Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 17 (1903-1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.96 MB)

Scans (118.00 MB)

ebook (12.30 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.

I.

's-Gravenhage, 5 September 1903.

 

Hoog Welgeboren Vrouwe!

 

Gaarne gebruik makend van de mij welwillend verleende toestemming om nog een artikel voor de Hollandsche Lelie te zenden, zal ik maar beginnen met het begin en allereerst het schrijven onderteekend ‘Remington’ beantwoorden.

‘Remington’ dan, noemt het Machineschrijven eene opwindende zenuwachtige bezigheid, vooral omdat zijne Echtgenoote gedurende de vijfjaren dat zij het deed aan hoofdpijn leed, die later, toen ze niet meer met de machine schreef, overging.

Wel, dat kan zeer goed gebeuren; zeker heeft de Echtgenoote van ‘Remington’ er niet tegen gekund en moest ze misschien den geheelen dag uitsluitend met de machine schrijven. Ik heb op het oog de betrekking van Stenografe-Machineschrijfster, welke geenszins vereischt, dat men den geheelen dag aan de Schrijfmachine zit of den geheelen dag stenografeert; op verreweg het meerendeel der kantoren is variatie in het werk, en wisselt het een dus het ander af; ik spreek niet alleen uit eigen ondervinding, maar ook uit die van een groot aantal jonge dames, die op deze wijze werkzaam zijn en nooit heb ik gehoord dat iemands zenuwgestel door dit vak te gronde werd gericht.

Dat er in de couranten veel verlangd wordt voor f 400. - en f 500. - ben ik met U eens; een tweede vraag is, of de chefs die zulke hooge eischen stellen, de personen ook vonden die zij zochten.

Door mijne betrekking aan het Centraal-Bureau voor Stenographie, waar ik reeds een tiental jaren werkzaam ben, en waar handelslieden dikwijls komen vragen, of men hun geen geschikte personen aan de hand kan doen, weet ik precies, hoe veel moeite die soms hebben iemand te vinden. En van de salarissen waarvan U spreekt heb ik geen ondervinding, al weet ik maar al te goed, dat men soms heel veel kennis en bekwaamheid eischt voor heel weinig geld. Dit is echter niet alleen op het door mij besproken, maar op elk ander gebied het geval.

Mijne ervaring heeft mij geleerd, dat Stenographie en Machineschrijven in verhouding tot andere vakken goed betaald wordt, dat men er spoediger mede in eene betrekking slaagt, en dat het voor velen eene uitkomst is, omdat de kosten van aanleeren gering zijn. Dáárom, dat ik de lezeressen van ‘De Hollandsche Lelie’ den raad gaf er zich op toe te leggen, wetende, dat niemand spijt zal hebben van de kosten aan de studie besteed.

 

Aan Mejuffrouw Lotman moet ik in de eerste plaats zeggen, dat al is men zeven jaar op een kantoor, en al zit men in eene examen-commissie voor Stenographie, dit nog niet altijd een bewijs is, dat men op de hoogte is van de bestaande toestanden op dit gebied. Te rooskleurig heb ik de zaak geenszins voorgesteld, ik heb aan het einde van mijn stuk alleen gezegd, dat ik voorbeelden zou kunnen noemen van dames, die reeds na één jaar f 400. - f 800. - en f 1000. verdienden en dat mij zelfs eene jonge dame van nabij bekend was, die met Stenographie en Machineschrijven f 1800. - verdiende. (Men vrage aan het Centraal-Bureau voor Stenographie, Da Costastraat 71-73, den Haag, ‘De Gevleugelde Pen’ van 8 November en 20 Dec. 1902, prijs f 0,05 per stuk). Ik weet in mijne onmiddelijke omgeving alléén een tiental jonge dames, die f 600. - tot f 1200. - verdienen, en ook ken ik dames die reeds in een nog korter tijdsverloop dan een jaar f 400 - verdienden als aanvangssalaris. Noemt Mejuffrouw Lotman dat niet mooi, in aanmerking genomen den korten studietijd en de weinige kosten en kan ze mij misschien een ander vak noemen, dat men èn zoo vlug èn zoo goedkoop leert? (De resultaten waarvan ik spreek zijn die, verkregen met de Stenographie methode ‘Stolze-Wéry’ en met Wéry's Tienvingersysteem Blindschrijven.)

Dat men het ongelukkig kan treffen in de wereld, niettegenstaande men de vereischte bekwaamheden heeft, ik zal de laatste zijn om dat tegen te spreken en er zijn altijd uitzonderingen, hoewel het niet uitgesloten is, dat die kennis van U, die nu f 600 - verdient, mettertijd eene betere betrekking zal krijgen als ze daarvoor steeds moeite blijft doen. Van een geval als dat van uwe andere vriendin, die f 25. - per maand verdient en tot des avonds half elf op kantoor zit, heb ik gedurende de twaalf jaren dat ik mij aan de Stenographie wijd, nog nooit gehoord. Mij dunkt, als ik in de plaats dier jonge dame was, ik zou eene andere betrekking zoeken al was het dan ook niet op hetzelfde gebied, want iets beters dan zóó iets vindt men allicht.

Als men echter met Stenographie en Machineschrijven na verloop van een jaar f 600 - f 500 of ook maar f 400. - verdient, nadat men dikwijls op allerlei manieren tevergeefs getracht heeft eene betrekking te krijgen, of jaren lang

[pagina 222]
[p. 222]

met eene acte van onderwijzeres in den zak heeft geloopen zonder eene plaats te kunnen vinden, dan noem ik dat heel mooi en velen met mij.

Dat ik verzuimd heb te zeggen, dat men dikwijls (niet altijd) vertrouwd moet zijn met de moderne talen, daar in heeft U gelijk; daar evenwel om zoo te zeggen ieder mensch die eenige aanspraak wil maken op beschaving en ontwikkeling talen kent, is dit iets wat als van zelf spreekt, misschien dat ik er daarom niet aan dacht, er bij te schrijven dat het aanbeveling verdient, zoo men op de hoogte is van de moderne talen. Ik beloof Mejuffrouw Lotman echter, dat ik bij eene volgende gelegenheid daaraan denken zal.

 

Op de honorarium-kwestie na is de Heer van Straaten het vrij wel met mij eens, en daar ik deze hierboven heb besproken, behoef ik daarop niet nader terug te komen.

Aan U, Hoog Welgeboren Vrouwe, mijn beleefden dank betuigend voor de bereidwillige opname dezer regelen verblijf ik

Hoogachtend

Uw dienstw.

CATHARINA W. ECK.

1e Schuytstraat 28, Den Haag.

II. Pensioenfonds.

In een ingezonden stukje - Pensioenfonds - l.l. week in Haarlem's dagblad opgenomen, las ik, dat het vroegere personeel der H. IJ. S. Mij. in ‘dwaling’ verkeerde door te meenen, dat het ook nu nog, na ontslag tengevolge der werkstaking, recht heeft op, of deel kan nemen in het pensioenfonds der H. IJ. S. Mij. Zeer teleurstellend is het voor dat personeel dus, alles te verbeuren (al heeft het dit ook aan zichzelf te wijten, door vrijwillig zijn werkkring te verlaten.) Hieruit is echter de conclusie te trekken, dat het niet ongewenscht, en in vele gevallen billijk zou zijn, om ieder individu, dat aanspraak kan maken op pensioen van gemeente- of particuliere zijde, jaarlijks een Pensioenbewijs van eenig bedrag in handen te geven. De bepaling zou gemaakt kunnen worden, dat aan niemand een pensioenbewijs wordt gegeven, dan nà één jaar plichtmatige dienstverrichting; deze bepaling zou medewerken om ieder zoo lang mogelijk achtereen aan een betrekking te binden, daar toch door elke verandering weder voor een jaar een pensioenbewijs zou worden gemist. Nog niet lang geleden, heb ik mijn idée over Pensioen uiteengezet in een ingezonden stuk, na een voordracht van den heer Perio over Staatspensionneering. Het genoemde geval van het vroegere personeel der H. IJ. S. Mij. kan misschien vele besturen of werkgevers er toe nopen in te zien, dat het verlies van alle rechten op pensioen - door welke oorzaak ook - verschillende treurige toestanden in de toekomst in het leven roept! Niet iedereen verlaat zijn patroon of patrones vóór den aanvang van het pensioen door onaangenaamheden. Het gebeurt ook vaak om lotsverbetering!

Neem aan dat iemand gedurende 10 jaren zijn plichten getrouw heeft nagekomen en zijn meester, patroon of gemeente goed gediend heeft. Nu wordt hem eene betrekking binnen- of buitenslands aangeboden, die een grooter salaris geeft, en zit hij om zoo te zeggen vast door het pensioen, dat aan zijn tegenwoordigen werkkring, na heel wat volbrachte dienstjaren, verbonden is! Voor hem blijft niets anders over dan òf dat Pensioen òf den werkkring met hooger salaris prijs te geven. Zoo hem nu gedurende die 10 jaren, jaarl. een pensioenbewijs in handen was gegeven, dan zou zulks zijn eigendom blijven en zou hij door zijn 10-jarigen dienst, een deel van zijn pensioen verdiend hebben. Zijn hooger te verkrijgen salaris in den nieuwen werkkring, zal hem in staat stellen, de premie te betalen om zich een kapitaal te verzekeren betaalbaar na een zeker aantal jaren aan hem zelven of ingeval hij vóór dien tijd mocht overlijden, aan zijn gezin! Tevens zou ook de kans (kunnen) bestaan, dat zoo mijn idée meer ingang begint te vinden, de nieuwe patroon ook genegen is hem jaarlijks een pensioenbewijs toe te kennen. Het geldt hier echter niet alleen hem, maar ook háar, die een werkkring uitoefent; aan vele vrouwen in betrekking wordt een pensioen toegezegd na heel wat dienstjaren! Vele trouwen of veranderen van werkkring, en 't gevolg is dat geen pensioen (op deze wijze) haar deel zal zijn. Vele gevallen zijn er, ik vlei mij te mogen zeggen, dat ik getracht heb dit te helpen bevorderen, dat verpleegsters, gouvernanten, kinderjuffrouwen, dienstboden enz. jaarlijks een pensioenbewijs ontvangen. Indien nu b.v. door trouwen, het ontvangen van pensioenbewijzen ophoudt, dan kan als voorbeeld dienen, dat een dienstmeisje, dat gedurende 10 jaar in dienst was en van een of meer harer Mevrouwen een pensioenbewijs ontving van f 3 per jaar, om van haar 55ste jaar af, levenslang te ontvangen, nu toch, als is zij getrouwd, een pensioen van f 30 per jaar zou ontvangen, (van af dien tijd zou de storting voor ieder rentebewijs zijn f 10.) De vruchten van haar jeugdigen arbeid, hoe gering ook, kon zij dan plukken!

Beter dan te wachten tot de staat helpt, zal men moeten beamen, dat dit de weg is, om arbeidenden te leeren voor hun toekomstig pensioen te zorgen! Ook is het aanbevelenswaard, dat althans de arbeidende vrouw, in welke functie ook, overeenkomstig hetgeen zij jaarlijks aan premie missen kan, zich een pensioen verzekert en niet uit 't oog verliest, dat bij het aangaan van een huwelijk, de gelden niet verloren zijn, doch overeenkomstig wat men stortte, toch een pensioen wordt uitgekeerd ingaande op den leeftijd, dien men bij het aangaan der verzekering vaststelde! Gelukkig dat vereenigingen langzamerhand afzien van het stichten van een eigen pensioenfonds, en zoowel grootere als kleinere lichamen besluiten, om de leden, die daartoe geneigd zijn, bij een bestaande Maatschappij te verzekeren!

Pharmaceutisch hulppersoneel, verloskundige Bond, enz. enz. deden zulks bij de Nationale, die ik vertegenwoordig als Inspectrice, en uiten hunne tevredenheid dit besluit genomen te hebben. - Mogen velen dit voorbeeld volgen.

Hoogachtend,

Mary J. FLEISCHMANN,

Inspec. Nat. Levensverz. Bank, Haarlem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken