Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!' (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'
Afbeelding van 'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'Toon afbeelding van titelpagina van 'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.53 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Editeur

S.A.J. van Faassen



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'

(1996)– [tijdschrift] Groot Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Briefwisseling tussen Menno ter Braak, Frans Coenen, J. Greshoff, Van Holkema & Warendorf, H. Marsman en S. Vestdijk over de reorganisatie van het letterkundig maandschrift Groot Nederland in 1935


Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

26 (XIII) J. Greshoff aan Frans Coenen, 19 oktober 1935

Hartelijk dank voor je brief waar ik even op antwoorden wil. Het lijkt mij werkelijk het beste om een nieuwe jaargang met een nieuwe redactie te openen en niet opeens middenin daarmee aan te komen. Bovendien, wanneer men nu eenmaal pricipieel besloten is, heeft uitstel geen enkele zin. Je doet het net voorkomen of ik je tot een overijlde stap aandrijf, terwijl we bijna twee maanden aan het correspondeeren zijn en je ook twee maanden den tijd gehad hebt je gedachten over het onderwerp te laten gaan. Ook lijkt het net uit je brief alsof er een geweldige keuze is. Uitgaande van de gedachte: drie generaties in de redactie vertegenwoordigd, waardoor jouw en mijn tijdgenooten niet in bespreking komen, is het personeel zeer beperkt. Tegen enkele jongeren heb jij bezwaren, tegen enkele andere ik, zoodat de geschikte mannen te tellen zijn. We kunnen toch niet tot het peil van een Kelk of een Den Doolaard gaan afdalen. En rondkijken in Vlaanderen is ook volmaakt overbodig, daar zijn nog veel minder geschikte lieden. De jongeren van belang en met talent zijn zonder uitzondering practiseerend Roomsch (Roelants, Gijsen, Walschap), die door hun Roomschheid het Forum-conflict uitgelokt hebben. Samenwerking met jou en mij, gesteld dat zij die zouden willen, is dus geheel uitgesloten. De eenige vrije man van die generatie is Brulez tegen wie ik niets heb, maar die werkelijk niet op één lijn gesteld kan worden met Vestdijk.

Het is mij werkelijk niet duidelijk wat er met wachten te winnen valt. Er komen in die zes maanden toch niet plotseling nieuwe grootheden uit den grond rijzen. Misschien is dus Vestdijk niet de absoluut eenige candidaat, maar nu je Marsman en Ter Braak terzijde hebt geschoven, zou ik althans van zijn tijdgenooten er geen weten, die mij meer of even geschikt lijkt. De kwestie van ‘bij gebrek aan beter’ is hier absoluut niet aanwezig. Ik wensch je toch wel even te bewijzen, dat ik niet in het wilde weg, maar na ernstige overweging spreek.

J. Slauerhoff, waar we natuurlijk het eerst aan denken, is door zijn grillig karakter, zijn ongedurigheid en zijn voortdurend op reis zijn, ten eenenmale ongeschikt. Daar behoeft verder niet aan gedacht te worden.
Binnendijk is een serieus en bekwaam man, maar die toch niet een litteraire positie inneemt als Vestdijk, noch over diens talent beschikt.
[pagina 60]
[p. 60]
Blijstra ongeschikt. Woont bovendien in Spanje.
Ter Braak door jou ongeschikt geacht.
Leo van Breen ongeschikt.
Jan Campert een alleraardigste jongen, maar zonder genoeg prestige.
Anthonie Donker, talent genoeg, positie meer dan voldoende, maar volmaakte incompatibilité d'humeur littéraire met mij, zoodat van een eenigszins vruchtbare samenwerking geen sprake zou zijn en ik nu ditmaal mijn veto over hem uitspreek.
Engelman, de Graaf en Helman Katholiek.
Halbo Kool niet geschikt.
Marsman door jou verworpen.
Van Oosten ongeschikt.
Du Perron door jou verworpen.
Garmt Stuyveling [sic] kan toch niet naast Vestdijk in aanmerking komen.
H. de Vries, buitengewoon begaafd, magnifieke positie onder de jonge letterkundigen, maar menschenschuw en zeer zonderling, niet voor geregeld redactioneel werk geschikt.
Constant van Wessem te oud en ondanks zijn goede wil toch niet van het formaat van Vestdijk.
Cola Debrot, begaafd maar te jong.
Den Doolaard, Theun de Vries, Kelk, Beversluis, David de Jong, deze wil je toch niet als serieuze candidaten doen gelden?

Ik zou wel eens graag willen weten, wie in deze vrijwel volledige lijst der jongeren naast Vestdijk kan gesteld worden, die behalve zijn persoonlijk werk redactie-ervaring heeft, buitengewoon conscientieus is, niets anders te doen heeft en over een groote werkkracht beschikt. Ik herhaal het nogmaals zoo duidelijk mogelijk: ik heb je Vestdijk niet willen opdringen, persoonlijk ben ik van hem vervreemd geraakt, maar een eenvoudig overzicht van zijn litteraire tijdgenooten leert ons, dat hij, wanneer jij a priori Ter Braak, Du Perron en Marsman uitschakelt en ik Donker, hij de eenige zeer geschikte man voor ons doel is. Ik heb de overtuiging, dat ook voor de toekomst het belang van G.N. met zijn toetreding gediend is. Ik kan je natuurlijk ook nog een lijstje Vlamingen voorleggen, maar mij lijken Karel Leroux, R. Herreman, F. de Pillecijn, Lode Zielens niet van genoeg belang.

[pagina 61]
[p. 61]


illustratie
Eerste blad van J. Greshoffs brief aan Frans Coenen over diens voorstel Eva Raedt de Canter in de redactie van Groot Nederland op te nemen, 7 november 1935.


[pagina 62]
[p. 62]

Ik heb er natuurlijk geen bezwaar tegen, wanneer je met een andere naam voor den dag gekomen waart, die had dan de basis voor onze verdere besprekingen kunnen vormen. Maar ik zie nu werkelijk niet in, waarom de beslissing verschoven zou moeten worden. Over zes maanden beschikken wij over het zelfde lijstje jonge letterkundigen en in dien tijd zullen waarschijnlijk niet jouw bezwaren tegen Ter Braak, evenmin als die van mij tegen b.v. Donker verdwenen zijn. Laten we dus de knoop doorhakken, hetgeen dank zij jouw vriendschappelijke slottirade, welke ik op hoogen prijs stel mogelijk is. Tegelijk hiermede gaat dus een brief aan Vestdijk weg om te vragen of hij principieel bereid is. Deze correspondentie, beste vriend, was mij zeer penibel, van het oogenblik af, dat ik bemerkte dar jij niet als ik de noodzakelijkheid van een wijziging voelde. Ik heb echter ook nu nog de overtuiging, dat met dit debat en met deze oplossing G.N., vooral voor de toekomst, gediend is. Heusch, het is noodig!

Ik hoop nu alleen maar, dat er geen bitterheid bij je achterblijft en dat je, eenmaal mee deze wending verzoend zijnde, je vriendschappelijke gevoelens te mijnen opzichte niet zult wijzigen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • S.A.J. van Faassen

  • Jan Greshoff

  • Menno ter Braak

  • Frans Coenen

  • Simon Vestdijk

  • H. Marsman

  • Jan van Nijlen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 19 oktober 1935