegenspraak van het bedoelde bijschrift in dit

[pagina 134]
[p. 134]

geval het bewuste blad niet schaden. Wij weten immers met zijn allen wel, dat de nieuwe Amsterdamsche ‘bisschop’, waarin men gelijkvloers tapt en die verder te huur is, niet aan een onwaardigen toestand een einde maakt, doch, n'en déplaise den ingemetselden ouden gevelsteen, eer met de groote Club en Peek, juist voor jaren een onwaardigen toestand rond den Dam heeft vastgelegd.

Het zij zoo; doch laat een blad met gevoel voor verantwoordelijkheid daarover zwijgen, wanneer het, om welke reden dan ook, geen kritiek wil uitoefenen en niet applaudisseeren, terwijl aan het publiek knollen voor citroenen worden voorgezet.

Pro musica antiqua.

- Dit is de naam van een Belgische groep van vocale en instrumentale kunstenaars, die onder leiding van den Amerikaanschen musicus Safford Cape de middeleeuwsche muziek wil bestudeeren en haar door uitvoeringen nader tot het begrip van onzen tijd wil brengen. Het eerste optreden in ons land heeft eind Maart plaats gevonden in het Conservatorium der R.K. Leergangen te Tilburg en de daar gevestigde indrukken zijn van dien aard geweest, dat er in breeder kringen aandacht voor dit steeds ernstige en veelal schoone musiceeren moge worden gevraagd. Want hier wordt inderdaad op zeer gelukkige wijze tegemoet gekomen aan de groeiende behoefte van den tegenwoordigen muziekliefhebber, den omvang van zijn muzikale belangstelling uit te breiden buiten de betrekkelijk enge grenzen, die in de practijk van concert en huismuziek nog enkele tientallen jaren geleden niet te overschrijden leken; hier wordt een belangrijk stuk verleden, dat slechts in schijn bewaard blijft in de woorden, die men er in handboeken der muziekgeschiedenis over kan lezen, tot waarlijk nieuw leven gewekt.

Het uitgevoerde programma, dat door Anny Piscaer muziekhistorisch werd toegelicht, bevatte uit de ars antiqua der 12de eeuw, de jeugdperiode der polyphonie, een Organum van Leoninus, uit de 13de een Dubbel-Motet van Franschen en een bekoorlijk Alleluia met tropen van Engelschen oorsprong. De ars nova der 14de eeuw was vertegenwoordigd door stukken van Guillaume de Machaut, terwijl uit de 15de voornamelijk zoowel profane als gewijde muziek van den vruchtbaren en veelzijdigen Guillaume Dufay werd uitgevoerd. Het instumentale

[pagina 135]
[p. 135]

deel van het programma, dat deels begeleiding van den zang, deels zelfstandige composities omvatte, werd vertolkt op fiedels, luit en blokfluit, die naar oude afbeeldingen waren gereconstrueerd.

Een avond van merkwaardige, sterk in de herinnering voortlevende indrukken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken