Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 100 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 100
Afbeelding van De Gids. Jaargang 100Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 100

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.34 MB)

Scans (74.83 MB)

ebook (5.16 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 100

(1936)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 269]
[p. 269]

Stemmen uit de redactie

Ortega y Gasset.

- De voordrachten van den Spaanschen hoogleeraar Ortega y Gassat hebben zijn naam onder ieders oogen gebracht. Menigvuldig en hooggestemd was de lof, die hem van verschillende zijden is toegezwaaid. Geen twijfel dus, of de redenaar zal over tournée en ontvangst voldaan zijn. Of daarbij echter dezerzijds steeds de deugd der waarachtigheid is betracht? Wij wagen het te betwijfelen. Zeker, Ortega y Gasset beschikt over een niet te verachten kennis en belezenheid, - en wat misschien méér waard is - hij heeft vaak origineele invallen. Maar had hij als denker van formaat, als philosooph bij ons mogen worden geintroduceerd? Wie zich niet aan inflatie en depreciatie dier epitheta schuldig wil maken, behoort zich o.i. daarvan te zijnen opzichte te onthouden. Daarvoor is zelfs zijn schriftelijk werk te zeer ‘causerie’ gebleven, daarvoor ontbreken hem te zeer de systematische onverzettelijkheid, de constructieve kracht en de synthetische gaven, die den denker, den philosooph eigen behooren te zijn. Zijn gesprek op het golfveld ‘terzijde van het leven’ is een allercharmantste improvisatie maar in zijn overige ‘bespiegelingen over liefde en leven’ hinderen de grillige overgangen, de uitweidingen op zijpaden en de apodictische conclusies méér dan zij bekoren of overtuigen. In de ‘Opstand der horden’ treft ons menige slagzin, die op amuzante en rake wijze tegen de keer in schijnt te gaan maar nog vaker blijkt de paradox van uitgang pose, de bewijsvoering gewild-slordig en het resultaat meer een uit de jaszak te voorschijn getooverd konijn dan een oprecht gemeend en op overtuigende wijze verantwoord inzicht in den samenhang der dingen. Daarom: als Ortega y Gasset ons land nog eens bezoekt zij hij welkom geheeten als geestig causeur, als man van intelligentie en oorspronkelijkheid, naar wiens woord men met belangstelling luistert, maar niet als diepzinnig denker of philosooph.

[pagina 270]
[p. 270]

Defensie en staatsrecht.

- Zoolang hier te lande landsverdediging landsplicht is - en het tegendeel wenschen wij niet te beleven - hebben volgens ons constitutioneel bestel regeering en volksvertegenwoordiging over de groote lijnen samen beraad te plegen.

Normaal blijve, dat dit beraad aan de te treffen maatregelen vooraf gaat. Maar mogelijk blijve, dat het bewind op dit beraad vooruit loopt.

De regeering heeft booze woorden gehoord, nadat de volksvertegenwoordiging had bemerkt, niet vooraf te zijn gekend in den aanschaf van pantserwagens en bommenwerpers.

Zulke woorden bewijzen, dat het instituut der ministerieele verantwoordelijkheid wordt gevoeld als een levend stuk staatsrecht, wat op zichzelf een gelukkig verschijnsel is. Toch kwamen zij te onpas en doen het instituut een slechten dienst.

Verantwoordelijk is de regeering voor haar beleid, maar goed beleid kan spoed eischen en openbaarheid kan ontijdig zijn.

Zoolang maar als een muur zoo vast staat, dat de regeering verantwoordelijk blijft en derhalve, als de vertegenwoordiging ernstig foutief beleid bij haar aanwezig acht, tot heengaan kan worden gedwongen, zoolang is er niets verloren, staat die zuil van onze constitutie, welke men naar verkiezing met ‘ministerieele verantwoordelijkheid’ of met ‘het zwaartepunt bij het parlement’ kan aanduiden, stevig overeind. Deze stevigheid evenwel gelijkt die van den vuurtoren, die bij storm lichtelijk zwiept, maar juist hierdoor overeind blijft staan.

Het stelsel van het parlementaire overwicht, anders gezegd, behoeft zekere mogelijkheid van speling, leeft uit zijn rekbaarheid. Het mag niet verstarren. Wie het klemmen wil in één model, in dit geval in een plicht der regeering om te allen tijde vooraf al haar kaarten bloot te leggen, kan het dooden. Zooals het ook kan sterven aan de omgekeerde kwaal: een noodeloos zelfstandig doende regeering en een vertegenwoordiging, die dit over haar kant laat gaan.

In elk dezer twee gevallen trekt één der partijen te veel naar zich toe en kan heel die heilzame instelling van jegens het parlement aansprakelijke ministers, met haar van nature tweezijdige verhouding van verantwoording vergen en afleggen, komen te kantelen door eenzijdigen trek.

[pagina 271]
[p. 271]

Plaatselijke protectie.

- Drie ministers hebben luidens krantebericht van eind April de gemeentebesturen doen weten, dat het uit moet zijn met ‘plaatselijke protectie’, als daar zijn bestekbepalingen, dat benoodigde materialen van gemeentenaren moeten worden betrokken of dat werkkrachten van buiten de gemeente worden geweerd, dan wel besluiten, dat inschrijvingen van elders buiten aanmerking blijven. De regeering toont tegen dit slag bescherming overwegende bezwaren: dat van verduring, dat van stremming in het binnenlandsch verkeer, dat van ongewenscht den trek van platteland naar stad te bevorderen.

Niet te spade, niet te vroeg komt deze aanschrijving. Dat er gemeentebesturen zijn, die, met het voorbeeld van staat op staat voor oogen, dit pad, door onze voorouders wel gaarne bewandeld, passend achten ook voor ons geslacht, moge begrijpelijk zijn.... dat de regeering het verspert, is prijselijk. Valt af te wachten, of de versperring effectief zal blijken; de bewoordingen der circulaire geven goeden moed.

De regeering onderstreepte hiermee, dat haar eigen gedrag jegens het buitenland, in wezen van dat der gewaarschuwde gemeentebesturen niet verschillend, haar is opgedrongen en dat zij binnen eigen palen aan dezen economischen waanzin voet niet wil geven. Inderdaad, locaal patriotisme, waarin aantrekkelijks kan steken, kan anders en beter zich uiten dan langs den thans gesloten weg, die nog maar één station verder had: dat der intracommunale wijk-, straat- en steegprotectie, zooals een terecht verontrust plaatsgenoot steller dezes deed opmerken.

En de regeering betuigde hiermede ook, dat het aan haar niet zal liggen, zoo internationaal de beschermingsziekte blijft voortvreten. Bevreemden doet dit niet; we hadden het niet anders verwacht. Maar in deze tijden, die ons niet verwennen, hebben wij reeds erkentelijk te zijn ook voor het lichtste vleugje wind uit den goeden hoek.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken