Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 9 (1985) (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 9 (1985)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 9 (1985)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 9 (1985)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 9 (1985)

(1986)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het negende colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 273]
[p. 273]

Vijf gevallen uit de praktijk
1. Triëst
Het doel van kennis van land en volk in de opleiding voor tolken en vertalers (presentatie en middelen)
drs. J.P.M. Groot en R.D. Trampus-Snel

Wanneer we taal willen definiëren als een systeem van tekens, dat binnen een cultuurgemeenschap wordt gehanteerd en dat de onderlinge communicatie dient, is hiermede niet alleen het doel, doch tevens en vooral de noodzaak van onderwijs in ‘Kennis van land en volk’ op een school voor tolken en vertalers weergegeven, want hoe zou een vertaler of tolk het systeem van tekens in een ander systeem kunnen overbrengen, wanneer hij niet op de hoogte is van de cultuur van de gemeenschap die het tekensysteem ter communicatie hanteert? Vertalen is niet slechts een simpele vergelijking van twee linguïstische systemen, vertalen wil zeggen: een tekst begrijpen en in staat zijn de taal te hanteren. Dientengevolge is een tolk- of vertaalopleiding zonder ‘Kennis van land en volk’ uiteraard ondenkbaar.

Zoals de meeste opleidingen voor tolken en vertalers is ook de school voor tolken en vertalers in Triëst niet ontstaan als een opleiding voor vertalers van literaire teksten, maar als een opleiding voor vertalers en wel mondelinge vertalers, dus tolken van gesproken teksten, waarbij het accent niet ligt op het esthetische aspect, maar waarbij het in de eerste plaats gaat om het overbrengen van een bepaalde informatie. Misschien is het hieraan te wijten dat in Triëst de studenten die als afstudeerrichting tolken kiezen, helaas geen colleges letterkunde volgen. Over welke kwaliteit een tolk dient te beschikken vertelt ons Georges Mounin, die op zijn beurt Jean Herbert citeert: ‘Een tolk moet over een scherpe intuïtie beschikken, niet alleen de betekenis, maar zelfs de nuances van de taal begrijpen; hij moet een heel goed gehoor hebben (...) en niet alleen de taal waaruit

[pagina 274]
[p. 274]

hij vertaalt beheersen, maar ook de cultuur die met haar verbonden is...’.

De juistheid van deze woorden is het best aan de hand van een voorbeeld te illustreren:

In de Handelingen van de Tweede Kamer (oefenmateriaal voor zowel de vertalers als de tolken) van het vergaderjaar 1984-1985 komt op bladzijde 1949 de volgende door CDA-kamerlid Beinema uitgesproken passage voor: ‘In de tweede plaats geef ik een korte uitweiding over Abraham Kuyper, die overigens ook over het gezin vele woorden gesproken en geschreven heeft die de minister deugd doen of zullen doen, als hij deze leest. De minister verwees naar Kuyper en dacht te citeren, naar ik meen, “architectonische kritiek op de samenlevingsopbouw”. Om Kuyper recht te doen, moet ik de bewindsman erop wijzen, dat het woord “samenlevingsopbouw” nooit uit mond of pen van deze klokkenist der kleine luyden is gevloeid.’

Ons streven is er dus op gericht de studenten in staat te stellen deze en soortgelijke teksten in, in ons geval, het Italiaans over te brengen. Het lijdt geen twijfel dat hiervoor ‘Kennis van land en volk’ onontbeerlijk is. Het analyseren van teksten uit Erflaters der Beschaving en De Lage Landen bij de Zee blijkt in dit soort gevallen uitermate nuttig te zijn, want, zoals ook Blanke in zijn Auslandsstudien terecht opmerkt ‘een vertaler kan ernstig in verlegenheid raken, wanneer hij in een hedendaagse tekst een citaat tegenkomt, dat hij historisch niet weet te plaatsen’.

Doch ook de Handelingen zelf kunnen beschouwd worden als een middel om de ‘Kennis van land en volk’ te verrijken of in ieder geval als een belangrijke impuls daartoe.

Het geven van impulsen is uiteraard zeer belangrijk, wanneer, zoals in Triëst, ‘Kennis van land en volk’ niet als apart vak gedoceerd wordt. Dit feit is dan ook mede bepalend voor de presentatie.

Vanaf het eerste studiejaar worden taal- en vertaaloefeningen zodanig gekozen of door de docent zelf samengesteld, dat de student reeds met betrekking tot een zo uitgebreid mogelijk aantal onderwerpen impulsen ontvangt, die voor zijn verdere studie nuttig zijn en hem tot zelfstudie aanzetten.

Vanaf het tweede jaar kan met Nederlandstalige middelen gewerkt worden. Voor wie Nederland en Vlaanderen wil leren kennen, Nederland in Kort Bestek, Staatsinrichting van Nederland, alsmede enkele eenvoudige korte verhalen vormen het uitgangspunt voor het oefenen in het mondelinge actieve taalgebruik en verruimen tevens de basiskennis van land en volk. Verder worden vanaf het tweede studiejaar Nederlandstalige dag- en weekbladen en tijdschriften gelezen en een encyclopedie geconsulteerd. Geluidsbanden, videobanden en gastsprekers vormen eveneens een aanmoediging tot zelfstudie.

Tijdens het examen ter afsluiting van het tweede studiejaar wordt onder andere de basiskennis van land en volk getoetst.

[pagina 275]
[p. 275]

Doch vooral in het derde en vierde studiejaar zien we ons geplaatst voor één van de vele nog onopgeloste didaktische problemen ten aanzien van ‘Kennis van land en volk’: welke onderwerpen dienen behandeld te worden en wanneer?

Het spreekt vanzelf dat, wanneer - zoals op dit moment - de verzorgingsstaat in vele landen van Europa ter discussie gesteld wordt, wanneer gelijke rechten en emancipatie in het brandpunt van de Europese belangstelling staan, het zwaartepunt op de politieke terminologie te dien aanzien komt te liggen. Om het diachronisch inzicht te verruimen zal dan ook aandacht geschonken moeten worden aan figuren als Thorbecke en Kuyper. Bovendien dient natuurlijk rekening gehouden te worden met het feit dat de vertaal- respectievelijk tolkmarkt van land tot land varieert. In Italië kan men met het vertalen van literaire werken helaas (nog) niet zijn brood verdienen. Maar het kernprobleem bij het onderwijs van de ‘Kennis van land en volk’ is, zoals ook Sergej Mawrizki in zijn studie Die Funktion der Landeskunde opmerkt, dat we daarbij te maken hebben met een niet duidelijk omschreven begrip, met een agglomeratie, een opeenhoping van feiten, gegevens en voorstellingen zonder systematische ordening.

Kortom, het doel van ‘Kennis van land en volk’ is duidelijk, presentatie en middelen vormen een probleem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 31 augustus 1985

  • 30 augustus 1985

  • 28 augustus 1985

  • 29 augustus 1985

  • 27 augustus 1985

  • 26 augustus 1985


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Hans Groot

  • Rita D. Snel Trampus


landen

  • over ItaliĆ«