Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 13 (1997) (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 13 (1997)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 13 (1997)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 13 (1997)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 13 (1997)

(1997)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Nederlands 200 jaar later. Handelingen dertiende Colloquium Neerlandicum


Vorige Volgende
[pagina 547]
[p. 547]

Werken met de nieuwe lesmethode ‘Nederlands Leren Lezen (Nederlands als Bronnentaal)’
Bahasa Belanda sebagai Bahasa Sumber, Drempelniveau
Sugeng Riyanto (Jakarta)

1. Inleiding

In Indonesië speelt het Nederlands een belangrijke rol om bronnen (archieven, boeken, artikelen, teksten) op het gebied van rechten, geschiedenis, antropologie, islamologie, archeologie, of Indonesische taalen letterkunde, te kunnen lezen. Het gaat daarbij echter niet om het spreken, maar om het lezen en raadplegen van teksten. Er zijn verschillende leerboeken beschikbaar. Wat ik hier bespreek is één daarvan, namelijk Bahasa Belanda sebagai Bahasa Sumber, Bidang Hukum, Tingkat Dasar (1996) ‘Nederlands als Bronnentaal, Rechten, Drempelniveau’, onder redactie van Sugeng Riyanto, Putri T. Mutiara en Lilie Suratminto.

Dit leerboekje is een deel van een serie Nederlands als Bronnentaal. In de toekomst zijn wij van plan om soortgelijke leerboekjes samen te stellen voor andere disciplines: geschiedenis, antropologie, islamologie, archeologie, Indonesische taal- en letterkunde; en wel in drie niveaus: beginners (drempelniveau), basis, en gevorderden. Voor rechten moeten er dus nog cursussen ontwikkeld worden voor twee niveaus, namelijk basis en gevorderden. Voor het drempelniveau voorziet de serie in een minigrammatica (gelijk voor alle disciplines), een studentenboek (cursusboek), een docentenhandleiding, en een cassette.

2. De reeks Nederlands als Bronnentaal

In de universitaire curicula van bovengenoemde diciplines is er meestal

[pagina 548]
[p. 548]

weinig tijd beschikbaar. In de meeste Faculteiten der Rechten krijgen de studenten slechts Nederlands in één semester (ongeveer vijftien maal negentig minuten, of vijfentwintig uur). Daarmee is leerefficiëntie een belangrijk uitgangspunt bij het samenstellen van lesprogramma en lesmateriaal. De methode Nederlands als Bronnentaal is samengesteld in overeenstemming met dit principe.

Deze methode wil bronnentaalstudenten en -docenten helpen bij het onderwijs in het Nederlands als hulpvak. Zij is samengesteld sinds 1992 door een team van Indonesische en Nederlandse deskundigen, verbonden aan verschillende universiteiten in Indonesië en aan het Erasmus Taalcentrum te Jakarta (de onderwijsafdeling van het Nederlands Cultureel Centrum, het Erasmus Huis). De voortzetting en de afronding van dit project wordt mede gesteund door de Nederlandse Taalunie.

De serie Bahasa Belanda sebagai Bahasa Sumber; Bidang Hukum, Tingkat Dasar, ‘Nederlands als Bronnentaal, Rechten, Drempelniveau’ is in 1996 gedrukt als een proefuitgave en als een interne uitgave van het Erasmus Taalcentrum (‘Erasmus Educatief 7a, 7b, 7c, en 7d’). Zij bestaat zoals gezegd uit een minigrammatica, een studentenboek, een docentenboek, en een cassette. Deze serie is sinds 1993 regelmatig gebruikt op het Erasmus Taalcentrum en in een paar universiteiten in en buiten Jakarta. De docenten hebben op het algemeen enthousiast gereageerd. Er zijn ook een paar workshops georganiseerd. Die workshops hebben belangrijke bijdragen opgeleverd ter verbetering van het leerboekje.

Dezelfde serie voor de studie geschiedenis is in de naaste toekomst klaar. De voorlopige versie is al gebruikt op verschillende universiteiten in Indonesië. De docenten die ermee hebben gewerkt, hebben ook correcties aangebracht en suggesties gedaan ter verbetering van de uitgave.

2.1 Methode

Bij het samenstellen van de leerboekjes heeft de redactie verschillende didactische principes als uitgangspunt genomen. Ten eerste wordt lezen in deze methode beschouwd (zie de bijdrage van Herman Poelman elders in deze bundel) als eerste en enige beoogde vaardigheid (LEEV), want dat is

[pagina 549]
[p. 549]

de vaardigheid die bronnentaalstudenten nodig hebben. Ze worden daarom direct geconfronteerd met zinnen en teksten.

Vanaf het begin mogen de studenten raden welke mogelijke delen de zinnen hebben. Ze moeten zo snel mogelijk vaardigheid krijgen in het herkennen van de grondvormen van veranderlijke woorden, anders kunnen zij geen tweetalige woordenboeken gebruiken.

Ten tweede heeft de redactie originele teksten gekozen, die disciplinegericht zijn. De studenten lezen dus teksten die relevant zijn voor hun studie. Dit is zeker voor de studenten plezierig en het vergroot de motivatie.

De studenten leren al doende. Ze doen gevarieerde dingen. Eerst moeten ze het grondwoord en de vertaling van een onbekend woord in het woordenboek zoeken. Daarna moeten ze de zinnen leren ontcijferen met gebruikmaking van de minigrammatica.

De colleges hebben het karakter van een werkbijeenkomst. De studenten dienen actief te zijn in de klas, en samen te werken met medestudenten in de oefenfase. De docent heeft de functie van facilitator. Hij helpt de studenten als ze moeilijkheden aantreffen bij het maken van de opdrachten, en laat zich zo min mogelijk vangen voor onnodige grammaticale uitleg.

Ik bespreek eerst de drie deeltjes plus de cassette van de beginnersmethode voor Indonesische rechtenstudenten. Daarna volgt, bij wijze van demonstratie, een les uit het boekje.

De methode gebruikt voor Nederlands als Bronnentaal, Drempelniveau bestaat uit de volgende deeltjes:

a. een beknopte referentiegrammatica

Deze referentiegrammatica is heel beknopt. Zij telt 37 bladzijden (inhoud) en nog 28 bladzijden met bijlagen. De studenten leren weinig van het regelsysteem van het Nederlands. Beschrijving van het regelsysteem vindt zoveel mogelijk plaats in de vorm van voorbeelden. Studenten moeten de grammatica raadplegen als ze moeilijkheden hebben tijdens de oefening. Het is dus een opzoekgrammatica. Grammaticale onderwerpen die aan de orde komen zijn vooral onderwerpen die essentieel zijn bij het herkennen

[pagina 550]
[p. 550]

van woorden en bij het ontcijferen van zinnen.

Het boekje bestaat uit drie hoofdstukken: spelling (slechts in dienst van woordherkenning en woordenboekgebruik), woordvervoegingen (nomina, verba, adjectiva, en pronomina); zinsbouw: hoofd- en bijzinnen, de plaats van niet, nooit, nergens, de volgorde van nominale, prepositionele, en verbale groepen (woordgroepen), scheidbare werkwoorden, tijden, het gebruik van er en het, de passiefvorm, en de samentrekking.

Als bijlagen dienen de lijsten van onregelmatige werkwoorden (van infinitief naar imperfectum - perfectum; van imperfectum naar infinitief; van perfectum naar infinitief), afleidingen, preposities, en conjuncties. Ook deze staan in dienst van de woordherkenning.

Er is gekozen voor een aparte uitgave van de referentiegrammatica omdat het vaak en snel geraadpleegd wordt: de studenten hebben dit deeltje tijdens het uitvoeren van oefeningen en opdrachten naast hun tekstboek liggen. De referentiegrammatica hoort bij de lessen: zij vat overzichtelijk samen wat in de lessen verspreid aan de orde komt.

De student moet de grammatica zelf thuis leren raadplegen, dat wil zeggen ze moeten haar zelf bestuderen. De docent gaat niet voor de klas de in het boek behandelde grammaticale problemen uitleggen. Het is dus geen zelfstandige grammatica. Docenten doen er goed aan steeds vanuit de lessituatie naar de referentiegrammatica te verwijzen, zodat de studenten leren een probleem te localiseren.

b. een studentenboek

Het boek begint met een zogenaamde introductiecursus van vijf lessen waarin de karakteristieken van de lesmethode, de kenmerken van het Nederlands, en het gebruik van woordenboeken aan de orde komen. De introductiecursus is gelijk voor alle genoemde disciplines. De teksten zijn vanaf de tweede les in het Nederlands.

Dan volgt de vakcursus (les 6 tot en met 13), evenals de introductiecursus gecentreerd rond teksten bestaande uit genummerde zinnen. Deze teksten zijn didactisch bewerkte versies van authentieke teksten.

[pagina 551]
[p. 551]

De oefeningen en de opdrachten bestaan uit:

-luisteren naar de bandrecorder en de tekst meelezen,
-woorden opzoeken in het woordenboek,
-herkennen van de zinsbouw (woordgroepen, zinsdelen),
-samenhang zoeken (verwijzingen),
-vertaling (zowel woord voor woord als goede vertaling),
-tekstbegrip,
-memoriseren.

 

Dit boekje wordt voortdurend gebruikt door de studenten en de docent. Ze openen het boek direct in de eerste les. Alle antwoorden schrijven de studenten erin. Voor vertalingen zijn er werkbladen beschikbaar. In de oefenfase mogen ze in groepjes werken. De docent moet proberen iedere les in één ontmoeting van negentig minuten te behandelen. Als hij er niet mee klaar komt, mag de rest gegeven worden als huiswerk. Uit ervaring is gebleken dat negentig minuten meestal genoeg is voor een les. Dit boekje is in ongeveer vijftien sessies (een semester) van negentig minuten of ongeveer vijfentwintig klokuren gedaan.

c. een docentenhandleiding

Dit deeltje is samengesteld om de docenten te helpen de methode te gebruiken volgens de bedoelingen van de samenstellers. Aan de Indonesische rechtenfaculteiten zijn dat meestal jonge docenten die weinig actief Nederlands beheersen en soms geen linguïst zijn.

De docentenhandleiding geeft de principes van de methode, het lesstramien, een bespreking per les van de problematiek die aan de orde wordt gesteld, vertalingen van de teksten in Bahasa Indonesia, en antwoorden bij de oefeningen en opdrachten. De docent krijgt de instructie wat hij moet doen, suggesties, oplossingen, enzovoort. In de handleiding treft de docent ook verschillende toetsen en voorbeelden van examenopgaven aan.

[pagina 552]
[p. 552]

d. een cassette

Hierop is de tekst van iedere les ingesproken door een ‘native speaker’. Dit helpt de studenten bij het verklanken van Nederlandse woorden. Zoals Herman Poelman elders in deze bundel aantoont, is dit nuttig voor het onthouden van woorden en het herkennen van zinsstructuren.

3. Demonstratie

Om een indruk te geven van hoe de les verloopt, volgt les 8 van de methode voor beginnende rechtenstudenten.

Vooraf moet ik toelichten dat de student bij het begin van les 8 niet meer dan circa twaalf klokuren Nederlands heeft gehad. Na die twaalf uur is dit toch al de derde tekst die op zijn vakgebied (rechten) betrekking heeft. Misschien lijkt het gewaagd om direct met een moeilijk onderwerp als dit aan te komen, maar in de praktijk van mijn eigen lessen heb ik gemerkt dat dit de studenten niet afschrikt.

[pagina 553]
[p. 553]

Pelajaran 8 Staatsrecht

Tugas a: Mendengarkan dan membaca

Dengarkan teks berikut ini. Anda akan mendengar teks ini dua kali. Cobalah untuk ikut membaca. Pelajari kata-kata penting beserta terjemahannya.

Waktu: 5 menit

 

1.Het staatsrecht vormt een onderdeel van het publiekrecht, net als het strafrecht.
2.Het bevat de belangrijkste regels voor de ordening van het overheidsapparaat.
3.In het staatsrecht zijn verder de burgerlijke rechten en vrijheden beschreven.
4.Die zijn vastgelegd in de Grondwet en in de zogenaamde organieke wetten.
5.Daarin zijn grondwetsartikelen uitgewerkt.
6.De Kieswet, de Provinciewet en de Gemeentewet worden ook tot het Staatsrecht gerekend.
7.In de Grondwet zijn echter in de eerste plaats de grondrechten van de burger opgesomd.
8.De Grondwet kan alleen gewijzigd worden via een speciale, verzwaarde procedure.
9.In de Verenigde Staten kan de Grondwet niet gewijzigd worden. Daar kan alleen een aanvulling op de Grondwet gemaakt worden.
10.De eerste schets van de Nederlandse Grondwet is in 1812 geschreven.

Daftar kata

het staatsrecht - hukum tata negara
vormt - merupakan
een onderdeel - bagian
net als - seperti, sebagaimana halnya
     
bevat - memuat
de regels - aturan
de ordening - penataan
het overheidsapparaat - aparat pemerintah
     
verder - selanjutnya
beschreven - diuraikan
de burgerlijke rechten - hak warga negara
vrijheden - kebebasan
     
vastgelegd - ditetapkan
de Grondwet - Undang-undang Dasar (UUD)
zogenaamde - apa yang disebut
organieke - organik

[pagina 554]
[p. 554]

grondwetsartikelen - pasal-pasal UUD
     
uitgewerkt - diuraikan
de Kieswet - Undang-Undang Pemilihan Umum
de Provinciewet - Undang-Undang Mengenai Propinsi
de Gemeentewet - Undang-Undang Mengenai Kotapraja
gerekend tot - tergolong
     
echter - namun
in de eerste plaats - terutama
grondrechten - hak asasi
de burger - warga masyarakat
opgesomd - diperinci
     
alleen - hanya
gewijzigd - diubah
speciale - khusus
verzwaarde - diperketat, diperberat
de procedure - prosedur
     
de Verenigde Staten - Amerika Serikat
daar - di sana
de aanvulling - tambahan, penambahan
     
de schets - rancangan
geschreven - ditulis

[pagina 555]
[p. 555]

Lembar kerja

---------------------------------------------------------

1.Het staatsrecht vormt een onderdeel van het publiekrecht, net als het strafrecht.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2.Het bevat de belangrijkste regels voor de ordening van het overheidsapparaat.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3.In het staatsrecht zijn verder de burgerlijke rechten en vrijheden beschreven.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4.Die zijn vastgelegd in de Grondwet en in de zogenaamde organieke wetten.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5.Daarin zijn grondwetsartikelen uitgewerkt.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
6.De Kieswet, de Provinciewet en de Gemeentewet worden ook tot het Staatsrecht gerekend.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7.In de Grondwet zijn echter in de eerste plaats de grondrechten van de burger opgesomd.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
8.De Grondwet kan alleen gewijzigd worden via een speciale, verzwaarde procedure.
---------------------------------------------------------
[pagina 556]
[p. 556]

Lembar kerja

----------------------------------------------------------

9.In de Verenigde Staten kan de Grondwet niet gewijzigd worden. Daar kan alleen een ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ aanvulling op de Grondwet gemaakt worden.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
10.De eerste schets van de Nederlandse Grondwet is in 1812 geschreven.
---------------------------------------------------------
[pagina 557]
[p. 557]

Tugas b: Penentuan pola dan makna kata

b.1. Penjelasan

Kolokasi penting dalam teks ini adalah:

in de eerste plaats (7) : pertama-tama, terutama

b.2. Tugas

1. Tulislah kata dasar dari:

Kata Dasar Kata Dasar
vormt __________ regels __________
bevat __________ rechten __________
vastgelegd __________ vrijheden __________
uitgewerkt __________ wetten __________
gemaakt __________ grondrechten __________

2. Carilah terjemahan kata itu dan tuliskanlah di atas kata tersebut dalam kalimat.

Waktu : 15 menit.

Tugas c: Penentuan pola kalimat

c.1. Penjelasan

Perubahan bentuk verba tergantung dari subyek (tunggal atau jamak, orang pertama, kedua atau ketiga) dan dari kala (kala sekarang, kala lampau).

 

Ada verba yang teratur dan yang tidak teratur. Perubahan verba teratur mengikuti pola yang tetap. Misalnya: ik werk, hij werkt, hij werkte, hij wandelt, hij wandelde. Oleh sebab itu kata dasar dari verba yang teratur tidak sulit ditemukan. (Lihat tata bahasa: 2.1.1.).

 

Pada verba tak teratur perubahan-perubahan itu tampak lebih jelas: hij loopt, hij liep. Beberapa verba tak teratur banyak mengalami perubahan: hebben, zijn, kunnen, mogen, willen, zullen.

(Lihat tata bahasa: 2.1.2. en 2.1.3.).

 

Yang terpenting adalah bahwa Anda dapat mengembalikan bentuk kala lampau verba tak teratur ke kata dasarnya. Baru Anda dapat menggunakan kamus.

 

Lihat lampiran verba tak teratur di belakang tata bahasa.

[pagina 558]
[p. 558]

c.2. Tugas:

1.Garis bawahi semua verba dalam kalimat 1-10. Perhatikan! Dalam beberapa kalimat terdapat dua atau tiga verba.
2.Lingkari PV dalam kalimat 1, 2, 6 dan 10.
3.Apa kata dasar kata yang berikut dan apakah verbanya teratur atau tidak teratur?

Kata Dasar Teratur/Tak teratur
uitgewerkt __________ __________
gerekend __________ __________
gewijzigd __________ __________
kan __________ __________
is __________ __________

Waktu: Penjelasan 10 menit. Latihan 15 menit.

Tugas d: Kepaduan kalimat

Mengacu ke mana kata yang berikut ini:

het (kalimat 2) : __________
die (kalimat 4) : __________
daarin (kalimat 5) : __________
daar (kalimat 9) : __________

Waktu: 10 menit.

Tugas e: Terjemahan

1.Tuliskan terjemahan kata demi kata di sebelah atas kalimat 1, 3, dan 4.
2.Terjemahkan kalimat 7, 8, dan 9 dalam bahasa Indonesia yang baik.

Waktu: 20 menit

[pagina 559]
[p. 559]

Tugas f: Pemahaman teks

Jawablah pertanyaan yang berikut dan sebutkan pada kalimat mana terdapat jawabannya!

 

1.Dalam bagian apa saja hukum publik terbagi?
-----------------------------------------------------------
2.Undang-undang apa termasuk dalam hukum tata negara?
-----------------------------------------------------------
3.Di mana disebutkan hak asasi anggota masyarakat?
-----------------------------------------------------------

Waktu: 10 menit.

Tugas g: Menghafalkan

Tulislah terjemahan kata yang berikut dan sebutkan dalam kalimat mana kata tersebut tercantum, lalu pelajari dan hafalkan:

Terjemahan Kalimat
het staatsrecht __________ __________
de grondwet __________ __________
grondwetsartikelen __________ __________
de burgelijke rechten __________ _________
en vrijheden __________ _________
de grondrechten __________ __________
vormen __________ __________
bevatten __________ __________
uitwerken __________ __________
rekenen tot __________ __________
wijzigen __________ __________


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 30 augustus 1997

  • 29 augustus 1997

  • 28 augustus 1997

  • 27 augustus 1997

  • 26 augustus 1997

  • 25 augustus 1997

  • 24 augustus 1997


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Sugeng Riyanto


landen

  • over IndonesiĆ«