Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 98 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 98
Afbeelding van De Gids. Jaargang 98Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 98

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.96 MB)

Scans (70.31 MB)

XML (3.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 98

(1934)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Derde deel]

Stemmen uit de redactie

Op zijn elf-en-eenendertigst?

- Aan het ‘op zijn elf-endertigst’ wordt men dezer dagen weer herinnerd. De zegswijs zelve trouwens heeft haar reden van bestaan al lang overleefd (het zijn niet de minst aardige, die dit bestaan): sinds Schiermonnikoog en het Ameland hun intrede deden in de rij der over drie gooën of quartieren verdeelde friesche grietenijen, haalden deze de twee-en-dertig; daarnaast bleven de elf steden en zoo kon het in Friesland tot den huidigen dag, als het zoo geviel, toegaan op zijn elf-en-tweeëndertigst.

In 1851 werden zoo grietenijen als steden tot ‘gemeenten’ vervlakt, maar nog steeds spreekt men in ijstijd van den elfstedentocht en is het gelukkig nog niet strafbaar en zelfs niet geheel ongebruikelijk een frieschen plattelandsburgemeester grietman te noemen.

De grenzen liggen historisch vast, maar uiteraard hebben levenskrachtige bebouwde kommen ze niet altijd geëerbiedigd: zoo ligt de Rottevalle in de zesde, achtste en negende grietenijen van Oostergoo: Achtkarspelen, Tietjerksteradeel en Smallingerland en ligt het vlek Heerenveen, ‘Het Veen’, in de tweede, vierde en vijfde grietenijen van Zevenwolden: Aengwirden, Haskerland en Schoterland.

Dit levert bezwaren op. In een plaats met zelfbewustzijn als Het Veen leidden deze al voorlang tot een streven naar zelfstandigheid: Heerenveen-één! Dan zou het op zijn twaalf-entweeëndertigst zijn geworden, want het Friesche Haagje had en heeft steedsche pretenties, waaraan de nabijheid van het Oranjewoud met zijn verleden van zomer-residentie der stadhouders niet vreemd zal zijn geweest. Een dorp van bescheidener afmeting en allure als Rottevalle schikte zich gemakkelijker in zijn driespalt.

Thans heeft de Eerste Kamer te beslissen - of heeft zij bij verschijning van dit nummer mogelijk al beslist - over een wetsontwerp, dat inderdaad Heerenveen's ouden wensch wil vervullen door het te maken tot één, maar toch, in afwijking

[pagina 2]
[p. 2]

van dien wensch, niet tot één aparte gemeente. De drie grienijen, over welke het is verdeeld, worden saamgeklutst en in tweeën herverdeeld: het kleine Aengwirden wordt gevoegd bij het grootere Schoterland, dat heel Heerenveen krijgt, maar aan Haskerland, dat een brok Heerenveen verliest, een stuk platteland zal afstaan. Aan Aengwirden was bij zijn verscheiden door de Regeering de schamele vergoeding toegedacht, dat zijn naam zou blijven voortleven als eerste helft der nieuwe gemeente Aengwirden-Schoterland. Helaas heeft een in onberadenheid gewonnen, door Regeering noch Tweede Kamer, beiden aan historisch-geografischen zin gespeend, weerstreefd amendement de nieuwe gemeente ten doop gehouden als.... men raadt het in geen elf-en-tweeëndertigen.... Heerenveen. Het vlek, een jonge veenkolonie, kan nu parmantiger doen dan ooit: één is het geworden en de heele gemeente, haar oude namen prijsgevende, heet ernaar. Maar het komt onder den druk van een numeriek overmachtig plattelandsdeel. En tegen de historie, die toch eenig recht van meepraten heeft bij aardrijkskundige naamgeving, is deze schennis gepleegd, dat nu voor het eerst een Friesche plattelandsgemeente niet haar eigen naam zal dragen, maar naar een van haar vele dorpen zal heeten. Zooiets hoort in Groningen of in Utrecht thuis, waar provincie en hoofdstad het voorbeeld geven, niet in Friesland, waar enkel de vreemdeling zich mocht vergissen en bijvoorbeeld den burgemeester van Smallingerland burgemeester van Drachten noemen.

Deze op haar elf-en-eenendertigst tot stand gekomen, publiekrechtelijke ruilverkaveling vermag bewondering niet te wekken.

Het gewest der grietenijen en der pondematen heeft nòg een reden tot bekommering, te weten dat het voortaan bijwege advertenties in Leeuwarder of Hepkema zijn boereplaatsen slechts zal kunnen veil bieden met aanduiding van derzelver oppervlak, als vanouds, in pondematen, zoo de steller der advertentie er een geldboete van hoogstens f 50.- voor over heeft. De notarissen, trouwe wetsdienaren die zij zijn, zullen zich wel schikken. Maar de friesche boeren zullen schuw staan tegenover het omrekenen in ‘hektaren’ (‘symbool ha’, zegt het wetsontwerp). Als zij eens aanraking zochten met de, óók bedreigde, aanhangers der ‘meten’ en ‘gemeten’ in het Zuidwesten des lands?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken