Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 8 (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 8
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.37 MB)

Scans (30.21 MB)

ebook (9.37 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 8

(1909)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Techniek van het boek

Het Drukkers Jaarboek voor 1908. Derde Jaargang. Uitgegeven met medewerking van verscheidene vakkundigen door Ipenbuur en van Seldam te Amsterdam.

- Het Jaarboek, waarvan wij eveneens de eerste jaargangen hier aankondigden, heeft ditmaal over 't algemeen een minder gunstige pers gevonden dan de

illustratie
Titelpagina van ‘The Love letters of Abelard and Heloïse’. De gothische letter is voor dit werk speciaal geteekend door Ralph Fletcher Seymour in Chicago.


beide vorige keeren. De vakpers heeft het een specimen van on-Hollandsche drukkers-kunst genoemd en 't kan niet ontkend worden dat hier veel van aan is, zoowel wat den inhoud als de typographische uitvoering betreft. Den drukker, die dit boek doorbladert, moet wel het beschamend gevoel bekruipen dat zijn eigen land, technisch zoowel als ideëel, zeer weinig praesteert op 't gebied der boekdrukkunst.

Doch daar het nu een feit is dat de Hollandsche drukker moet roeien met de riemen die men hem geeft en onze typographische industrie werkelijk nagenoeg door 't buitenland beheerscht wordt, kan het verwijt van in dit jaarboek het nationale element te veel te hebben verwaarloosd den samenstellers slechts gedeeltelijk treffen. Doch ook andere bezwaren dringen zich wel op. Waarom die dwaze gewoonte gevolgd van het rugwit tot een minimum te beperken en ook het kopwit veel krapper te nemen dan noodig en gebruikelijk is ten opzichte van het wit van onder, zoodat de blad-spiegel nu zeer vreemd in den linker bovenhoek van de pagina gedrongen staat? Is daarvoor eenige technische of aesthetische reden aan te wijzen?

Toch blijft er veel belangwekkends aan en in dit boek.

Na een woord vooraf van den heer B. Modderman, lid van de wakkere drukkers-firma door welke het Jaarboek wordt uitgegeven, krijgen wij een (helaas slordig gestileerd) artikel van Th. Molkenboer, die de Boekdrukkunst beschouwt als Kunstnijverheidsvak. ‘Had de groote weder-opbloei van het kunstambacht wel volledig kunnen zijn zonder dat ook op 't gebied van de boekkunst nieuwe inzichten waardiger resultaten kwamen leveren? Ik geloof het niet. Zelfs is het merkwaardig te moeten constateeren dat, historisch, zoowel in Engeland als in deze landen die groote verjonging van het ambacht zich voor 't eerst in een paar uitingen op boekdrukgebied openbaarde.

Men denke aan William Morris' bestrevingen omstreeks 1891 en al wat na zijn epoche-makend beginnen werd bereikt. Men gedenke het eerste optreden in Amsterdam van het toen gelijk gezinde drietal Dysselhof, Lion Cachet en Nieuwenhuys met hun in hout gesneden diploma's voor de Vereeniging van den Boekhandel.

Dat was een gebeuren!

Menigeen die 't zich toen niet begrijpen kon hoe een artist, een kunstenaar, zoo'n hoog wezen, zich kon vernederen tot zoo iets een voudigs, zoo iets banaals als een letterdruk, en.... men verwonderde zich hoe zoo'n naam van hooge aspiraties zijn tijd en liefde kon geven aan 't zelf, zegge zelf, in hout uitsnijden van die gewone lettertjes... Maar de geschiedenis heeft de nietbegrijpenden geleerd en sedert zijn de hoofden

[pagina 26]
[p. 26]
verhelderd en de inzichten veranderd en is er een groote herleving van het kunstambacht gegroeid, die zeker min

illustratie
Frontispiece uit ‘Essays of Michael Lord of Montaigne (Boston, New-York 1903).
Uit: Drukkersjaarboek 1908.


of meer van het optreden van die drie mannen het gevolg was.

Er was dan ook sinds dien in Holland bijna geen kunstnijvere van eenig talent die ook niet zijn krachten aan de boekkunst beproefde, zoodat er werkelijk van een herleving van ook dit ambachtsvak gesproken kan worden...... Waren Dysselhof en de zijnen begonnen zelf de moeilijke techniek van houtsnijden te beoefenen en hadden ze hun drukken zelf gemaakt, en, als precioza, in slechts zeer gering aantal, als kostbare ets-prenten geproduceerd, de na hen komenden konden deze nog zeer vrije kunst achtige wijze van werken niet meer volgen.

Om oeconomische zoowel als om aesthetischeredenen. Want die enkele mooie drukken voldeden, door hun gering getal, niet aan het doel. Het waren wel kunst-drukken, maar zij konden niet met dezelfde oogen gezien worden als een eenig kunstschilderij zoodat er naar wijder basis voor dit soort werk moest worden gezocht.

De lithographie bood zich 't eerst als zeer geëigende reproductiemethode aan om grooter oplaag te kunnen bereiken waarvan ieder exemplaar die eigene vingerdruk van den artist zou bezitten. Men kent het boekje van Nieuwenhuys, Jacques Perk, dat in zijn soort weer een tijdperk in de ontwikkeling van ons kunstambacht aanwees’....

In onzen tijd kàn het ideaal van den drukker niet meer zijn een paar zeer mooie dingen voort te brengen, persoonlijk gemaakte mooie drukjes, in hun soort evengoed ‘eenlingen’ als de schilderij en van Rembrandt of Maris. De drukkunst zou of deze wijze tot onvruchtbaarheid, dus tot ondergang ge-

[pagina 27]
[p. 27]

doemd zijn. De machine is en moet onze hulp zijn, maar wij hebben de machine in onze macht en daarom mag het doel-bewust streven van den boekdrukker van heden, al is hij niet meer de zelf uitvoerende artist (als b.v. de heeren Dysselhof c.s.) niet onderschat worden. Wat echter gevraagd wordt is ook hier: persoonlijkheid.

Ook de overige artikelen bieden veel lezenswaards. Het zijn: Amerikaansche Boekkunst, door S.H. de Roos. - De advertentie, door Anselm Hartog. - Waldemar Zachrisson, door C.J.E. Bosmans. - De Herleving der boekkunst in Engeland. II. Private Presses, door R.W.P. de Vries Jr. - Het gebruik van Modellen, door A.W. Barten. - Jaar-overzicht, door J.W. Enschedé.

Een lijst van Boekdrukkerijen en een advertentie-afdeeling, in verschillende kleuren behandeld (waarbij zich ‘modern’ niet altijd als ‘fraai’ vertoont!) sluiten het werk.

E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken