Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 9 (1985) (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 9 (1985)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 9 (1985)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 9 (1985)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 9 (1985)

(1986)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het negende colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Openingszitting
maandag 26 augustus 1985

Woord van welkom door de voorzitter

 

Openingstoespraak door

 

prof.dr. J.H.G.I. Giesbers,

Rector Magnificus van de Katholieke Universiteit Nijmegen.

‘Nederlands voor niet-Nederlanders’

 

Openingslezing door

 

prof.dr. A.M. Hagen (Katholieke Universiteit Nijmegen):

‘De communicatieve trend’

[pagina 5]
[p. 5]

Woord van welkom
door prof.dr. J.G. Wilmots, voorzitter van de IVN

Mijnheer de Raadsadviseur bij het Nederlandse Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen,

Mijnheer de Algemeen Secretaris van de Nederlandse Taalunie,

Heren Ambassadeurs,

Mijnheer de Wethouder,

Mijnheer de Rector Magnificus van de Katholieke Universiteit Nijmegen,

Zeer geachte genodigden,

Dames en heren deelnemers aan dit colloquium,

 

Misschien zou ik op dit ogenblik kunnen volstaan met u allen hartelijk welkom te heten en daarna het woord te verlenen aan de Rector Magnificus van de Katholieke Universiteit Nijmegen, professor Giesbers, die op verzoek van het IVN-bestuur de openingstoespraak van dit Negende Colloquium Neerlandicum wil houden.

 

Dat ik het anders doe, heeft drie redenen: ten eerste zijn in deze aula verschillende groepen en subgroepen samen, en die wil ik graag aan elkaar voorstellen; ten tweede is het alweer drie jaar geleden dat het bestuur van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek nog echt iets tegen de leden heeft kunnen zeggen, en dat wil het nu zo gauw mogelijk doen, zij het voorlopig alleen bij monde van de voorzitter; en ten derde kan er geen Negende Colloquium Neerlandicum worden gehouden zonder dat daar acht andere aan voorafgingen - het lijkt me gepast heel even terug te blikken, voor wie er niet van het begin af aan bij waren.

 

Dames en heren die bij de opening van dit Negende Colloquium Neerlandicum - heel in het algemeen gezegd - Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigt, u bent niet gekomen uit nieuwsgierigheid naar een marginale groep ijveraars die tot ver hiervandaan vertellen over hoe men in de ‘lage landen bij de

[pagina 6]
[p. 6]

zee’ spreekt en leeft. U bent gekomen uit belangstelling voor het werk en de problemen van hen die door hun onderwijs op vele plaatsen in de wereld bijdragen aan de bekendmaking van de Nederlandse taal en cultuur, niet omdat die in vergelijking met andere talen en culturen heel erg belangrijk zouden zijn, maar omdat ze op een vanzelfsprekende manier deel uitmaken van een even vanzelfsprekend geheel. Bovendien hebt u geen behoefte meer aan een antwoord op de waarom-vraag, die door anderen in den lande al te vaak nog gesteld wordt.

Aan sommigen onder u is een deel van de staatshuishouding van Nederland of België toevertrouwd. Hen dank ik vooral in naam van de docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten, van wie de meesten een verre reis ondernomen hebben om aan dit colloquium deel te nemen en die ik daarom een bijzonder welkom toeroep.

 

Geachte collega's en vrienden van buiten de muren, ik ben er zeker van dat u zich in Nijmegen thuis zult voelen en tot een vruchtbare samenwerking zult komen, onder elkaar en met de collega neerlandici uit de binnenlanden, zoals Nederland en België in onze kringen plegen te heten.

 

Aan dit colloquium nemen 81 hoogleraren, docenten en lectoren in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten deel, van wie 64 uit 16 Europese landen en 17 verdeeld over de andere vier continenten. Van deze 81 hebben er 39 de Nederlandse nationaliteit, 9 de Belgische en de overige 34 samen nog eens 15 andere verschillende nationaliteiten. De drie genoemde subgroepen vertegenwoordigen bovendien 57 buitenlandse universiteiten.

In deze statistiekjes zijn de docenten Nederlands aan Franstalige universiteiten in België niet meegerekend, al voelen zij zich in menig opzicht tot de neerlandistiek extra muros behoren. Dat de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek deze subgroep totnogtoe alleen een buitengewoon lidmaatschap kon aanbieden, heeft te maken met een geografische interpretatie van haar initiële doelstellingen. Het komt mij niet toe een persoonlijk oordeel hierover uit te spreken, maar ik neem aan dat in de nabije toekomst duidelijker wordt waar voor de neerlandistiek extra muros in België de muren staan. Nu al zijn er in ieder geval uitstekende contacten tussen de echte buitenlanders, de Nederlanders en Vlamingen in het buitenland, de Belgen en Nederlanders in Franstalig België en de beoefenaren van de neerlandistiek in Nederland en Vlaanderen, onder wie overigens menig oud-docent in den vreemde. Van deze contacten getuigt het colloquiumprogramma, waarin ze allemaal de hand hebben.

 

Dat programma is met zorg voorbereid, niet alleen door het bestuur, maar door vele anderen. Ook daarvoor past hier een

[pagina 7]
[p. 7]

woord van dank. Vanzelfsprekend ziet het programma er weer anders uit dan anders, maar op één punt verschilt het echt helemaal van wat bij vorige colloquia gebruikelijk was. En hoewel dat al in het ‘ten geleide’ bij de programmabrochure staat, ga ik er graag nog even op in. De deelnemers aan dit Negende Colloquium Neerlandicum zullen niet voortdurend allemaal samen zijn om hetzelfde te doen; binnen een door henzelf mee ontworpen raamwerk hebben ze op vele momenten de keuze tussen verschillende activiteiten. Er is dus rekening gehouden met persoonlijke interesse en voorkeur. Dat de parallel geprogrammeerde werkbijeenkomsten, een neerlandisme voor workshops, enig ruimtelijk collegezaalzoekwerk kunnen veroorzaken, mocht geen bezwaar zijn om op de wensen van vroegere colloquiumdeelnemers in te gaan. En dat er inhoudelijk of thematisch gekozen moet worden, heeft als enig nadeel dat niemand overal bij kan zijn. Het was geen gemakkelijke organisatorische stap maar hij is gezet omdat een duidelijke meerderheid van deelnemers die richting uit wilde.

 

Ook na Leuven 1982 heeft de kleine wereld van de neerlandistiek extra muros niet stilgestaan, meestal overigens zonder dat het bestuur van de IVN eraan stond te draaien. Ik herinner me niet dat er tussen twee colloquia in, al dan niet toevallig, zoveel leer- en hulpmiddelen het licht zagen als tussen Leuven en Nijmegen, wél toevallig twee katholieke universiteiten. Als belangrijkste noem ik de nieuwe uitgave van Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal en ons aller Algemene Nederlandse Spraakkunst . Maar ook, en niet eens in de schaduw van die twee standaardgereedschappen in de werkkamer van de neerlandicus, vermeld ik graag de Woordenlijst Elementaire Kennis en het Basiswoordenboek Nederlands , die door de Werkgroep van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal werden geproduceerd. Drie van de vier hebben overigens rechtstreeks met de IVN te maken, doordat hun embryo in langgeleden geformuleerde colloquiumresoluties gekoesterd werd.

Ik weet dat ik door van verdere opsomming af te zien, te kort doe aan vele andere werkers in het veld. Wie zich interesseert voor wat er in de laatste drie jaar binnen en buiten ons taalgebied aan leer- en hulpmiddelen voor anderstalige Nederlandsleerders allemaal verschenen is, verwijs ik graag naar het tijdschrift van de IVN, Neerlandica Extra Muros , dat geregeld besprekingen hiervan heeft opgenomen. Over de jongste initiatieven terzake laat ik het liefst aanstaande vrijdagochtend door de Algemeen Secretaris van de Nederlandse Taalunie rapporteren. Die zal dan overigens nog meer zeggen, want hij staat als zodanig in het programmaboekje met een toespraak over ‘De Nederlandse Taalunie en de neerlandistiek extra muros’.

 

Drie jaar geleden in Leuven had de relatie van de IVN tot de Belgische overheid, respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap, net

[pagina 8]
[p. 8]

een ander onderdak gekregen; toen was het Commissariaat-generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking immers pas enkele weken oud. Nu, drie jaar later, is niet meer helemaal duidelijk welke rol het Nederlandse Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen op ons terrein zal blijven spelen. We weten alleen dat we geen beroep meer kunnen doen op mevrouw Talsma, die onlangs met pensioen is gegaan, nadat ze sinds IVN-mensenheugenis op een onvergelijkbare manier de Nederlandse overheid had vertegenwoordigd. Met stellige zekerheid vertolk ik een algemene overtuiging als ik zeg dat de neerlandici extra muros haar over negen colloquia nog niet vergeten zullen zijn.

Tijdens het Leuvense colloquium hield de Nederlandse Taalunie zich nog in de Wandelgangen op. Nu heeft ze uitgesproken en nog uit te spreken meningen over het beleid ten aanzien van de neerlandistiek in het buitenland. Ik zal me niet inlaten met de vraag welke relatie wij in de toekomst al dan niet misschien nog zullen hebben met de Nederlandse overheid en met de Vlaamse Gemeenschap afzonderlijk. Ik hoop alleen dat de Nederlandse Taalunie een regenboog spant over de neerlandistiek extra muros en een hecht verbond met haar sluit, zodat de woordgroep ‘De Nederlandse Taalunie en de neerlandistiek extra muros’ ook in de andere volgorde betekenis krijgt: ‘De neerlandistiek extra muros en de Nederlandse Taalunie’.

 

Ten slotte wilde ik nog even met u terugblikken. Op een dag of tien na vierentwintig jaar geleden, om precies te zijn op vier en vijf september 1961, werd in Den Haag het eerste colloquium van hoogleraren en lectoren in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten gehouden. Bij die gelegenheid ontstond de Werkcommissie van hoogleraren en lectoren in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten, met prof. dr. Walter Thys als voorzitter. Toen in 1970 in plaats van die Werkcommissie de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek kwam, bleef Walter Thys voorzitter en ging de nummering van de colloquia gewoon door. Alleen op die manier kunnen we nu aan het negende toe zijn. Zes daarvan zijn door Walter Thys voorbereid en voorgezeten, vanaf het zevende meende hij van deelneming te moeten afzien, wat herhaaldelijk is betreurd, ook in woorden van welkom als die ik vandaag tot u allen mag spreken.

Het zou van onwelvoeglijkheid getuigen als ik op de gang van zaken tijdens dit colloquium vooruitliep door zonder meer aan te nemen dat de leden van de IVN Walter Thys op voordracht van het scheidende bestuur tot erevoorzitter van de vereniging zullen benoemen. Ik weet wél dat hij, ook als dat niet gebeurt, het gebaar van de voordracht alleen al op hoge prijs stelt. Nodig is het dus niet, ook niet om verleden en toekomst van de neerlandistiek extra muros waardig met elkaar te verbinden. Die glijden met de tijd immers vanzelf in elkaar.

En omdat de toekomst in ieder geval voorrang heeft en dit colloquium officieel nog niet begonnen is, verleen ik voor de

[pagina 9]
[p. 9]

opening ervan het woord aan de Rector Magnificus van de universiteit waar we te gast zijn.

 

Professor Giesbers, de docenten in de neerlandistiek buiten de muren zijn u dankbaar omdat de Katholieke Universiteit Nijmegen hun een week lang academisch onderdak verleent. Zij allemaal nodigen u uit hen toe te spreken over ‘Nederlands voor niet-Nederlanders’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 31 augustus 1985

  • 30 augustus 1985

  • 28 augustus 1985

  • 29 augustus 1985

  • 27 augustus 1985

  • 26 augustus 1985


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.G. Wilmots