Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 17 (1903-1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.96 MB)

Scans (118.00 MB)

ebook (12.30 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Brieven over den Boekhandel en nóg wat.

Lieve nicht Marie!

 

Het is merkwaardig - als de menschen elkaar noodig hebben weten ze zich plotseling elkaars bestaan te herinneren - na jaren dood voor elkaar te zijn geweest.

Ik moest me heusch eens goed bedenken voor ik er achter was dat het lieve nichtje, dat mij zoo'n alleraardigst briefje schreef, de jongste dochter is van mijn broer Jan uit Elburg.

Nu, sans rancune hoor! Wat zou een jong meisje ook aan een ouden oom hebben te schrijven en goed beschouwd mag ik nog dankbaar zijn dat je, ‘door den nood gedrongen’ zooals je zelve meer openhartig dan diplomatiek schrijft, mij met een fijn rose velletje en ettelijke lieve volzinnetjes vereert.

Wel, wel! Ben je het onderwijs zóó zat, dat je ‘coûte que coûte’ een andere loopbaan wilt zoeken?

En je vreest dat je nooit die ‘vreeselijke hoofdakte’ zult halen, nadat je al zooveel moeite met je akte Fransch hebt gehad?

Nu, wees maar niet wanhopig hoor, er is nog redding mogelijk en twee vakken zijn van ouds aangewezen voor wie, zonder nu bepaald heelemaal idioot te zijn, toch niet tot de allervlugsten behooren n.l. de edele tuinmanskunst en de boekhandel.

Dat je je oog laat vallen op het laatste, mijn vak, dat ik nu zoowat 20 jaar beoefen, is zeer vleiend voor mij in 't bijzonder en voor m'n collega's in het algemeen.

Een frisch gestreken blouse ‘doet’ wel goed naast een glimmend kantoorjasje en een heldere meisjeslach doet het stof van duffe boeken nog eens opvliegen.

Wat mij betreft ben je welkom hoor! hoe meer zielen, hoe meer vreugd en al is het nog altijd waar dat vele varkens de spoeling dun maken, vrouwelijke exemplaren zitten er nog niet veel om onzen gemeenschappelijken trog; passez moi la comparaison!

Zeg, nicht - hoe kom je eigenlijk bij den Boekhandel - of liever bij den handel in 't algemeen?

Naar aanleiding van een stukje in de ‘Hollandsche Lelie,’ schrijf je?

(Wáárom Hollandsche, Holland is toch geen Nederland?)

En de redactrice daarvan was van oordeel, dat je je licht maar eens bij een vakmensch op moest steken?

Wel, dat is een verstandige raad en ik wil je dan ook graag mijn oordeel zeggen, gevleid door het gewicht dat je er aan schijnt te hechten.

Kijk eens meisje-lief, als je mij vraagt wat ik zou willen worden, als ik nog eens weer op de wereld mocht komen, zou ik zeggen: weer boekhandelaar. Dat's sterk hé?

Ja, gelukkig heb ik mijn vak als zoodanig lief en 15 jaren geleden gaf ik mij zelf 's Zondags wel eens den naam van ‘fakkeldrager der wetenschap’ zooals ik eens gelezen had en gaf ik hun groot gelijk die van oordeel waren dat ons vak den overgang vormt tusschen handel en wetenschap.

Dat klinkt nog eens als een klok hé? Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik, in moedelooze buien (want die schijnen niet alleen

[pagina 703]
[p. 703]

bij onderwijzeressen voor te komen) er wel eens over gedacht heb de fakkel der wetenschap neer te gooien en b.v. lantaarnopsteker te worden, en wat dien overgang tusschen handel en wetenschap betreft - nou.... ik ben in onzen handel tot de wetenschap gekomen dat de handel op den voorgrond en de wetenschap er een heel eind achter staat; maar elk beroep heeft zijn eigenaardige bezwaren en het mijne biedt zooveel aantrekkelijks dat dit laatste nog wel op weegt tegen de vele groote en kleine verdrietelijkheden er van.

Weet je wat b.v. zoo ‘leuk’ is in ons vak, om een echten meisjesterm te gebruiken? Dat er letterlijk niets op de wereld kan gebeuren of de boekhandelaar, die de boeken die hem omringen niet als turven beschouwt en verhandelt, is er bij annex en heeft er veelal de primeur van in den vorm van brochures, platen, tijdschriftartikelen, kaarten enz. enz.

Toen de koningin zich verloofde, wisten wij hoe haar a.s. gemaal er uitzag vóór een van jelui haar bekoorlijke neusjes over ‘zijn portret’ had gebogen; Carnot's moordenaar, de nieuwe paus, de jongste baby van de keizerin van Rusland, Wilhelm's nieuwste pose, de gouden koets, Paul Kruger's villa in Hilversum, Chamberlain's orchideeën, de Japansche torpedo's - al die heerlijkheden zijn voor ons al oudbakken voor ze jelui gewone menschen onder de oogen komen.

En wij slaan een blik in Jan Terwey's geheimste roerselen der ziel, in Helene Lapidoth's jongste dichtregelen, in Streuvels' laatste pennevrucht, in ‘het belangrijke onderwerp’ der pas verschenen Hollandsche Revue, in het epoque-makende Gidsartikel, in de correspondentie-rubriek der Hollandsche Lelie, alvorens deze lectuur onder de gewone stervelingen komt.

Nog eens, voor een boekhandelaar die belang stelt in wat er om hem heen gebeurt op het groote wereldtooneel, in de Republiek der Letteren, op het gebied van kunst en politiek, voor dien is ons vak een aantrekkelijk, een schoon vak, waarvan de vele bekoorlijkheden hem veel onaangenaams over het hoofd doen zien.

En nu vraag je mij je eens wat te willen vertellen van ons vak en van de vooruitzichten daarin en ik wil dat met genoegen doen, maar ik waarschuw je vooraf dat ik niet gauw ben uitgepraat als ik op mijn praatstoel zit en dat het dus wel eens kan zijn dat er aan het eind van dezen brief een ‘wordt vervolgd’ kwam te staan.

 

Zoo, zóó - je wilt dus het onderwijs vaarwel zeggen en ‘in den boekhandel’ gaan.

Nu - men zou zoo zeggen, wie zullen daar eerder in thuis zijn dan schoolmeesters..... pardon! onderwijzers.

Immers, wat de moedermelk voor een zuigeling is, zijn de boeken voor den onderwijzer - ze worden er bij grootgebracht. En dan is 't ook geen heksen een atlas van Bos, Versluys' Meetkunde of een De Vries en Te Winkel te verkoopen niet waar?

En toch! Je weet misschien dat ik nogal eens jongelui in het vak heb opgeleid waaronder toevallig twee schoolm..... onderwijzers en nu moet ik, onder ons gebleven, eerlijk zeggen dat deze niet het schitterendst figuur sloegen bij hun eerste schreden op dit pad.

Eén b.v. die akte Duitsch had, bleek voor het eerst den naam van Schopenhauer te hooren en wist niet dat er een pittig bundeltje gedichten van Mirza-Schaffy bestond.

Een ander schreef ‘Anna Crayon’ in plaats van Anacreon toen de Rector van het Gymnasium hem dezen titel dicteerde, en hoorde voor het eerst van Max Rooses.

Enfin dat's geen wonder hé? jullie zitten zoo in de schoolboekenwijsheid ‘vertiesd’ zou onze Friesche meid zeggen, dat je geen tijd hebt je neus eens in de wereld daar buiten te steken, en mijn stokpaardje is dat de onderwijzers wat minder schoolboekenwijsheid in zich op moesten nemen en in de gelegenheid moesten zijn wat meer algemeene ontwikkeling zich eigen te maken.

Ook dat, als ze wat beter gesalarieerd werden, ze uit wat andere kringen konden worden gerecruteerd en daarvan de kenteekenen zouden dragen.

Als zoo'n op zijn laatste normaalbeenen loopend aanstaand opvoeder der jeugd mijn winkel binnenstapt met een bevelend: ‘'n kejee!’ Kan ik nooit nalaten hem vriendelijk doch nadrukkelijk eerst ‘goeden morgen’ te wenschen, wat soms wel eens inslaat.

Soit! dit is nu niet aan de orde en jij als dame behoeft je dat niet aan te trekken niet waar?

Ik zal dan trachten je een kijkje te geven in onzen eigenaardig ingerichten handel en hoop niet te zwaar op de hand te worden.

Maak je dus maar niet ongerust dat ik beginnen zal met een hoofdstuk: De boekhandel zóóveel jaar na J.C. of iets dergelijks.

[pagina 704]
[p. 704]

Ik wil maar hier en daar een greep doen en je hebt er in je omstandigheden meer aan, te weten hoe tegenwoordig de boekhandel is ingericht dan b.v. in de Middeleeuwen.

Allicht geven mijn inlichtingen nu en dan aanleiding tot eene beschouwing af en toe over den handel in het algemeen en over de positie van het koopend publiek tegenover den verkooper, of omgekeerd. Dat kan misschien ook zijn nut hebben, want jelui menschen die niet in den handel zijn grootgebracht hebben daarvan soms een allerwonderlijkste voorstelling.

Nu, tot later dan.

 

Je oom LEO.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken