Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 11 (1991) (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 11 (1991)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 11 (1991)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 11 (1991)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 11 (1991)

(1992)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Handelingen Elfde Colloquium Neerlandicum


Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

Het vertalen van vaktaal, in het bijzonder van juridische teksten
R.D. Snel Trampus (Triëst)

De toehoorders zullen de teregtzittingen met ongedekten hoofde bijwonen, en voorts een betamelijk ontzag en stilzwijgen bewaren; al wat de president tot handhaving der goede orde beveelt, zal stiptelijk en terstond ten uitvoer gelegd worden (Rv. art. 23).

1. Inleiding

Na het lezen of horen van het zojuist geciteerde wetsartikel zal, denk ik, wel niemand eraan twijfelen of er enig verschil bestaat tussen rechtstaal en andere vaktalen en of dientengevolge de juridische tekst de vertaler voor specifieke problemen stelt. Uit litteratuur over vaktaal blijkt echter dat dit allerminst vanzelfsprekend is. Vandaar dat ik in deze bijdrage allereerst kort zal ingaan op de relatie rechtstaal - andere vaktalen - algemene taal.

Verder wordt algemeen erkend dat bij het vertalen van een juridische tekst de terminologie het grootste probleem vormt. Dit geldt in het bijzonder voor de zogenaamde systeemgebonden termen. Hiervoor zijn door verschillende auteurs alternatieve vertaaloplossingen voorgesteld; ik zal trachten na te gaan of er selectiecriteria zijn aan te wijzen wanneer gekozen moet worden voor een van deze alternatievenGa naar eind1.

Nauw verbonden met de terminologie is de fraseologie. Tot slot hoop ik ook hieraan enige aandacht te kunnen wijden.

2. De relatie rechtstaal - andere vaktalen - algemene taal

De definitie van vaktaal in Van Dale luidt: ‘terminologie die binnen een bepaald vak of beroep de communicatie vergemakkelijkt’. Dat deze definitie niet volledig is, zal iedereen duidelijk zijnGa naar eind2. Wel is ze kenmerkend voor het feit dat onderzoek op het gebied van vaktaal jarenlang beperkt is gebleven tot

[pagina 194]
[p. 194]

onderzoek op lexicaal niveau. En hoewel men er nu wel algemeen van overtuigd is dat syntaxis en tekststructuur, alsmede de hele situationele context niet minder belangrijk zijn binnen vaktalige communicatie, wordt er vaak nog van uitgegaan dat het essentiële van vaktalen - ook van de rechtstaal - in de vaktermen besloten ligt (Michele Cortelazzo, 1991).

Toegegeven moet worden dat we door middel van de woordenschat duidelijker en gemakkelijker zowel de relatie vaktaal - algemene taal als de relatie tussen de verschillende vaktalen onderling kunnen aangeven. Ook het onderscheid, dat algemeen aangenomen wordt, tussen sociale wetenschappen en natuurwetenschappen is in de eerste plaats gebaseerd op het verschil in terminologie. De relatie algemene taal - vaktaal wordt wel voorgesteld in de vorm van cirkels (zie b.v. de diagrammen van Baldinger, Reinhardt en Heller in: Drozd - Seibicke, 1973, p. 102). De verschillende vaktalen liggen dan rond de algemene taal gegroepeerd, waarmee de wisselwerking tussen algemene taal en vaktalen tot uitdrukking wordt gebracht.

Vaak zal men echter in litteratuur over vaktalen vergeefs zoeken naar een duidelijke uiteenzetting over de relatie rechtstaal - andere vaktalen. De rechtstaal wordt in de meeste gevallen op één lijn geplaatst met andere vaktalen. Om de relatie vaktaal - algemene taal te verduidelijken worden voorbeelden èn uit de rechtstaal èn uit andere vaktalen aangehaald en vaak bij voorkeur uit de rechtstaal. Maar als we er even bij stilstaan dat alle facetten van het menselijk leven en elke maatschappelijke activiteit wettelijk worden of kunnen worden geregeld en dat rechtstaal perlocutionaire kracht heeft, dan verklaart dit niet alleen de in vergelijking met andere vaktalen sterkere wederzijdse beïnvloeding van rechtstaal en algemene taal, maar ook kunnen we hieruit concluderen dat de rechtstaal een afzonderlijke en uitzonderlijke plaats onder de vaktalen inneemt.

Wat de relatie rechtstaal - andere vaktalen betreft, valt op te merken dat vele rechtsbegrippen, in tegenstelling tot andere takken van wetenschap, niet grensoverschrijdend zijn. Deze systeemgebondenheid brengt met zich mee dat rechtswetenschappelijke publikaties zelden rechtstreeks in een vreemde taal verschijnen, terwijl in vele andere takken van wetenschap zo langzamerhand overwegend in een internationale taal wordt gepubliceerd (vergelijk onder andere Renkema, 1985, Cigada, 1988).

Rechtstaal is, volgens een gangbare opvatting, ‘gewone taal plus juridische terminologie’ (Van den Bergh, 1970, p. 93). En inderdaad zien we ook in het hierboven geciteerde wetsartikel geen enkel woord dat niet ook in de

[pagina 195]
[p. 195]

algemene taal gebruikt zou kunnen wordenGa naar eind3, doch tegelijkertijd is het daarbij duidelijk dat er geen scheiding gemaakt kan worden tussen de omgangstaal en de formele rechtstaal (Drilsma, 1975, p. 75).

 

Dat er eveneens een sterke interpenetratie bestaat tussen rechtstaal en andere vaktalen, wellicht sterker dan tussen andere vaktalen onderling, lijdt geen twijfel. We hoeven maar te denken aan de milieu(hygiënische) wetten (Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Afvalstoffenwet enz.) waarmee sinds lang vele termen uit andere vaktalen, onder andere uit de chemie en de biologie, de taal van het milieurecht en daarmee dus de rechtstaal zijn binnengedrongen. En binnen de economie zien we dat hele sectoren beheerst worden door het recht (b.v. het belastingrecht), zodat daar overlapping van rechtstaal en economentaal onvermijdelijk is.

Uit één en ander kunnen we concluderen dat rechtstaal zich van andere vaktalen onderscheidt door:

-een minder duidelijk onderscheid tussen de woordenschat van de algemene taal en de exclusief tot de rechtstaal behorende woordenschat;
-een grotere wederzijdse beïnvloeding van termen uit andere vaktalen en de tot de rechtstaal behorende woordenschat;
-de perlocutionaire kracht van de taaluitingen.

Een bijkomend probleem voor de vertaler is tenslotte dat de meeste juridische teksten, aangezien werkelijk alles uit het maatschappelijk leven aanleiding tot een rechtsgeschil kan vormen, termen uit andere vaktalen bevatten. Ter vermijding van ambiguïteit worden dan termen of benamingen vaak gespecificeerd:

Met B is het hof van oordeel dat B [...] belang erbij heeft dat op V controle door een registerinformaticus (het hof verstaat: lid van de Nederlandse Vereniging van Register Informatici) zal worden uitgeoefend (in: Rechtspraak van de Week, 17, 1991, p. 485).

Het vertalen van een juridische tekst is dus een interdisciplinaire bezigheid. Toch is het de juridische terminologie die de vertaler van zijn gemoedsrust berooft.

[pagina 196]
[p. 196]

3. Termen, vertaalalternatieven en tekstsoorten

Juridische termen kunnen onderverdeeld worden in twee grote categorieën: technische en niet-technische termen. Niet technisch maar wel juridisch is bij voorbeeld althans dat in de rechtstaal ‘of’ kan betekenen, en de uitdrukking op of omstreeks (in een contract).

 

De technische termen kunnen weer onderverdeeld worden in:

a.kwalificerende termen, termen die verwijzing impliceren naar door normen (rechts- en gedragsregels) gekwalificeerde feiten; hiertoe behoren onder andere namen van rechtscolleges, van wetten en vormen van commerciële samenwerkingGa naar eind4;
b.termen waarmee wordt verwezen naar feiten die niet door normen worden beheerst, maar die wel algemeen gangbaar zijn in de rechtstaal. Soms hebben deze binnen een deel-specialisme van het recht betekenisverdichting of -beperking ondergaan (levering, wanprestatie enz.).

Het zijn vooral de kwalificerende termen die de vertaler voor grote dilemma's plaatsen. De begrippen waarvoor ze staan structureren namelijk niet alleen kennis maar functioneren ook als oriëntatie voor toekomstig handelen (vergelijk Van den Bergh, 1970, p. 104), zodat, wanneer een semantische vertaling (Newmark, 1981/1991) noodzakelijk is, hiervoor eigenlijk een 1:1 equivalentie gevonden zou moeten worden. Dit is niet altijd mogelijk, omdat juist deze termen vaak systeemgebonden zijn. Ze behoren dus tot de zogenaamde (rechts)realia en staan voor begrippen waarmee de brontaal(BT)-lezer volkomen vertrouwd is, maar die voor de doeltaal(DT)-lezer onbekend zijn. Vandaar dat door verschillende auteurs (onder andere Newmark, 1981/1988; Pigeon, 1982; Weston, 1983; Sarcevic̓, 1986/1988; De Groot, 1988; Groffier, 1990) alternatieve vertaaloplossingen zijn voorgesteld, te weten:

-het functionele equivalent, dat uitvoerig door Pigeon (1982) is besproken. Hierbij wordt het begrip uit de BT in de DT weergegeven met een term waarvan de inhoud de meeste overeenkomstige kenmerken vertoont met die uit de BT;
-het citeren van de term uit de BT, die dus als leenterm in de doeltaaltekst (DTT) wordt overgenomen;
-het citeren van de term uit de BT, maar gevolgd of voorafgegaan door een omschrijving;
[pagina 197]
[p. 197]
-alleen een omschrijving van het begrip;
-de calque, het letterlijk vertalen van een woord of uitdrukking;
-het neologisme.

Dit zijn keuzemogelijkheden, maar uiteraard is elke vertaalbeslissing, wannèèr er keuzemogelijkheden zijn, afhankelijk van het type of soort tekst waartoe de brontaaltekst (BTT) behoort, alsmede van de lezer voor wie de vertaling bestemd is en van de functie die de DTT moet vervullen. Eveneens belangrijk zijn de zogenaamde frequentienormen, dat wil zeggen de mate waarin alternatieven in een bepaalde tekstsoort of type tekst reeds worden gehanteerd bij het overbrengen van begrippen in een vreemde rechtstaal.

Onderzoek naar deze frequentienormen is echter niet eenvoudig, omdat het moeilijk is in het bezit te komen van vertaalde juridische teksten. Om enigszins inzicht te krijgen in de frequentienormen met betrekking tot het vertalen van systeemgebonden termen heb ik een aantal bronnen geraadpleegd en deze ondergebracht in een verticale geleding van drie lagen, te weten:

A.
-een vertaalde wet en wel de Franse vertaling van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (BW). Wetsteksten behoren tot het hoogste niveau, de eerste laag. Op dit niveau zien we een maximum frequentie aan technische termen, een specifieke, voorspelbare syntaxis en een specifieke tekststructuur;
-vertalingen van arresten van het Hof van Justitie en van andere belangrijke buitenlandse arresten die niet door vertalers van de gemeenschap zijn vertaald. Vonnissen en arresten behoren eveneens tot het hoogste niveau. Ze bevatten uiteraard veel technische termen. De tekststructuur is altijd conventioneel;
B1.
-de toelichting bij de eerder genoemde arresten. Deze toelichtingen behoren tot de doctrinaire teksten en kunnen gerekend worden tot het op één na hoogste niveau, de tweede laag. Ze zijn nog altijd in hoge mate vaktechnisch, maar de syntaxis benadert die van de algemene taal; de tekststructuur is niet specifiek juridisch, maar te vergelijken met die van een voetnoot;
B2.
-vertalingen van artikelen van de hand van buitenlandse juristen. Deze zijn uiteraard vaktechnisch met nog steeds een hoge frequentie aan technische termen, maar kunnen tot een iets lager niveau gerekend worden, aangezien het taalgebruik, vooral wat de syntaxis en de
[pagina 198]
[p. 198]
fraseologie betreft, dat van de algemene taal benadert. Hetzelfde geldt voor
-artikelen van juristen over buitenlands recht. Dit is een zeer waardevolle bron, omdat daarin de jurist, wanneer hij een uiteenzetting geeft over begrippen die niet in het eigen rechtssysteem bestaan, voor dezelfde moeilijkheden komt te staan als de vertaler;
C.
-korte samenvattingen van buitenlandse arresten.

3.1 Het eerste niveau: wetsteksten en arresten

In het voorwoord van de uitgave in het Frans van Boek 1 van het BW (1972), verzorgd door het toenmalige Nederlandse Ministerie van Justitie, wordt vermeld dat de Franse versie is geredigeerd om een ieder die niet over voldoende kennis van de Nederlandse taal beschikt, in de gelegenheid te stellen van de nieuwe wetstekst kennis te nemen, zowel met het oog op juridische controverses als rechtsvergelijkend onderzoek. De functie van de BTT is directief, die van de DTT, zoals uiteraard van elke vertaalde nationale wet, in de eerste plaats informatief.

In deze tekst worden slechts twee termen uit de BTT als leenterm in de DTT overgenomen: Nederlandse Bank en Nederlandse Staatscourant. Functionele equivalenten worden in vertalingen van wetsteksten over het algemeen vermeden (behalve in Canada), omdat deze vaak misleidend zijn (vergelijk Sarcevic̓, 1988) of, zoals De Groot (1988) zegt, omdat ze zelden structureelfunctioneel zijn. Zodoende zien we ook in de vertaling van deze wetstekst calques, zoals juge de canton voor kantonrechter. In het Juridisch Woordenboek Nederlands-Frans van het Asser Instituut wordt er echter op gewezen, dat in Frankrijk kantonrechter juge d'instance is en in België vrederechter/juge de paix [zie b.v. ook art. 410 Belgisch Burgerlijk Wetboek (BBW)/Code Civil Belge (CCB)]. De calque, juge de canton, heeft echter het voordeel dat er geen ruimte is geschapen voor misverstanden of ambiguïteit. De Franstalige jurist die het heeft over juge de canton zal door zijn Nederlandse collega onmiddellijk worden begrepen, terwijl juge de paix wel eens minder snel met kantonrechter geassocieerd zou kunnen worden.

In deze tekst wordt ook gebruik gemaakt van een semantisch ongemarkeerde, dus niet juridische vertaling, waarbij de tendens valt te herkennen om voor een term te kiezen met een iets ruimere betekenis. ‘Stamvermogen’ (art. 140) is vertaald met patrimoine de base, terwijl het juridisch woordenboek van het

[pagina 199]
[p. 199]

Asser Instituut aangeeft dat het Franse (functionele?) equivalent patrimoine d'origine is.

In het tijdschrift voor jurisprudentie Il Foro Italiano worden arresten van het Hof van Justitie en andere belangrijke buitenlandse arresten in vertaling opgenomen. In deze vertalingen worden de namen van Duitse rechtscolleges altijd geciteerd; voor namen van anderstalige rechtscolleges wordt meestal voor een functioneel equivalent of voor een calque gekozen. Wanneer Arrondissementsrechtbank en Gerechtshof worden geciteerd, worden deze termen met een hoofdletter geschrevenGa naar eind5. Namen van wetten worden altijd geciteerd en tussen haakjes volgt een omschrijving.

3.2.1 Het tweede niveau, doctrinaire teksten: toelichting bij vertaalde arresten

In de toelichting bij de eerder genoemde vertaalde arresten worden alle sleutelbegrippen - in de hele tekst en dus niet alleen de eerste keer - met een calque vertaald, waarna de BT-term altijd wordt geciteerd.

3.2.2 Vertaalde artikelen van buitenlandse juristen en artikelen over buitenlands recht

Ook in vertalingen van doctrinaire teksten zien we dat dezelfde methode als in de toelichtingen bij arresten wordt gehanteerd. Het invoeren van Boek 2 van het BW in 1976 was aanleiding om artikelen van Nederlandse auteurs te vertalen.

In de vertaling van een rechtsvergelijkend artikelGa naar eind6 over vennootschappen worden alle Nederlandse sleuteltermen vertaald met een calque of met een functioneel equivalent, maar de eerste keer dat ze in de tekst voorkomen, volgt tussen haakjes de brontaalterm: ‘consiglio di sorveglianza’ (Raad van Commissarissen), ‘consiglio di fabbrica’ (Ondernemingsraad). Daarna wordt alleen de calque of het functioneel equivalent gebruikt. Zolang er binnen de Gemeenschap geen harmonisatie van vertalingen van juridische termen heeft plaatsgevonden, is dit een manier om te voorkomen dat verwarring ontstaat ten gevolge van de vele van elkaar afwijkende calques en/of functionele equivalenten.

Ook in artikelen over buitenlands recht kunnen veel calques aangetroffen worden, waarbij de BT-term in elk geval de eerste keer dat deze in de tekst

[pagina 200]
[p. 200]

voorkomt, geciteerd wordt. In een Italiaans artikel over de Nederlandse vennootschappen lezen we bij voorbeeld ‘Camera d'Impresa’ (Ondernemingskamer) en de B.V. wordt vertaald met ‘le cosiddette società chiuse’. Twee jaar later heeft dezelfde auteur het echter over ‘la società ristretta a responsabilità limitata’Ga naar eind7. Wanneer de BT-term niet geciteerd zou zijn, zou de lezer van beide artikelen kunnen denken dat het hier om twee verschillende vormen van commerciële samenwerking gaat.

Wanneer de BT-term en dus ook de calque niet doorzichtig zijn en dientengevolge voor de lezer nietszeggend, worden de BT-term of de calque van een verklarende voetnoot voorzien.

Ook in Nederlandstalige artikelen over buitenlands recht wordt behalve van het functionele equivalent vaak gebruik gemaakt van de calque om een begrip uit de vreemde rechtstaal weer te geven of om te voorkomen dat de jurist te snel zou kunnen concluderen dat er analogie tussen het vreemde en het eigen rechtssysteem bestaat. Bij voorbeeld: ‘Het Italiaanse Constitutionele Hof’ (Corte costituzionale); ‘ontbinding (scioglimento) van het huwelijk’; ‘nietigverklaring’ (annullamento); ‘scheiding van tafel en bed’ (separazione legale)Ga naar eind8. Vermeldenswaard is dat er in genoemd artikel gesproken wordt over het Tribunale (cursief van mij, RST); ook een lidwoord kan een structurele functie vervullen. Tribunale is in het Italiaans namelijk mannelijk, maar het lidwoord ‘de’ zou geassocieerd kunnen worden met de functie van de rechtbank, terwijl ‘het Tribunale’ eerder verwijst naar de competentie van het Gerechtshof.

3.3 Het derde niveau: korte samenvattingen van buitenlandse arresten

Ook in samenvattingen worden veel calques gebruikt. Interessant is in dit verband dat in Italiaanse samenvattingen van Nederlandse arresten de term ‘kantonrechter’ met de calque giudice cantonale wordt vertaald, dit waarschijnlijk onder invloed van het Frans. Ook ‘Arrondissementsrechtbank’ wordt weergegeven met een calque tribunale distrettualeGa naar eind9.

Deze equivalenten voor BT-termen die in tekstverband in elk geval doorzichtig zijn, kunnen, hoewel ze niet functioneel zijn, wel structureel genoemd worden. In samenvattingen van niet Nederlandse arresten wordt deze techniek ook aangewend. In deze teksten worden nooit BT-termen geciteerd.

[pagina 201]
[p. 201]

3.4 Conclusie

Hoewel hier slechts enkele voorbeelden van tekstsoorten en vertaalalternatieven als bijdrage voor verdere discussie konden worden gegeven, lijkt me dat er toch enige voorlopige conclusies kunnen worden getrokken.

Juristen blijken over het algemeen grote voorzichtigheid te betrachten bij het kiezen voor functionele equivalenten, waarschijnlijk omdat deze zelden functioneel-structureel zijn. Ook vertalers zullen dus met de grootste omzichtigheid te werk moeten gaan en in de meeste gevallen alleen na het raadplegen van een vakdeskundige functionele equivalenten kunnen gebruiken. Soms zal echter de voorkeur gegeven moeten worden aan een voetnoot.

Op het hoogste, het meest gespecialiseerde niveau (wetten en arresten), wordt weinig of geen gebruik gemaakt van het citeren van de BT-term, maar vooral van calques en soms van functionele equivalenten.

In de vertaling van wetsteksten laat zich dit verklaren uit de hoofdzakelijk informatieve functie waar de DTT aan moet voldoen. De lezer van de DTT zal in de eerste plaats inzicht in de vreemde wet, in de structuur van het vreemde rechtssysteem, wensen te verkrijgen. Bovendien wordt bij de gevolgde methode ook het directieve taalgebruik van deze gezaghebbende tekst gehandhaafd in de DTT.

In de vertaling van arresten daarentegen wordt het gebruik van BT-termen waarschijnlijk vermeden vanwege hun exotiserend effect dat afbreuk zou doen aan het betogende, hoewel onpersoonlijke en objectieve karakter van deze tekstsoort. Teksten op het eerste niveau zijn, hoewel om uiteenlopende redenen, de moeilijkste om te vertalen.

Op het tweede niveau (toelichtingen, vertaalde wetenschappelijke artikelen enz.) worden veel calques gebruikt waarna de BT-term geciteerd wordt. Calques van BT-termen hebben hier - evenals de tekst zelf - een metatalige informatieve functie. Aangenomen kan worden dat het citeren van de BT-termen in de toelichtingen bij arresten ook tot doel heeft de gedachtengang bloot te leggen die tot de beslissing heeft geleid.

Op het derde niveau (samenvattingen) worden alleen structurele calques gebruikt die enig inzicht kunnen verschaffen in de structuur van het vreemde rechtssysteem. Deze teksten hebben dan ook een globale informatieve functie.

[pagina 202]
[p. 202]

Er zijn dus diverse factoren die de keuze voor het ene of het andere vertaalalternatief bepalen. De belangrijkste schijnt in elk geval de functie te zijn die de DTT moet vervullen.

4. Fraseologie

Ook al zouden alle problemen rond de terminologie opgelost zijn, dan is dat nog geen garantie dat de vertaler een doeltaaltekst kan produceren waarvan gezegd kan worden dat die in rechtstaal is gesteld. Het is niet voldoende te weten dat bij voorbeeld de Italiaanse term sentenza met vonnis of arrest vertaald dient te worden. Even belangrijk is dat we weten dat de Italiaanse rechter een vonnis uitspreekt (pronuncia) of uitgeeft (emette), maar dat zijn Nederlandse collega een vonnis of arrest wijst. Voor het vertalen van een juridische tekst is kennis van de fraseologie die tot de juridische taalnormen gerekend kan worden, onontbeerlijk.

Over de definitie van de term fraseologie bestaat noch wat de algemene taal, noch wat vaktalen betreft eensgezindheid. De term fraseologie kan voor de rechtstaal, lijkt me, het best gebruikt worden in dezelfde betekenis als Zofia Klimaszewska (1985, p. 198) eraan hecht. Een fraseologisme is voor haar:

a.een semantische eenheid waarvan de betekenis af te leiden is uit de afzonderlijke bestanddelen;
b.een woordverbinding die gekenmerkt wordt door ‘fraseologische gebondenheid’, dat wil zeggen een syntactische gebondenheid die bepaald wordt door de usus, het taalgebruik.

Deze definitie is minder strak dan vele andereGa naar eind10 en daarom ook toepasbaar op fraseologismen in vaktaal. Voorts dient opgemerkt te worden dat ook een juridische term vaak niet uit één enkel woord bestaat. Een term kan bestaan uit een woord of een woordgroep.

De elementen die samen met de term een fraseologisme vormen, zijn de co-occurrenten. Co-occurrenten zijn nooit technische termen. In een zin als ‘In beginsel zijn alle vonnissen gewezen op incidentele vorderingen incidentele vonnissen’ bevinden zich dus drie termen: vonnis, incidentele vordering en incidenteel vonnis. Gewezen is co-occurrent bij vonnis waarmee het een fraseologisme vormt.

Zolang we nog niet of niet voldoende over betrouwbare fraseologische woordenboeken beschikken, zal de vertaler om de juiste co-occurrenten bij een bepaalde term te kunnen gebruiken, in de eerste plaats aangewezen zijn

[pagina 203]
[p. 203]

op eentalige woordenboeken. Daarin zijn de termen meestal voorzien van een bronvermelding. Deze bronvermelding leidt vervolgens tot de zogenaamde parallelle teksten. Voor het vertalen van de juridische tekst komen twee categorieën parallelle teksten in aanmerking:

a.teksten waarin eenzelfde boodschap in verschillende talen is geformuleerd en die dus bestemd zijn voor lezers met verschillende culturele achtergronden (b.v. de richtlijnen van de EG);
b.teksten die niet gecorreleerd zijn, maar slechts met elkaar gemeen hebben dat de omstandigheden die tot hun ontstaan geleid hebben analogie vertonen (normatieve teksten, handleidingen, formulierboeken enz.).

De laatste categorie verdient zonder meer de voorkeur, omdat meertalige normatieve teksten vaak een eigen terminologie en fraseologie hanteren. De inhoud van een term is bovendien niet altijd dezelfde als die van de overeenkomstige nationale term.

[pagina 204]
[p. 204]

Bibliografie

bergh, c.c.j.j. van den. ‘Rechtstaal en Rechtsvinding’, in: Plus est en vous. Opstellen over recht en cultuur, Haarlem, Tjeenk Willink, 1970.
cigada, s. ‘Le lingue di specializzazione: problemi scientifici e istituzionali. Relazione introduttiva’, in: Il linguaggio delle scienze e il suo insegnamento, Atti del Convegno su ‘Le lingue di specializzazione e il loro insegnamento nella scuola secondaria e nell'università, Brescia, la Scuola, 1988.
[pagina 205]
[p. 205]
cortelazzo, m.a. Lingue speciali - La dimensione verticale. Studi Linguistici Applicati, Padova, Unipress, 1990.
drilsma, r.l. ‘Rechtsvinding en “het handelings” karakter van het woord’, overdruk uit: 't Exempel dwingt, opstellen aangeboden aan Kisch, in: Rechtsvinding, deel I, Erasmus Universiteit, Rotterdam, 1979/80, p. 81-94.
drozd, l. en w. seibicke. Deutsche Fach- und Wissenschaftssprache. Bestandsaufnahme - Theorie - Geschichte, Wiesbaden, Oscar Brandstetter, 1973.
groffier, e. ‘La langue du droit’, in: META, 35, 2 (1990), p. 314-331.
groot, mr. g.r. de. ‘Vertaalproblemen’, in: D. Kokkini-Iatridou, J.G. Sauveplanne, R.H. Lauwaars en G.R. de Groot, Inleiding tot het rechtsvergelijkende onderzoek, Deventer, Kluwer, 1988.
hoffmann, l. Kommunikationsmittel Fachsprache. Eine Einführung. Tübingen, Gunter Narr, 1985.
klimaszewska, z. ‘Verbale uitdrukkingen in het Nederlands. Aspecten en perspectieven van het onderzoek’, in: Acta Universitatis Wratislaviensis, 837 (1985), p. 197-215.
klimaszewska, z. Verbale Phraseologie des Niederländischen. Proefschrift Uniwersytet Warszawski, 1990.
newmark, p. Approaches to Translation. Oxford, Pergamon, 1981.
newmark, p. About Translation. Multilingual Matters, Clevedon/Philadelphia/Adelaide, 1991.
Nouveau Code Civil Neérlandais, Livre 1, Droit des personnes et de la famille, traduit du néerlandais par L.F. Ganshof et Ch. Petit, Deventer, Kluwer, 1972.
overdiep, g.s. Stilistische grammatica van het moderne Nederlandsch. Zwolle, Tjeenk Willink, 1937.
pigeon, l.ph. ‘La traduction juridique - L'équivalence fonctionelle’, in: J.C. Gémar (sous la direction de), Langage du Droit et Traduction, The Language of the Law and Translation, Essais de jurilinguistique, Essays on jurilinguistics, Quebec, Linguatech, 1982.
[pagina 206]
[p. 206]
renkema, j. ‘Tekst en wetenschap’, in: A. Grypdonck [red.], Nederlands als taal van de wetenschap, Utrecht/Antwerpen, Spectrum, 1985.
šarćević, s. ‘The challenge of legal lexicography: Implications for bilingual and multilingual dictionaries’, in: ZuriLEX '86 Proceedings (Papers read at the EURALEX International Congress 9/14-9-1986), Tübingen, Francke Verlag, 1986.
šarćević, s. ‘Translation of legislation - with special emphasis on languages of limited diffusion’, in: Translation, our future, La traduction, notre avenir, Proceedings XIth World Congress of FIT, Maastricht, Euroterm, 1988.
sauer, ch. Vak/Taal/Kennis. Inleiding tot het onderzoek naar taalgebruik in vakken en beroepen. Leiden, Alpha, 1990.
snel trampus, r.d. La traduzione e i linguaggi giuridici olandese e italiano. Aspetti e problemi. Trieste, Italo Svevo, 1989.
temmerman, r.; f. simonis en l. luyten. Terminologie; een methode. Inleiding tot theorie en praktijk van systematische terminografie. Leuven/Amersfoort, Acco, 1990.
weston, m.r. The problem of translating legal French into legal English (Dissertation towards the degree of Master of Arts), University of Exeter, 1983.

eind1
De beschrijving berust niet op kwantitatief onderzoek.

eind2
Vergelijk de definitie van Rita Temmerman e.a. (1990, p. 21) en de ‘open’ definitie van Ch. Sauer (1990, p. 29).
eind3
Uiteraard doen sommige woorden en uitdrukkingen nogal archaïsch aan, maar we moeten niet vergeten - waar overigens ook Overdiep (1937, p. 180-182) reeds op gewezen heeft - dat we binnen vaktalen niet van archaïsmen kunnen spreken wanneer we vormen en betekenissen tegenkomen die in de algemene taal niet meer gebruikelijk zijn. Een bepaalde vaktaal kan minder onderhevig geweest zijn aan verandering dan de algemene taal of onderhevig geweest zijn aan andere veranderingen. Zoals uitdrukkingen als ‘een probaat middel’, ‘bij zijn positieven blijven’ en ‘te hooi en te gras’, die afkomstig zijn uit het oude recht (Van den Bergh, 1979, p. 88), niet meer tot de rechtstaal gerekend kunnen worden, maar uitsluitend tot de algemene taal, zo behoren andere uitdrukkingen die afkomstig zijn uit de algemene taal, maar daaruit verdwenen zijn, nog wèl tot de rechtstaal.
eind4
Zie voor een aanzet tot classificatie t.b.v. het vertalen van juridische teksten R. Snel Trampus, 1989, p. 68-73.

eind5
Vergelijk onder andere Bundesgerichtshof; 1StR 262/88 in: Il Foro Italiano, 1991, parte IV, p. 148-160 causa 144/81 en voor de vertaling van een Nederlands arrest: Il Foro Italiano, 1983, parte I, p. 72-76.

eind6
P. Sanders, ‘La legge societaria olandese’, in: Rivista delle società, Giuffrè, Milano, 1977, p. 337-349.
eind7
V. Allegri. ‘La struttura dell'organo amministrativo delle grandi società azionarie nei progetti di riforma olandesi’, in: Rivista delle società, Giuffrè, Milano, 1971, p. 419-421; en V. Allegri, ‘Novità legislative nella disciplina delle società olandesi’, in: Rivista delle società, Giuffrè, Milano, 1973, p. 198-203.
eind8
Voorbeelden ontleend aan Mr. G.R. de Groot, ‘Wijziging van het Italiaanse nationaliteitsrecht’, in: Het personeel Statuut, 4 (1985), p. 51-55.

eind9
In: Il Foro Italiano, parte II (1991), p. 76-77.

eind10
Zie ook haar enigszins anders geformuleerde definitie in Verbale Phraseologie des Niederländischen, 1990, p. 39.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 31 augustus 1991

  • 30 augustus 1991

  • 29 augustus 1991

  • 28 augustus 1991

  • 27 augustus 1991

  • 26 augustus 1991

  • 25 augustus 1991


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Rita D. Snel Trampus