Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 8 (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 8
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.37 MB)

Scans (30.21 MB)

ebook (9.37 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 8

(1909)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Techniek van het boek

Een drukkerij-paleis

WELKE ontzaggelijke afmetingen het drukkers- en uitgeversbedrijf in de Vereenigde Staten heeft aangenomen, daarvan getuigt o.a. een afbeelding welke wij vonden in 't laatste nummer der ‘Typographische Mededeelingen’, het orgaan waardoor de wakkere lettergieterij ‘Amsterdam’ hare uit-

[pagina 90]
[p. 90]

gebreide clientèle op de hoogte pleegt te houden van wat zij nieuws aan de markt brengt op 't gebied van lettertypen en boekdrukkers-machinerieën.

Over de Curtis Uitgevers-maatschappij te Philadelphia sprekende - want van deze inrichting geeft de genoemde illustratie een beeld - schrijft de Redactie der ‘Mededeelingen’ o.m.:

‘Voor zoover wij weten, is dit de grootste drukkerij der wereld en wij betwijfelen ook of zij wat inrichting betreft wel door eene andere, zelfs door de Rijksdrukkerij te Berlijn, overtroffen wordt. Het uiterlijk van het gebouw is een maatstaf voor de geheele zaak, want deze is volumineus in al haar uitingen. Haar voornaamste uitgave toch is “The Ladies Home Journal”, een maandschrift van 100 pagina's, opgericht in 1889, met een maandelijksche circulatie van één millioen twee honderd duizend exemplaren. Het jaarlijksche abonnement bedraagt slechts 1½ dollar, maar ondanks dit lage bedrag is het tijdschrift een goudmijn. De eigenaardigheid toch van dit blad, dat voor zoover wij weten zijn weerga niet heeft in veelzijdigheid, komt het meest uit in zijn advertentie-gedeelte, waarvoor schatten betaald worden. Zoo betaalt men voor de geheele pagina achterzijde omslag 10.000 doll. (zegÄ¡e f 25.000.-) per maand, en de rest naar rato! Voor de uitrusting van het blad heeft de leider der zaak dan ook schatten over. Verschillende letterseries werden speciaal voor en in opdracht van het blad gesneden. Bijna elke advertentie heeft een eigen cachet, en men ziet terstond dat men getracht heeft er het beste van te maken wat er van te maken is. Er wordt rijkelijk in gewerkt met clichés en het tijdschrift maakt ondanks zijn “business”-karakter toch een aller-aangenaamsten indruk’.



illustratie
De nieuwe drukkerij der Curtis Uitgevers-Maatschappij te Philadelphia (U.S.A.)


Schrijvers en hun verantwoordelijkheid

IN ‘De Ploeg’, het maandschriftje van de ‘Wereldbibliotheek’, schrijft in een artikel over boeken, schrijvers en lezers, de heer L. Simons o.a. het volgende over de verantwoordelijkheid eens auteurs:

‘Werken der verbeelding oefenen hun eigen invloed op vele lezers; hoe minder levensvastheid die zichzelf verwierven, des te lichter rijden de indrukken van lectuur met hen weg. Dat feit loochenen zou zijn: ons zelf bedriegen; en al wat de nieuwere psychologische wetenschap ons heeft doen kennen omtrent “suggestie” doordringt er ons te zekerder van. Zoo is dan nog deze vraag even onder d'oogen te zien: hoe staat het met de verantwoordelijkheid van schrijvers (en met hen van uitgevers, die hun werken helpen verspreiden)? Er is in de geschiedenis der letterkunde van de 18e eeuw een zeer sprekend feit geboekt. Die 18e eeuw, in haar tweede helft, lijdt onder een sterke aandoening der geesten en gemoederen: er heerscht een overaandoenlijkheid, een sentimentaliteit, die te licht overslaat tot levensmoeheid; de last van het wereldleed wordt er ondragelijk onder. De jonge Wolfgang von Goethe raakt ook door de kwaal van zijn tijd aangetast, en om haar van zich af te schudden stort hij, in zelfbevrijding, al zijn overgevoeligheid uit in een romantisch

[pagina 91]
[p. 91]

werk: Leiden des jungen Werthers. Werther gaat ten onder aan een gebroken hart, en pleegt zelfmoord. - En zoo sterk is de invloed van dit boek, dat er een soort van zelfmoord-epidemie in Duitschland ontstaat, en jonge lieden zich doodschieten met het boek van Goethe op hun boezem.

Was nu Goethe voor dit, zeker onvoorzien, gevolg van zijn boek verantwoordelijk te stellen?

Ik denk aan den invloed, in menigerlei opzicht door Ibsen en zijn meeningen over de positie der vrouw, de waarheid in het huwelijk en in het leven, geoefend; aan de levens-beklemming, in veel moderne boeken geopenbaard, en die onmiskenbaar neerdrukkend op velen gewerkt heeft. Ik denk aan het verschijnsel, dat wat auteurs voor bepaalde gevallen als onvermijdelijk aantoonen, door weinig dóórdenkende lezers al te licht gegeneraliseerd wordt en dan toegepast op hún geval. Een der door ons uitgegeven romans: Absolvo te van Clara Viebig heeft als hoofdfiguur een jonge vrouw, die, door haar moeder gekoppeld aan een ouden, rijken, groven boer (“vastgekoppeld”, want haar Roomsche kerk laat geen huwelijksontbinding toe) in den drang van haar jonge leven naar liefde en bevrijding er toe komt verschillende pogingen te doen om hem te vergiftigen; eindelijk slaagt, doch dan tevens den jongen man haar ziet ontvluchten, om wiens liefde zij alles waagde. Men heeft gemeend, dat dit boek zedelijke ontaarding zou kunnen verbreiden, en mij ernstig afgevraagd of ik dit kon verantwoorden als “goede lectuur?” -

***

Wat, zullen we nu tot deze opmerkingen en verwijten zeggen?

Niemand heeft ooit beweerd, dat Goethe met opzet, of zelfs onbewust, zelfmoord zou hebben gepredikt; dat Ibsen iedere vrouw, als zijn Nora, tot het verlaten van man en kinderen zou hebben opgewekt, en ik heb ook niet hooren betoogen, dat Clara Viebig's Absolvo te een aansporing zou bevatten tot echtgenoots-vergiftiging. Wat we in deze werken vinden is de naspeuring van bepaalde zielstoestanden en het effect van bepaalde omstandigheden en verhoudingen daarop. Zulk naspeuren, gaat het scherpzinnig, met psychologisch inzicht, moet de zielenaaktheid der menschen en hun levensverhoudingen ontblooten, en aldus veel aan den dag brengen, wat in strijd is met de conventioneele opvattingen en handelingen. Elke uiting, die uit de diepte van een menschelijke ziel is voortgekomen, en tot het diepste van een andere menschenziel spreekt, is altijd revolutionnair; hoe sterker en grooter een mensch, hoe sterker en grooter een kunstenaar, des te meer revolutionnair, bewust en onbewust. Werkende vulkanen hebben nog nooit het bouwsel van menschenhanden ontzien! Ons menschelijk bestaan is één blijvende en eindelooze worsteling tusschen opbouwen en vernietigen, zoo goed als heel het leven der natuur dit is. Wij moeten vastleggen en opbouwen; wij moeten ook telkens en telkens weer omverhalen en vernieuwen, of we slapen in; en wie het bestaande zoeken vast te houden door het nieuwe van zich af te jagen, worden toch ten leste door dat nieuwe achterhaald. Zelfs de R. Katholieke kerk is onderworpen aan die eeuwige wet der veranderlijkheid, en het orthodoxe Jodendom, dat meende zich schrap te kunnen zetten, heeft in de 19e eeuw ten leste haar eigen zonen uit de kerk verjaagd! - Toen Goethe den last van zijn schouders ging werpen, om kracht te herkrijgen voor de hem wachtende groote levenstaak, heeft zijn explosie een aantal levenszwakken medegesleept, zooals zwakborstigen weggaan in het gure jaargetijde. Ibsen's bewustmaking van de vrouw als een eigen persoonlijkheid zou niet zoo hebben kunnen dóórwerken, als de tijd er niet rijp voor ware geweest; en nieuwe bewegingen sleepen nu eenmaal altijd ook velen met zich mede, wien het aan kracht ontbreekt om op eigen beenen te blijven wandelen; terwijl eindelijk, wie in Clara Viebig's Absolvo te niet een meesterlijke ontleding van den invloed van geldzucht en onbegrepen kerkgeloof op een weinig ontwikkeld, naar liefde dorstend wezen vindt, maar een aansporing tot vergiftiging er voor zichzelf uit haalt, tot die zwakke misdadigers-naturen behoort, voor wie in onzen àlles-drukkenden tijd de suggesties toch overal voor het grijpen liggen. Die tijd biedt zeer zeker voor velen heel wat moeite om het roer recht te houden; het gist en woelt zoo aan alle kanten en de rustelooze zee van onderzoek en toetsing vreet de hardste rotsen van onze veilige zekerheid weg. Te weten wat goed, te weten wat recht is; tusschen de eischen van abstracte, niets-ontziende gevoelens en gedachten en die eener nuchtere werkelijkheid vol van het “onmogelijke”, het noodig evenwicht te bewaren, vordert ontzaglijk veel van ons equilibrium. In zulk een tijd echter is niets ons zoo noodig als de kunst: goed te lezen en goed te verstaan, boeken geboren uit Echtheid en Eerbied. Zij leeren ons schiften tusschen het betrekkelijke en het eeuwige; zij leeren ons de diepten kennen van het leven, en geven ons aldus grondslagen voor ons bestaan, hoe revolutionneerend ze ook zijn mogen. In Echtheid-en-Eerbied-geboren kunst kàn niet schaden, tenzij hen, die beiden nog niet leerden verstaan en die aldus open zijn voor elken invloed, en in wie de beste kan verloopen tot kwaad. Maar wie zeker

[pagina 92]
[p. 92]

was in echtheid en eerbied te scheppen, behoeft niet de verantwoordelijkheid voor zijn werk te schromen; zoomin als dit behoeft te doen: wie ze in de wereld verspreidt’. -

Over het vertalen

schrijft de Redacteur van ‘De Ploeg’ in het zelfde nr. waaraan wij het bovenstaande ontleenden: ‘Vertalen is een uiterst moeilijke taak; is een werk, dat over het geheel nooit voldoende gehonoreerd wordt; zeker in ons land niet, waar zoovelen vreemde talen kennen, althans meenen te kennen, en dan liever een halven indruk krijgen uit de vreemde taal dan althans drievierden door een goede vertaling, en waar het lezen van een vreemde taal zekere ijdelheid schijnt te voldoen! - Maar vertalen in ons land is dan ook over het geheel gebleven de kostwinning van wat oppervlakkig geletterden, die hals over kop het half-begrepen, misschien half-gelezen, oorspronkelijke, in uiterst luk-raak Nederlandsch, of wat daar voor door gaat, overbrengen; en vaak niet eens het oorspronkelijke, maar een andere vertaling! Ik herinner me hoe Jacob Cremer in zijn Tooneelspelers de tooneelvertalingen van zijn tijd typeert: op den Engelenbak van den Schouwburg zitten twee menschen van een uit het fransch vertaalde “draak” te genieten, en in de pauze maakt een hunner zich als de “vertaler” van het prachtstuk bekend. “En wat brengt dat in?” vraagt de ander. “Een driegulden” is het antwoord. “Jongens”, meent de ander “dat kon mijn jongen er dan ook wel eens als bijverdienste bij waarnemen; die heeft nog aardig wat fransch geleerd op zijn school en as ik hem dan op een boekestalletje een woordeboek koop, zou ik niet weten, waarom hij 't ook niet zou kunnen!” - Dat “ik zou niet weten, waarom ik 't ook niet zou kunnen” schijnt, eilaas, een inzicht te zijn van oneindig veel juffrouwen en heeren in ons goede land; ze weten 't inderdaad niet; als ze 't wisten, lieten ze het allicht; dubbel eylaes, dat zelfs zeer velen zich niet eenmaal aan de weelde van een boekenstalletjes-woordenboek te buiten gaan, althans de sporen van het gebruik ervan in hun werk niet zichtbaar zijn’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken