Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Grimbergse oorlog (1852-1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van Grimbergse oorlog
Afbeelding van Grimbergse oorlogToon afbeelding van titelpagina van Grimbergse oorlog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.89 MB)

XML (1.23 MB)

tekstbestand






Editeurs

Ph. Blommaert

C.P. Serrure



Genre

poëzie

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Grimbergse oorlog

(1852-1854)–Anoniem Grimbergse oorlog–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[vs. 365-424]aant.

 
Die achtste grave was
 
Van Brabant, also ic las,Ga naar voetnoot366
 
Hiet die grave Lambrecht,
 
Die goet was ende gerecht,
 
Ende hadde een sone, die GodevaertGa naar voetnoot369
370.[regelnummer]
Hiet metten Baerde, die vermaert
 
Was ende een edel man,
 
Daer ic dit dichte om began.Ga naar voetnoot372
 
Alse die grave Lambrecht sterf,Ga naar voetnoot373
 
Sijn sone Godevaert 't rike verwerf,
 
Ende wert grave in Brabant,
 
Ende handelde, als een vigant,aant.
 
Soe sijn dingen alle gader,
 
Na dat doot was sijn vader.Ga naar voetnoot378
 
In vromicheden met wijsheden
380.[regelnummer]
Berechte hi in groten vreden
[pagina 18]
[p. 18]
 
't Lant van Brabant al te male,
 
Ende regeerde also wale,
 
Datten allen die ghene minden,
 
Dien saghen, ende dien kinden.Ga naar voetnoot384
 
In allen landen, sonder vieren,
 
Voer hi festeren ende tornieren,
 
So dat hy sciere wert bekint
 
Metten keyser ende gemint,Ga naar voetnoot388
 
Ende metten ghenoten al.
390.[regelnummer]
Hi gaf gichten groot ende smal
 
Den heren, die bi den keiser waren;
 
Ende wert so liefgetal te waren
 
Metten keyser, in goeder trouwen,Ga naar voetnoot393
 
Dat hi hem gaf een scone vrouwe,
 
Daer hi hoechelike aen huudeGa naar voetnoot395
 
Ende sijn ere sere beruude;aant.
 
Het was een dochter des hertogen
 
In Beyerlant, ongelogen,
 
Ende was geheten Lutgaerde;
400.[regelnummer]
Sy was een vrouwe van grooter waerde,Ga naar voetnoot400
 
Van Salsenbach, dat verstaet.
 
Dese vrouwe van grooter daetGa naar voetnoot402
 
Was suster der keyserinnen.
[pagina 19]
[p. 19]
 
Dees keyser ginc hem doen versinnen,
 
Die heer Henric geheten was,
 
Hy beriet hem, sijt seker das,
 
Metten genoten, die by hem waren,
 
Ende gaf Godevaerde, sonder sparen,
 
Lothrike weder, dat mit allen
410.[regelnummer]
Sinen vorders was ontvallen
 
Voirmaels, over langhen tijt,Ga naar voetnoot411
 
Ende maecten, des seker sijt,
 
Gheweldich hertoghe ende here;
 
Dies dancte hi den keizer seereGa naar voetnoot414
 
Ende seide hem groote genade;
 
Dus wies sijn eere vroech ende spade
 
Alomme in 't lant, onder de lieden.Ga naar voetnoot417
 
Doen hi, also ic u bediede,aant.
 
Hertoghe in Lothrike worden was
420.[regelnummer]
Screef men tien tyden, also ic las,
 
Elf hondert ende XXX mede.
 
Nu hoirt voirt dan die waerhede
 
Van den hertoghe, den edelen man,Ga naar voetnoot423
 
Daer ic die redene omme began.Ga naar voetnoot424

voetnoot366
Die achterste grave die was In Brabant, alsoo ick ter waerheyt las.
voetnoot369
Die Godevaert hiet metten Baerde, en liege u niet.
voetnoot372
Dicht.
voetnoot373
Doen Lambrecht, die edele[n] man, Desen grave was ghestorven, Heeft sijn sone sijn rijcke verworven, Heer Godevaert, die ick nompde nu, Ende wort grave, dat seg ick u, Van den lande van Brabant; Ende handelde soe, sy u becant, Syne dingen alle gaedre.
voetnoot378
Vaedre, Met vromheden ende met wijshede, So dat hy te berechten met vreden.
voetnoot384
Daer hy quam, ende dienen wilden. Hy voer josteren ende tournoieren In alle landen, sonder vieren.
voetnoot388
Ende bemint, Ende oock.
voetnoot393
So dat hy hem Een vrouwe gaff, ick seker ben.
voetnoot395
Hooghelijck aene huwede Ende sijn [h]eere seere aen vernieuwede; want sy was dochter eens hertogen.
voetnoot400
Ende vrouwe.
voetnoot402
Oeck was, alsoo draegt mi wijs raet, Sustere mijnder vrouwen der keyserinnen. Doe ginck die keysere, doen ick u kinnen, Die heer Hendrick was gheheeten, By den ghenooten, doen ick u weten, Die daegelijx by hem waeren daer, ende gaff heer Godevaert voorwaer 't Lant van Lotrijcke weder met allen Dat synen.
voetnoot411
Over menighen tijt, Ende maecte dan.
voetnoot414
Over Lotrijck met grooter eere; Dies hy hem seyde.
voetnoot417
Onder die liede, Doen dit gheviel, als ick bediede, Dat hi hertoghe worden was, Schreeff men dien tyden, als ick las, Elff hondert ende dertich jaer. Nu hoort voort al in 't openbaer.
voetnoot423
Van desen.
voetnoot424
Dese redene.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken