Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De historie vanden vier heemskinderen (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van De historie vanden vier heemskinderen
Afbeelding van De historie vanden vier heemskinderenToon afbeelding van titelpagina van De historie vanden vier heemskinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.16 MB)

Scans (16.83 MB)

ebook (4.51 MB)

XML (0.93 MB)

tekstbestand






Editeur

Irene Spijker



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De historie vanden vier heemskinderen

(2005)–Anoniem Vier Heemskinderen, Vanden–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

3
De drukker

De Historie vanden vier Heemskinderen die hier is uitgegeven, werd volgens het colofon in 1508 gedrukt door Jan Seversoen, op de Hoygraft, oftewel de Hooigracht, te Leiden. Wie was deze drukker?

Zijn naam spelt hijzelf op veel verschillende manieren. Nu eens is de eerste letter ervan een s, dan weer een z. Hij hanteert zowel Nederlandse als Latijnse vormen. We komen bijvoorbeeld Jan Seversoen, Seversz en Zeversen tegen, naast Johannes Severi en Zepherinus. Seversoen en Seversen zijn varianten die hij vaak gebruikt. Blijkens een officieel document is deze Jan Seversoen, die vooral niet moet worden verward met zijn Amsterdamse tijden vakgenoot Jan Seversz. die Croepel, ‘de kreupele’, geboren in Leiden. Zijn geboortejaar is niet bekend, maar dit zal in de buurt van 1475 hebben gelegen. Hij was getrouwd met ene Marietje (Maritge, Marijtgen); of hij kinderen had, weten we niet.

Evenmin weten we waar hij het drukkersvak leerde. Wel staat vast dat hij op zijn laatst in 1502 met het drukken van boeken begon: de eerste door hem getekende en gedateerde druk die we kennen, Een wandelinge der kersten menschen met Jhesu den brudegom der sielen inden hof der bloemen, is van 10 maart 1502. Zeker sinds 1503 woonde hij op de Hooigracht, en daar bleef hij totdat hij Leiden in 1524 moest verlaten. Zoals in een van zijn drukken vermeld wordt, woonde hij sub missali aureo, dat wil zeggen in een huis met het uithangbord int gulden missael. In het colofon van een paar van Seversoens drukken wordt zijn naam gevolgd door de letters G.M., die zo goed als zeker naar de naam van zijn huis verwijzen.

Het aantal boeken dat Seversoen tussen 1502 en 1524 drukte, is groot: het waren er ruim honderd, een aantal dat in die dagen door geen enkele

[pagina 318]
[p. 318]

andere drukker in Holland gehaald werd. Seversoen wordt dan ook als de belangrijkste Hollandse drukker uit die tijd gezien. Een groot deel van zijn boeken, circa tweederde, drukte hij in het Nederlands, ongeveer eenderde in het Latijn. Wat kwam er zoal bij hem van de pers? Allereerst waren dat veel devote boekjes, die in die tijd zeer geliefd waren - boekjes met titels als Een soete meditatie hoe dye verloren siel vanden sone Goods ghevonden is en Een suverlijck crans van dusent rosen; ook drukte Seversoen de godsdienstig-literaire teksten van Berta Jacobs (Suster Bertken), die zich in 1457 in een kluis aan de Utrechtse Buurkerk liet inmetselen en daar tot haar dood in 1514 bleef. Daarnaast verschenen bij hem onder andere een fraai Missale Trajectense, het grote allegorische Der byen boeck van Thomas van Cantimpré, de omvangrijke ‘Divisiekroniek’ (Die Cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant), die lange tijd als een standaardwerk gold, het politieke traktaat De reipublice cura et sorte principantis van de rechtsgeleerde Filips van Leiden en de Historie van Sydrac, een werk waarin allerlei godsdienstige en natuurkundige vraagstukken worden behandeld. Verder drukte Seversoen schoolboekjes, zoals De octo partibus orationis van Donatus. Omdat deze laatste categorie boekjes zeer intensief werd gebruikt, drukte hij ze op perkament, dat steviger is dan papier. Dat perkament maakte hij zelf: in een paar van zijn boeken noemt hij zich perkamentmaker.

Voor de illustraties in zijn boeken gebruikte hij aanvankelijk geleende of tweedehands houtblokken. Na verloop van tijd gaf hij ook nieuwe illustraties in opdracht aan vakbekwame kunstenaars. Niemand minder dan Lucas van Leyden leverde een bijdrage aan een aantal van zijn uitgaven. Waarschijnlijk was het ook Lucas van Leyden die het drukkersmerk met het opschrift ‘Dieu soit lone (lees: loue) de toult’ voor Seversoen sneed. Omstreeks 1509 nam Seversoen dit in gebruik. Hij heeft ook andere drukkersmerken gevoerd, zoals een merk waarop de Leidse sleutels te zien zijn, dat hij overnam van Hugo Jansz. van Woerden, die van 1494 tot 1506 in Leiden werkte. De Historie vanden vier Heemskinderen bevat geen drukkersmerk. In een later (1511) verschenen uitgave van Die seven sacramenten der heiligher kercken en in de Spieghel van Sassen (1512) treffen we de in par. 1 genoemde houtsnede aan van een olifant met een kasteel op zijn rug en de letters G en d; het Goudse wapen is vervangen door het Leidse.

Aan Seversoens bloeiende bestaan aan de Hooigracht kwam een einde, toen hij openlijk blijk gaf van lutherse sympathieën. Vermoedelijk eind 1523 gaf hij de Summa der godliker scrifturen oft Een Duytsche theologie uit. Nadat hem al eerder een straf was opgelegd voor het drukken, verkopen en/of bezitten van ketterse boeken, bracht het drukken van de Summa hem in ernstige moeilijkheden. Dit werk wordt wel als de eerste bijbels-reformatorische ethiek beschouwd. Het bevat onder meer felle uitspraken over bij-

[pagina 319]
[p. 319]

voorbeeld de ontaarding van het kloosterleven. Het was het eerste Nederlandse boek dat, op 23 maart 1524, nadrukkelijk bij keizerlijk plakkaat verboden werd. Na viermaal gedagvaard te zijn werd Seversoen op 13 juli 1524 door het Hof van Holland bij verstek veroordeeld tot levenslange verbanning uit Holland, Zeeland en Friesland en tot verbeurdverklaring van zijn goederen. Korte tijd verbleef hij in Utrecht, maar ook uit deze stad werd hij verbannen. Zo kwam hij in de zuidelijke Nederlanden terecht. Hier zat hij een poos gevangen, daarna nam hij zijn intrek in het huis van een boekbinder aan de Antwerpse Lombardenvest, in het drukkerskwartier. Zijn werk als drukker zette hij in Antwerpen weliswaar voort, maar veel boeken kwamen er niet bij hem van de pers. In 1528 gaf hij samen met de bekende drukker Willem Vorsterman, met wie hij al langer contact had, een Nieuw Testament uit.

Aan het eind van zijn leven woonde hij weer in Leiden, waar hij opnieuw de witmaeckerye, het perkamentmaken, beoefende. Waarschijnlijk overleed hij in 1534.

De Historie vanden vier Heemskinderen lijkt in Seversoens oeuvre een uitzonderingspositie in te nemen: voorzover bekend is het de enige prozaroman uit de sfeer van de Karelepiek die hij gedrukt heeft. Wat bracht hem, de uitgever van zo veel vrome en serieuze teksten, ertoe de Historie te drukken? Had hij hiervoor financiële motieven? Dat is niet onmogelijk: in het jaar waarin de Historie bij hem verscheen, gaf hij ook het Breviarium insignis ecclesie Traiectensis uit, een brevier voor Utrechts gebruik. Dit was een ambitieus werk, waarvoor hij een nieuwe houtsnede (van Sint-Maarten) liet vervaardigen. Voor het verwezenlijken van een dergelijk project zal enige financiële armslag hem welkom zijn geweest, en met het drukken van de bekende en geliefde Historie vanden vier Heemskinderen kon hij zich van inkomsten verzekerd weten. Maar ook gelet op de inhoud van de tekst was zijn keuze voor de Historie misschien minder merkwaardig dan wij nu geneigd zijn te denken. Bij de vele devote boekjes die Seversoen drukte, past het slot van het verhaal niet slecht. Het slot van de Historie is immers ronduit vroom: Reinout trekt zich terug als kluizenaar, vecht in het Heilige Land moedig tegen de heidenen, helpt Jeruzalem te heroveren en sterft als martelaar, als vrient Gods, een kwalificatie die in de laatste twee hoofdstukken niet minder dan viermaal voorkomt. De lezer van de Historie vanden vier Heemskinderen kon genieten van avontuur en spanning én kon zich spiegelen aan Reinouts vrome levenseinde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken