Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 8 (1982) (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 8 (1982)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 8 (1982)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 8 (1982)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 8 (1982)

(1983)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het achtste colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 177]
[p. 177]

Slotwoord door prof. dr. J.G. Wilmots, voorzitter van de I.V.N.

Hooggeleerde Heren Professoren, Vertegenwoordigers van het Rectoraat en van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Katholieke Universiteit Leuven, Dames en Heren Vertegenwoordigers van de Belgische en Nederlandse Ministeries, Dames en heren genodigden, Geachte Collega's,

 

Het Achtste Colloquium Neerlandicum loopt naar zijn einde. Dit lijkt een vrij overbodige zin, maar ik had hem niet kunnen uitspreken als dat Achtste Colloquium niet had plaatsgevonden, als het plaatsvinden ervan niet was mogelijk gemaakt door de Leuvense gastvrijheid, door de deelneming van zoveel collega's uit het buitenland en van belangstellenden uit de binnenlanden, door de bereidheid en de inzet van de sprekers, door de goede wil, de zorg en de toewijding van allen die ik tot de organisatoren kan rekenen.

 

Over het belang van een colloquium als dit bestaan voorzeker allerlei meningen, binnen en buiten onze kring. Eén van mijn Leuvense leermeesters hier aanwezig noemde congressen ‘de kermiskant van de wetenschap’. Die boutade hoef ik niet eens negatief te interpreteren als ik stel dat ik het belang van onze voorbije werkzaamheden en genoegens niet overschat. Ik haast me trouwens ook dit te relativeren en eraan toe te voegen dat ik het evenmin ónderschat. Het samenzijn van mensen met hetzelfde doel en dezelfde ambities, met gemeenschappelijke zorgen en verwante problemen, is altijd de moeite waard, zowel wanneer ze 't samen gezellig hebben als wanneer ze zich over een aspect van hun vak buigen. Dit geldt des te meer als ze maar ééns in de drie jaar de gelegenheid hebben elkaar te vinden, vanuit zoveel verschillende hoeken van de wereld.

Mijn goede leermeester bedoelde met zijn onschuldige ironie van de jaren vijftig natuurlijk dat de wetenschap allereerst in de eenzaamheid van studeerkamers bedreven wordt en hij wilde

[pagina 178]
[p. 178]

zijn leerlingen ervoor behoeden alle heil van congressen, symposia, conferenties of colloquia te verwachten.

 

Dames en heren, vrienden en collega's, dat laatste doet u niet. Ik weet dat op vele plaatsen in de wereld de neerlandistiek op een hoog niveau beoefend wordt. Ik weet dat anderen onder u door hun onderwijs van onze taal, onze letterkunde en onze cultuur bijdragen aan de bekendheid die Vlaanderen en Nederland in de wereld even nodig hebben als een gezonde economie en een gunstige betalingsbalans. Ik weet ook dat de resultaten van uw werk nauwelijks meetbaar zijn, dat ze niet in statistische waarschijnlijkheden kunnen worden uitgedrukt noch in boekhoudkundige saldi vastgelegd. Maar ik gelóóf dat die resultaten er zijn, dat wat u met uw onderwijs aan zoveel verschillende soorten anderstaligen bereikt, vruchten afwerpt voor de bewoners van ons Nederlandse taalgebied, door de belangstelling die u opwekt en het begrip dat u kweekt.

Men heeft voor u allerlei namen bedacht: men heeft u ambassadeurs genoemd, vertegenwoordigers, zendelingen, ..... Ik heb nooit meegedaan aan acties die een zaak belangrijker moesten helpen lijken dan ze was. Binnen de perken der bescheidenheid die wij met de geest nastreven, en binnen de grenzen van het fatsoen waarmee men iemand een compliment kan maken, zeg ik en vertrouw ik u toe: u had het voorbije samenzijn al verdiend eer het begonnen was, en wat aan dit colloquium is besteed, is goed besteed. Aan dit colloquium is aandacht, zorg én geld besteed. Dat laatste door de Nederlandse en Belgische Ministeries, zoals men meestal zegt. Uiteraard dank ik de ambtenaren onder mijn toehoorders voor hun vindingrijkheid in deze tijden van echte of vermeende crisis. Zij zullen het me echter niet kwalijk nemen als ik ook de burgers in den lande dankbaar ben: o.m. de poetsvrouw en de winkelier, de tuinman en de maatschappelijk werkster, die ook aan een en ander hebben bijgedragen en van wie ik hoop dat ze dit kunnen blijven doen.

 

Dames en heren, met deze laatste beschouwing heb ik de kring der gedachten eigenlijk al gesloten. De bekendmaking van de Nederlandse taal en cultuur is van belang voor de bevolking. De werkers buiten onze grenzen zijn aangewezen op de steun van binnenuit. Laten we hopen dat de ambtenaren, als schakels tussen die twee partijen, ook in de toekomst de nodige middelen daartoe vinden.

Op dit ogenblik is de Nederlandse Taalunie in oprichting, en in België is het Bestuur voor Internationale Culturele Betrekkingen van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur opgevolgd door het Commissariaat-generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking. Van onze kant zeggen wij als I.V.N. gaarne onze bereidheid toe tot de samenwerking die van óns verwacht kan worden. Het zal wellicht anders zijn dan in de voor-

[pagina 179]
[p. 179]

bije jaren, die wat Vlaanderen betreft, in mijn persoonlijke herinnering met de naam Kellens verbonden zullen blijven, maar ik twijfel er niet aan dat onze stem ook in de toekomst gehoord zal worden. In dezen is overigens niet de I.V.N. of haar bestuur belangrijk; het gaat om de personen die deze vereniging uitmaken en die gemeenschappelijke èn eigen problemen hebben, èn om de verantwoording van wat de Vlaamse en Nederlandse gemeenschap samen kunnen besteden om daar iets aan te doen.

 

Dames en heren, laat ik nog eens terugkomen op het voorbije colloquium zelf. Het antwoord op de mogelijke vraag of het een goed colloquium was, is aan de deelnemers. In naam van de organisatoren kan ik alleen hopen dat zowel de informele, de gezellige aspecten - de kermiskant - als de uitwisseling van ideeën over het vak - de wetenschap - nog een tijd in uw hart en geest blijven nazinderen en dat ze de geestdrift waarmee u uw werk doet, verder op peil helpen houden.

Ik dank van harte de Katholieke Universiteit die ons in de goede stad Leuven gastvrij ontvangen heeft, in het bijzonder het Rectoraat, de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte en het Paus Adriaan VI-College, waarbij ik achter deze abstracte verzamelnamen vooral de vele mensen zie. Ik dank verder alle andere mede-organisatoren binnen en buiten het I.V.N.-bestuur.

 

Vanmorgen bij de bestuurswisseling heb ik bijzonder weinig gezegd over de scheidende voorzitter. Wat ik wél gezegd heb, was erg persoonlijk en bijna tussen ons beiden. Dat heeft hij trouwens begrepen. Maar eigenlijk was ik de laatste dagen tot het besluit gekomen dat ik een wat uitvoeriger woord van dank nog beter nu en hier kon uitspreken dan tijdens de algemene IVN-vergadering van vanmorgen. Toen heb ik mijn en onze waardering voor mijn voorganger met een eigenhandig verpakt geestrijk symbool uitgedrukt. Nu wil ik niet alleen in aanwezigheid van de IVN-leden en in een eenvoudige collegeruimte, maar in de sfeer van deze promotiezaal en terwijl ook een aantal gasten en belangstellenden van buiten onze kring erbij zijn en het kunnen horen, zeggen hoe dankbaar de IVN en de buitenlandse neerlandistiek in het algemeen hem zijn.

Dr. De Rooij is twaalf jaar met de I.V.N. bezig geweest, vanaf haar ontstaan tijdens het colloquium in Gent in 1970: zes jaar als secretaris, zes jaar als voorzitter. Hij heeft er een onnoemlijk aantal uren en dagen aan besteed en bergen werk verzet. Wij zullen hem in zijn bestuursfunctie missen, maar gelukkig heeft hij geen plannen om zich verder nergens nog iets van aan te trekken. Hij verlegt alleen zijn werkterrein. Dat wilde ik even zeggen - ook terwijl zijn vrouw hier bij ons is.

 

De andere leden van het scheidende, respectievelijk aanblijvende bestuur zijn vanmorgen toegesproken door de aftredende voorzit-

[pagina 180]
[p. 180]

ter. Toch wil ik nog even drie namen noemen: dr. Jan de Vries, onze aftredende penningmeester; drs. Dick Boukema, onze aanblijvende secretaris, en mw. Marja Spoelder, onze administrateur. Alle drie zijn ze de voorbije week van 's morgens tot 's avonds in de weer geweest om de deelnemers aan dit Achtste Colloquium ter wille te zijn. Ook dat mocht hier nog eens met een woord van dank beklemtoond worden.

 

En ten slotte, dames en heren deelnemers, dank ik u voor uw belangstelling en uw medewerking.

 

Dat ik afscheid van u moet nemen, wordt alleen verlicht door de omstandigheid dat ik zulks officiëel mag doen in de stemmige promotiezaal van deze universiteit. U, deze zaal én de K.U. Leuven zijn mij dierbaar. Als u morgen weer naar uw land, naar uw werk gaat, vergezellen u de beste wensen van velen in Vlaanderen en Nederland.

 

In deze zin sluit ik het Achtste Colloquium Neerlandicum. Ik dank u allemaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 4 september 1982

  • 3 september 1982

  • 2 september 1982

  • 1 september 1982

  • 31 augustus 1982

  • 30 augustus 1982


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.G. Wilmots