Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 11 (1991) (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 11 (1991)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 11 (1991)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 11 (1991)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 11 (1991)

(1992)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Handelingen Elfde Colloquium Neerlandicum


Vorige Volgende
[pagina 225]
[p. 225]

Een heuristisch vertaalmodel: twee vliegen in een klap
Jan Walravens (Brussel)

Sinds de tweede helft van de jaren zeventig is er een grote inspanning geleverd om de studie van het vertaalfenomeen tot een ernstige academische - en bijgevolg wetenschappelijke - discipline te verheffen. ‘Verheffen’ is hier wel degelijk het juiste woord, want tot voor een paar decennia kreeg je bij het uitspreken van de term ‘vertaalwetenschap’ hoogstens een smalend lachje als reactie. Dit vak werd duidelijk te licht bevonden om aan de universiteit gedoceerd te worden. Vandaag is het tij gelukkig gekeerd. Het lag wel enigszins in de lijn der verwachting dat deze discipline, om vermelde status te verwerven, vanaf de aanvang consequent voor een beschrijvende aanpak koos (cf. Holmes 1978 en Hermans 1985). Maar hoewel deze aanpak bijzonder interessante vruchten heeft afgeworpen en blijft afwerpen, gaan er met de regelmaat van een klok stemmen op (cf. Woodsworth 1988, Nord 1988, Jones 1989 en Weissbort 1989) om de vertaler/vertaalster zelf aan het woord te laten en na te gaan in welke mate zijn of haar discours bij kan dragen tot het formuleren van een ‘Algemene Vertaaltheorie’, wat het uiteindelijke doel is van de vertaalwetenschap.

Een van de hoofdbekommernissen van het vertaalwetenschappelijk onderzoek is inzicht te verwerven in de aard en de werking van het vertaalproces zelf. Maar tot op heden heeft de experimentele psychologie (waar nochtans heel wat van de te verwachten viel/valt, denk maar aan de zogenaamde ‘thinking aloud’ procedures) noch de beschrijvende vertaalwetenschap in dit opzicht veel opheldering gebracht. Als de beschrijvende vertaalwetenschapper enig inzicht wil krijgen in wat er omgaat in de psyche van de vertaler, dan moet hij hypotheses omtrent de vertaalactiviteit formuleren vanuit een vergelijking tussen brontaaltekst en doeltaaltekst en/of, in het beste geval, steunen op (helaas vaak erg verwarde) notities gemaakt door de vertaler/vertaalster met betrekking tot zijn of haar vertaalwerk. Zo'n aanpak is uiteraard wetenschap-

[pagina 226]
[p. 226]

pelijk verantwoord, maar vrij omslachtig. Bovendien is het in vele gevallen moeilijk hypotheses te verifiëren (b.v. wanneer de auteur overleden is of niet bereid gevonden wordt commentaar te leveren bij eigen werk) zodat het denkbaar is dat een schitterende theorie gebouwd is op drijfzand, zonder dat men daar ooit achter kan komen.

 

Als we bijgevolg enig profijt willen halen uit het discours van de vertaler/vertaalster om een dieper inzicht te verwerven in het wezen van het vertaalproces, dan lijkt het wenselijk een bruikbaar methodologisch framework te hebben waarbinnen zulke onderzoekingen op een systematische manier kunnen gebeuren.

 

Een schematische voorstelling van de brede context van het vertaalgebeuren zou eruit kunnen zien zoals Fig. 1. Het bron- en doelsysteemGa naar eind1 worden gescheiden door een verticale stippellijn. Binnen elk systeem zijn allerlei ‘krachten’ aan het werk die elkaar wederzijds kunnen beïnvloeden (cf.de richting van de pijlen). Zo is het bij voorbeeld duidelijk dat het politiek-economische en het culturele klimaat waarin de vertaler/vertaalster werkt een invloed hebben op zijn/haar werk (denk maar aan het systeem van vergoeding voor de vertaler/vertaalster, of het ontbreken van enige behoorlijke vergoeding). De wisselwerking tussen al deze ‘krachten’ en de plaats die vertalingen daarin innemen, is het onderzoeksterrein bij uitstek van de beschrijvende vertaalwetenschap. Maar zoals aangekondigd, zouden we ons in deze bijdrage voornamelijk bekommeren om de activiteiten van de vertaler/vertaalster zelf. Met dat doel richten we onze blik op de kern van het model, waarvan Fig. 2 een uitvergroting is. De ‘module’ is enerzijds gegroeid uit bestaande theoretische modellen over het vertaalproces (cf. Nida en Taber 1969 en Holmes 1988) en anderzijds uit mijn eigen vertaalpraktijkGa naar eind2.

[pagina 227]
[p. 227]


illustratie
Fig. 1: Model voor het vertalen van (literaire) teksten
Symbolen en afkortingen:
P = politiek Com = opdrachtgever
E = economie Tr = vertaler
C = cultuur Trea = doeltaallezer
W = wereld TLt = doeltaaltekst
SLa = bronauteur GOV = ‘Governing Box’
Srea = brontaallezer SUPP = ‘Supporting Box’
H = historisch verband SLt = brontaaltekst


[pagina 228]
[p. 228]


illustratie
Fig. 2: Module voor het vertalen van literaire teksten
Symbolen en afkortingen:
Lit : literair T : volledig oeuvre
Styloling : ‘stylolinguistics’ T1 : de brontaaltekst
Disc An : ‘discourse analysis’ Viewpoint : vertelperspectief
Pragm : pragmatiek    


[pagina 229]
[p. 229]

Zoals blijkt uit Fig. 2 wordt het vertaalproces gedomineerd door de zogenaamde governing box. Hierin legt de vertaler/vertaalster vast welk(e) doel(en) hij/zij met de vertaling wil bereiken en hoe de vertaling zou moeten ‘functioneren’ in het doelsysteem (b.v. ‘Welk lezerspubliek willen we bereiken?’). Het spreekt vanzelf dat deze basisregels het hele vertaalgebeuren zullen beïnvloeden, zeg maar domineren.

De supporting box bevat alle mogelijke informatie die de vertaler/vertaalster kan verzamelen of relevant acht met betrekking tot de relatie tussen de broncultuur en de doelcultuur (b.v. het ontbreken van een literair genre in de doelcultuur terwijl je net dat genre uit de broncultuur moet vertalen).

 

In de time en culture box beslist de vertaler/vertaalster welke houding hij/zij zal aannemen (b.v. trouw aan de brontekst of ‘vrije’ vertaling) wanneer een ‘oude’ tekst vertaald dient te worden (b.v. een stuk van Shakespeare voor een hedendaags publiek).

Daarna wordt de brontaaltekst onderworpen aan een (inhoudelijke) analyse. Afhankelijk van de opleiding en specialisatie van de vertaler/vertaalster kan gebruik worden gemaakt van één analysemethode of een combinatie van verschillende aanpakken. Welke methode ook wordt gekozen, de analyse moet in elk geval leiden tot een karakterisering van het zogenaamde idiolect van de bronauteur en het in kaart brengen (‘SLt map’) van de vormelijke eigenschappen van de brontaaltekst.

 

In het volgende stadium van het vertaalproces wordt bepaald in welke mate de inhoudelijke en vormelijke kenmerken van de brontaaltekst zullen worden overgenomen in de doeltaaltekst (‘idiolect TLa’ en ‘TLt MAP’). Wanneer het doel van je werk bij voorbeeld is een Nederlandse versie voor kinderen te schrijven van een Russische volksvertelling (wat zou blijken uit de governing box) dan is het weinig waarschijnlijk dat het idiolect van de vertaler/vertaalster en de ‘kaart’ van de doeltaaltekst identiek zullen zijn aan het idiolect van de bronauteur en de ‘kaart’ van de brontaaltekst. Mocht het daarentegen in je bedoeling liggen een ‘wetenschappelijk verantwoorde’ uitgave te verzorgen van datzelfde volksverhaal dan zal je erop toe moeten zien dat de stadia C en E van het vertaalproces identiek zijn.

De volgende stap in de ‘module’ omvat het niveau van de eigenlijke vertaalbeslissingen, dat wil zeggen het concrete omzetten van de brontaaltekst in de doeltaaltekst. Ik zal aan de hand van een kort voorbeeld illustreren hoe dat in

[pagina 230]
[p. 230]

zijn werk gaat, maar het is van belang in het achterhoofd te houden dat vertaalbeslissingen worden genomen in functie van de informatie die door het model en de module wordt aangereikt, waarbij in principe een hiërarchie wordt gerespecteerd van boven naar onderen toe en van links naar rechts (het is weliswaar denkbaar dat hierop uitzonderingen kunnen voorkomen). Dat betekent bij voorbeeld dat de wens van de opdrachtgever (‘Com’) voorrang heeft op de persoonlijke smaak van de vertaler (‘Tr’). Of dat de doelstellingen neergeschreven in de governing box, de voorkeur genieten boven de resultaten van de analyse. Maar eerst een voorbeeld uit de praktijk.

 

De passage die ik even van naderbij wil onderzoeken komt uit het vierde tafereel van het bekende stuk van Tennessee Williams, A Streetcar Named Desire. De vertaling werd gemaakt ten behoeve van het gezelschap TheaterTeater uit Mechelen, deels omdat de regisseur niet tevreden was met bestaande Nederlandse versies. Hieronder volgen na elkaar origineel en vertaling:

 
What you are talking about is brutal desire -
 
Desire!
 
The name of that rattle-trap street-car that bangs through the Quarter,
 
up one old narrow street and down another [...]
 
 
 
Waar jij over praat is brutale begeerte -
 
Platweg Begeerte!
 
Zo heet die rammeltram die hier rondbeukt straat in, straat uit.

Binnen het bestek van deze bijdrage is het onmogelijk elke verschuiving tussen origineel en vertaling in detail te bespreken, maar enkele opvallende ‘ingrepen’ kunnen toch opgemerkt worden.

1. ‘The name of that’ wordt ‘Zo heet’

Een van de bezwaren die de regisseur van deze produktie had tegen bestaande Nederlandse vertalingen was dat ze vaak ‘stroef’ overkomen, dat ze ‘niet lopen’, veelal omdat de Nederlandse tekst de Engelse nogal slaafs volgt. Een eerste element uit het model waar hier dus rekening mee gehouden is, is de wens van de opdrachtgever (‘Com’). Een tweede element is de governing

[pagina 231]
[p. 231]

box waarin gespecificeerd werd dat de vertaling trouw moest blijven aan het origineel, maar niet ten koste van de ‘vlotheid’. Dit is immers een stuk dat opgevoerd zou worden: de Nederlandse tekst moest dus ‘goed in de mond liggen’. Omwille van deze twee redenen werd dan ook gekozen voor ‘Zo heet’ in plaats van, bij voorbeeld, ‘De naam van die [...]’.

2. ‘brutal desire’ wordt ‘brutale begeerte’

Men zou kunnen opperen dat de vertaling een ongewenste toevoeging bevat aangezien de Engelse tekst niet allitereert en de Nederlandse wel. Toch werd voor de alliteratie gekozen omdat, weer in samenspraak met de regisseur, vooraf bepaald werd het uitgesproken ‘literaire karakter’ van de brontaaltekst zoveel mogelijk te bewaren. Aangezien het elders in de vertaling niet altijd mogelijk was het ‘spel met de taal’ van Williams getrouw na te bootsen, moet dit fragment beschouwd worden als een geval van ‘compensatie’: een toevoeging hier om te compenseren voor een gemis elders.

3. ‘the Quarter’ wordt ‘hier’

De regisseur wou dat al te specifieke verwijzingen naar eigenaardigheden of kenmerken van de zuidelijke Verenigde Staten (waar het stuk speelt) zouden worden geweerd. Nu verwijst ‘the Quarter’ naar ‘The French Quarter’, een oude wijk in New Orleans. Deze plaatsbepaling is heel herkenbaar voor een Amerikaans publiek, maar minder voor een Europees. Wat wel herkenbaar is voor een Europees publiek als ‘setting’ is de toneelruimte waarin het stuk wordt opgevoerd; vandaar de vertaling ‘hier’.

4. ‘that rattle-trap street-car that bangs [...] up one old narrow street and down another’ wordt ‘die rammeltram die [hier] rondbeukt straat in, straat uit’.

Op het eerste gezicht wordt hier gewoon verwezen naar een oude tram die met veel lawaai door de wijk rijdt en die, zoals uit de bredere context blijkt, een van de hoofdpersonages naar haar bestemming brengt. Maar de literaire analyse heeft aan het licht gebracht dat het werk verscheidene betekenislagen heeftGa naar eind3 en dus op verschillende niveaus gelezen moet worden. Een van die betekenislagen is de zwoele sfeer van seksuele aantrekkingskracht die - vaak onuitgesproken - de drijfveer is voor het handelen van de personages. Achter

[pagina 232]
[p. 232]

hun woorden zit dan ook voortdurend meer verscholen dan de lezer na een eerste lectuur zou vermoeden. In het licht daarvan mag men de woorden ‘bang’, ‘narrow street’ en ‘up and down’ een diepere, seksueel geladen, betekenis toekennen. Een van de middelen die de vertaler/vertaalster tot zijn/haar beschikking heeft om een equivalent te vinden voor dat soort dubbelzinnigheden is het gebruik van zogenaamde ‘vrije associatie’ (in dit geval weerom binnen het bredere kader van het model).

 

Een lijstje van vrije associaties met als centrale gedachten seksualiteit, vruchtbaarheid, gammel transport, dubbele bodem, klankassociatie met de brontaaltekst, gaf als resultaat het woord ‘rammelaar’. Een mannelijk konijn staat namelijk bekend om zijn grote ‘produktiviteit’ en het werkwoord ‘rammelen’ verwijst naar het geluid van de tram. Het overstapje naar ‘rammeltram’ was daarna eenvoudig, ook al omdat het stuk vooral in Vlaanderen opgevoerd zou worden, waardoor de parallellie /a/=/a/ vanzelfsprekend werd. Dat soort informatie met betrekking tot eigenaardigheden van bron- en doeltaal wordt opgeslagen in de supporting box.

 

Het werkwoord ‘to bang’ slaat enerzijds op het lawaai dat de tram maakt; anderzijds roept het als ‘slang’-woord een beeld op van seksueel contact. De combinatie van beide - weer via associatie - leidde tot ‘rondbeukt’. Dat ene lettertje (‘b’) verschil met een duidelijk herkenbaar werkwoord schept een dubbelzinnigheid die vergelijkbaar is met die in het Engels.

 

De ‘straat in, straat uit’ behoeft in het licht van wat voorafgaat, naar ik meen, geen verder commentaar.

 

De reden waarom ‘old’ en ‘narrow’ zijn weggevallen, dient weer gezocht te worden bij de wens van de opdrachtgever (‘Com’) om wat hij zag als ‘overtolligheden’ voor zijn doelpubliek te mijden. We zien hier dus hoe het samenspel tussen analyse, associaties en opdrachtgever uiteindelijk tot een doeltaaltekst leidt.

 

Dit voorbeeld uit A Streetcar Named Desire toont aan hoe het relaas van de systematische introspectie van de vertaler zelf een rijke bron van betrouwbare informatie verschaft aan de onderzoeker die het vertaalproces beter wil leren kennenGa naar eind4.

[pagina 233]
[p. 233]

Maar er is meer! Door systematisch terug te grijpen naar de verschillende componenten van het model worden als het ware een aantal vertaaloplossingen aangereikt, althans ten dele. Daarom noem ik het een ‘heuristisch’ model: het assisteert de vertaler/vertaalster bij het zoeken naar oplossingen voor concrete problemen. Dat betekent niet dat het model vertalingen ‘genereert’, maar de zelfopgelegde introspectie via het model maakt de kans op coherente, consequente en gefundeerde vertaalkeuzes wel degelijk groter. Dat kan de kwaliteit van vertalingen die volgens deze aanpak gemaakt worden alleen maar vergroten. Hierbij dient opgemerkt dat het model flexibel genoeg is om gebruikt te worden door verschillende vertalers (elk met behoud van hun eigen ‘stijl’) en over de grenzen van specifieke talenparen heenGa naar eind5.

 

Ik maak me bijgevolg sterk dat ik met dit heuristische vertaalmodel twee vliegen in één klap sla. Hopelijk kunnen daar met mij heel veel vertalers én onderzoekers baat bij vinden.

[pagina 235]
[p. 235]

Bibliografie

hermans, th. [red.]. The Manipulation of Literature. Studies in Literary Translation. Londen, Croom Helm, 1985.
holmes, j.s. e.a [red.]. Literature and Translation. Leuven, Acco, 1978.
holmes, j.s. Translated! Papers on Literary Translation and Translation Studies. Amsterdam, Rodopi, 1988.
jones, f.r. ‘On Aboriginal Sufferance: A Process Model of Poetic Translating’, in: Target, 1:2 (1989), p. 183-199.
nida, e.a. en c. taber. The Theory and Practice of Translation. Leiden, Brik, 1969.
nord, ch. Textanalyse und Uebersetzen. Heidelberg, Julius Groos, 1988.
The Theatre of Tennessee Williams. New York, New Directions Books, 1971.
weissbort, d. [red.]. Translating Poetry. The Double Labyrinth. Londen, MacMillan, 1989.
woodsword, j. ‘The Role of The Translator in Literary Translation’, in: P. Nekeman [red.], Translation, Our Future, Maastricht, Euroterm, 1988.
eind1
Aangezien ik mijn proefschrift over het heuristische vertaalmodel in het Engels heb geschreven (The Missing Link. Towards a heuristic Model for the Translation of Literary Texts. Onuitgegeven doctoraatsscriptie, Université Libre de Bruxelles, 1991), is de terminologie bij de afbeeldingen in het Engels. De lezer zal het mij vergeven dat ik die terminologie aanhoud tot ik voor mezelf heb uitgemaakt voor welke Nederlandse termen ik uiteindelijk zal kiezen.
eind2
Die omvat voornamelijk vertalingen van hedendaagse toneelstukken uit het Frans, het Engels en het Duits naar het Nederlands evenals de vertaling naar het Nederlands van John Barths Sabbatical (1982) als onderdeel van mijn proefschrift.
eind3
Uiteraard kan hier binnen het bestek van deze bijdrage niet in detail op worden ingegaan.
eind4
Het is tevens mogelijk de factoren die de vertaalbeslissing hebben beinvloed in eenvoudige ‘formules’ voor te stellen zodat de beschrijvende onderzoeker heel snel achter de ‘vertaalpoëtica’ van zijn studieobject kan komen. Helaas valt een bespreking van die ‘herschrijfregels’ buiten het bestek van deze bijdrage.
We moeten ook opmerken dat onze aanpak het makkelijker maakt zinvolle uitspraken te doen over de kwaliteit van een vertaling: wij weten immers waarom een vertaler/vertaalster in een bepaald geval voor X gekozen heeft en niet voor Y.
eind5
Uiteraard kunnen vertalers/vertaalsters ook iets opsteken van de vertaalstrategieën van hun collega's wanneer ze geconfronteerd worden met vergelijkbare problemen in andere contexten. Ook hier kan het heuristische vertaalmodel zijn diensten bewijzen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 31 augustus 1991

  • 30 augustus 1991

  • 29 augustus 1991

  • 28 augustus 1991

  • 27 augustus 1991

  • 26 augustus 1991

  • 25 augustus 1991


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Jan Walravens