Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 6 (1976) (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 6 (1976)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 6 (1976)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 6 (1976)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 6 (1976)

(1978)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het zesde colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

Vergadering van het Skandinavische taalgebied
door drs. P. Starmans
(Helsinki)
Voorzitter: mw. drs. G. de Vries (Kopenhagen)

Aangezien we elkaar begin april nog gesproken hadden, vlotte het gesprek al meteen en konden we a.h.w. ons gesprek van toen voortzetten.

Als eerste punt kwamen de leermiddelen aan bod.

Professor Langvik-Johannessen vertelde ons iets over zijn nog te verschijnen literatuuroverzicht in boekvorm van de nederlandstalige literatuur. We zijn bij dit punt uitvoerig blijven stilstaan, omdat dit het volgend jaar te verschijnen boek (door zijn 300 à 400 pagina's nog steeds vrij uitvoerig) van groot belang kan zijn voor een typisch skandinavische aanpak en accentuering van de nederlandstalige literatuurgeschiedenis.

Ook al zei professor Langvik-Johannessen dat dit boek speciaal bedoeld is als introductie voor mensen die niets van de nederlandstalige literatuurgeschiedenis afweten, lijkt het toch bv. voor studenten in Finland in de huidige situatie van belang, omdat de studenten daar over het algemeen niet veel verder komen dan een goed begrepen weergave van een introductie. Het Nederlands in Finland is slechts een bijvak.

Het boek is niet als een objektief spoorboekje van literaire gegevens opgebouwd, maar geeft een subjektieve zienswijze weer en benadrukt vooral die elementen, die op een of andere manier in het oog vallen, dus specifiek Nederlands zijn. Nederlandse auteurs die anders zijn, genres die in onze literatuur anders behandeld of benaderd zijn, vergelijking met literatuurelementen in de nabuurtalen zijn punten die min of meer uitvoerig ter sprake zullen komen.

Als voorbeeld noemde professor Langvik-Johannessen onze 14e-eeuwse abele spelen, als ‘hoofse’ dramatiek vergelijkbaar met de algemenere hoofse epiek maar als zodanig uniek in de Europese literatuur, hij noemde de rederijkers, hij noemde Vondel als origineel tragediedichter enz.

Een interessant punt voor onze Skandinavische lespraktijk was ook het standpunt van de auteur, dat lyriek in een inleidende literatuurgeschiedenis moeilijk te behandelen is, omdat het wezenlijke element ervan moeilijk over te dragen is. Als gevolg van dit inzicht zal dus ook de behandeling van de lyriek summier

[pagina 74]
[p. 74]

moeten zijn en zich tot de hoofdpunten moeten beperken.

We discussiëerden over de Noord- en Zuidnederlandse literatuur en konstateerden dat ook in een literatuuroverzicht de kontinuïteit van het literaire leven in Noord en Zuid door de hele literatuurgeschiedenis heen niet uit het oog verloren mag worden en in de lesbehandeling aangegeven dient te worden.

Aan een eventuele vertaling in het Duits of Engels wordt gedacht. De konklusie van onze discussie over zulke hulpboeken vanuit niet-Nederlandse hoek over Nederlandse onderwerpen was deze, dat zo'n benadering het gezichtsveld van docent en student alleen maar kan verruimen en dat de niet-Nederlandse student op zo'n manier op dingen gewezen wordt die hem juist kunnen interesseren. Dit is dus een gezonde en indirecte vorm van PR voor Groot-Nederland en zijn kultuur.

Als tweede hoofdpunt werd de Deense grammatica van het Nederlands van G. de Vries besproken. Deze grammatica zou ook als leidraad voor andere Skandinavische landen kunnen dienen. Deze grammatica is bedoeld als verkorting van de Zweedse grammatica van de Rooij/Wikén Bonde en als hulp voor die studenten die in het geheel van hun Duitse studies de Nederlandse taal bestuderen. De inleiding en de vormleer worden - aangevuld uit het kompendium van Kwakernaak - in verkorte vorm uit de Zweedse grammatica overgenomen. De fonetische beschrijving is een min of meer gemoderniseerde versie van die van Eli Fischer Jörgensen in de allang uitverkochte Deense grammatica van Annie Holch Justesen. De syntaxisbehandeling is nog in een onvoltooid en niet uitgerijpt stadium en G. de Vries is dankbaar voor iedere opbouwende syntactische suggestie.

T.a.v. de fonetiek werd gesteld, dat ieder taalgebied zijn eigen fonetische vergelijkingssysteem moet opbouwen, de Denen voor het Deens, de Noren voor het Noors, de Zweden voor het Zweeds en de Finnen voor het Fins. Logisch en een negatief argument voor een mogelijke algemene fonetiek.

Als derde punt werd het Deens-Nederlandse woordenboek van G. de Vries besproken. Op de vraag van M. Eliassen-de Kat vertelde de auteur, hoe ze een tweede druk dacht voor te bereiden.

Tot slot bespraken we het bezoek van de Skandinavische groep aan het abel spel ‘Gloriant’, op zeer originele wijze opgevoerd in ‘Het Sterckshof’ door het reizend Volkstheater uit Antwerpen. Origineel, want het was een openluchtvoorstelling over het gehele slotterrein, waarbij de oude kasteelentourage volop gebruikt werd en de toeschouwers met het spelend gezelschap van de ene plaats van handeling naar de andere mee moesten wandelen. Origineel ook omdat het dialect van deze streek Antwerpen zo dicht bij het Middelnederlands schijnt te liggen, dat de voordracht, beter het spel, verrassend levensecht en natuurlijk klonk. Zo werd de avond voor ons een stimulerend besluit van onze dit keer vooral literair gerichte vergadering.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 3 september 1976

  • 2 september 1976

  • 1 september 1976

  • 31 augustus 1976

  • 30 augustus 1976


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P.J.M. Starmans