Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 17 (1903-1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.96 MB)

Scans (118.00 MB)

ebook (12.30 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Opvoeding.
(Overzicht van een cursus over practische zielkunde gegeven aan de ‘opleidingsinrichting voor socialen arbeid’ te Amsterdam, door den Heer A.H. Gerhard.)

IV.

Aan de voorstellingen is nog het volgende waar te nemen.

Ze zijn altijd minder helder dan de gewaarwordingen.

Ze kunnen zeer ongelijk zijn in helderheid; zoowel bij verschillende personen als bij denzelfden persoon op verschillende tijden.

Ze kunnen verdonkerd worden en later terugkeeren. Hierin ligt opgesloten, dat ze niet verdwijnen en we dus nooit zonder voorstellingen zijn.

Ze streven voortdurend naar reproductie.

Het bewustzijn is niet bij machte meer dan één voorstelling met dezelfde helderheid te bezitten. Als we bij de eene onze aandacht bepalen, treedt de andere op den achtergrond.

In één geval heeft de voorstelling de helderheid van de gewaarwording, d.i. in den droom. Hoe dit te verklaren? Den geheelen dag zijn onze zinnen in werking. Voortdurend worden voorstellingen teruggedrongen door nieuwe gewaarwordingen. In den slaap hebben we zoo goed als geen gewaarwordingen. De voorstellingen hebben alzoo geheel vrij spel.

Onze geest is wel eens vergeleken bij een magazijn van voorstellingen. Deze vergelijking is niet geheel juist. De voorstellingen liggen n.l. niet in rust. Ze zijn integendeel voortdurend met elkaar in strijd om naar voren te dringen, m.a.w. om zich te reproduceeren.

De reproductie kan verschillend zijn.

Bij het vernemen van een treurig sterfgeval bijv. gebeurt het niet zelden, dat in de eerste dagen telkens de voorstelling ons voor den geest komt. Alleen een zeer sterke gewaarwording van anderen aard is alsdan bij machte haar tijdelijk te verdringen. In zoo'n geval spreken we van reproductie door eigen kracht.

Dit vindt ook plaats bij het herkennen. Als we iets hebben gezien, dat een heldere voorstelling bij ons heeft achtergelaten, en we zien hetzelfde later terug, dan wordt de voorstelling, die tijdelijk verdonkerd was, weer opgeroepen en versmelt met een nieuwe gewaarwording. En hoe vaker deze versmelting plaats vindt, hoe helderder en scherper de voorstelling, die daarvan het resultaat is. Vandaar komt het, dat we zoo'n bijzonder heldere voorstelling hebben van onze huisgenooten en verder allen met wie we veel omgaan.

Behalve de onmiddellijke reproductie is er ook een middellijke. We zijn na jarenlange afwezigheid eens weer terug in de plaats onzer geboorte en opvoeding. En allerlei beelden en tafereelen doemen op uit het verleden: onze vrindjes, onze onderwijzers, onze genoegens, ons kinderleed enz. enz.; het een volgt op het ander. Wat is er in ons gebeurd? Door de gewaarwordingen van die huizen, straten en grachten zijn die oude voorstellingen weer opgewekt en naar voren gekomen. Hadden we de eerste niet ontvangen, dan waren de laatste niet gekomen. De gewaarwordingen waren de brug, door middel waarvan de voorstellingen tot ons kwamen.

Uit dit laatste blijkt, dat tusschen de voorstellingen een onderling verband bestaat, dat de een niet voor den dag kan treden zonder door een ander op den voet te worden gevolgd.

De voorstellingen kunnen zich dus associeeren. Dit vindt op verschillende wijzen plaats. We kunnen zelfs eenige wetten aanwijzen, waaraan het associatievermogen onderworpen is.

Sommige menschen leggen, als ze iets onthouden willen, wel eens een knoop in den zakdoek. Als ze deze later voor den dag halen en daarbij den knoop zien, denken ze ook vanzelf aan hetgeen ze zich hadden voorgenomen te doen. Hoe is dit te verklaren? Aldus: de verhelderde, de hernieuwde voorstelling-knoop heeft als 't ware mee naar voren getrokken de voorstelling van wat gelijktijdig met het leggen van den knoop plaats vond, n.l. het denken: dit of dat zal ik doen. Zoo bestaat er associatie van voorstellingen, die gelijktijdig ontstaan. Dit is de wet der gelijktijdigheid.

Nu gebeurt het echter niet altijd, dat op de ééne voorstelling ook de andere, die ge-

[pagina 686]
[p. 686]

lijktijdig zijn ontstaan, volgen. Dit komt meestal hiervan: we waren ons niet voldoende bewust, dat de voorstellingen gelijktijdig ontstonden. Het is noodig, dat de volle aandacht er aan wordt geschonken. De nieuwe methode om talen te leeren berust heelemaal op deze wet der gelijktijdigheid. Zij geeft den leerling gelijktijdig met de klankvoorstelling de zaa-kvoorstelling.

Gemakkelijk is het opzeggen van het alphabet, het tellen, het opzeggen van een eenmaal geleerd versje, het neuriën van bekende deuntjes enz. Zóó gemakkelijk zelfs, dat, als we van een ander 't begin hooren, we haast niet kunnen nalaten te vervolgen. Dit komt, omdat de voorstellingen, die in een bepaalde volgorde ontstaan, zich in diezelfde volgorde reproduceeren. Dit is de associatiewet der opeenvolging.

We zien hier, hoe onbillijk het is een kind hard te vallen, omdat het de hem opgedragen bezigheden niet naar behooren heeft vervuld, wanneer - - - wij verzuimd hebben hem die duidelijk en ordelijk op te geven. En ook van hoeveel nut het is, het kind er aan te gewennen zijn dagelijksche bezigheden steeds in vaste orde te doen verrichten. De kans van iets te vergeten wordt daardoor zeer verminderd.

Als we een eik zien, denken we ook onwillekeurig aan een anderen boom. De voorstelling-koe wekt gemakkelijk de voorstelling van een ander stuk vee op. Dit komt, omdat de voorstellingen, die gelijksoortige kenmerken hebben, zich gemakkelijk associeeren. Dit is de wet der gelijksoortigheid.

De voorstelling-reus wekt gemakkelijk de voorstelling-dwerg op, de voorstelling-slordig, die van netjes. Een domoor noemen we een gladde vogel. Van een bandiet zegt men wel eens: ‘hij is een lieve jongen’ enz. Dit is de wet der contrasten.

Het vermogen om voorstellingen te reproduceeren is het geheugen. Menschen, die klagen over een slecht geheugen, geven daarmee te kennen, dat zij verwarde, vage voorstellingen hebben.

Aan het geheugen kent men eigenschappen toe. Men spreekt van een vlug, trouw, duurzaam, dienstvaardig en omvangrijk geheugen.

Een goed geheugen heeft hij, die spoedig in staat is, ontvangen voorstellingen willekeurig te reproduceeren. Regel is echter, dat bij hen, die dit vermogen, ook spoedig die voorstellingen door nieuwe gewaarwordingen worden verdrongen; m.a.w. die vlug leest, vergeet spoedig. Kinderen, die aldus zijn, dienen met bijzondere zorg te worden behandeld.

Duurzaam is het geheugen, als de voorstellingen lang de helderheid behouden. Immers hoe helderder de voorstelling, hoe sterker de innerlijke kracht. De helderheid hangt af van waarneming en herhaling. Hoe nauwkeuriger de eerste is, en hoe vaker de laatste is gedaan, hoe helderder de voorstelling.

We spreken van een trouw geheugen, als de voorstellingen in alle onderdeelen worden bewaard. Deze eigenschap is uitsluitend afhankelijk van preciese waarneming. Onbewust wordt dikwijls door ons daarnaar gestreefd. Wij sluiten bijv. bij het lezen wel eens de ooren. Dit doen we om alle klankgewaarwordingen buiten ons te houden, opdat de gewaarwordingen, die onder het lezen ontstaan, des te nauwkeuriger door ons zullen worden opgenomen.

Dienstvaardig is het geheugen, dat in staat is, op hetzelfde oogenblik dat men ze noodig heeft, de voorstellingen te reproduceeren. Een machtig hulpmiddel om deze dienstvaardigheid te verhoogen is het laten vallen van een voorstelling in meer dan één associatie.

Omvangrijk is het geheugen, als het een groot aantal voorstellingen willekeurig kan reproduceeren.

Uit hetgeen van het geheugen gezegd is, blijkt voor de(n) opvoeder wel de noodzakelijkheid, dat het kind moet weten, wat het gehoord en gezien heeft. En zal hij het kunnen weten, dan is voor alles noodig, dat zij, die het kind iets willen leeren, zich nauwkeurig en duidelijk uitdrukken.

P.K.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken